21 april 2024

Paaslicht voor onze tijden - 4 -

 Terwijl de Paastijd groeit naar Pinksteren toe, blijven we het Lied aan het Licht van Huub Oosterhuis herkauwen. We laten ons nu aanspreken door het tweede deel van de tweede strofe uit dit Lied aan het Licht.

Licht, kind in mij, kijk uit mijn ogen
of ergens al de wereld daagt
waar mensen waardig leven mogen
en elk zijn naam in vrede draagt.

Het licht werd in de vorige regels bezongen als een kracht en toeverlaat, een licht dat overwint. Een lied dus zinderend van geloof in de Paaskracht. Maar hier wordt ons een ander aspect van het licht getoond, de broosheid en kwetsbaarheid. Het licht is 'kind in mij'...het is een levende realiteit die echter voor zijn groei afhankelijk is van mijn inzet en zorg en van mijn koesterkracht.
De dichter houdt hier een soort pleidooi om het kind in ons niet te laten verstikken en om met een onbevangen blik rond te kijken en ons te verwonderen over de (on)herbergzaamheid van onze wereld. 
Zoals het Johannes evangelie begint met het licht dat in de wereld komt, maar er niet is aangenomen, zo is de kruisdood van Jezus het ultieme resultaat van deze niet-aanvaarding én zo is het Paaslicht het antwoord dat God met zijn licht en woord blijft aankloppen.
(kind in de gazastrook 2024
©SOS Kinderdorpen)


De verzuchting en het verlangen die er spreekt uit deze verzen is anno 2024 brandend actueel... 
Is er op deze aarde een plaats waar mensen kunnen leven in hun waarde en in vrede? Het zwakke lichtkind lijkt verloren gelopen te zijn op deze aardkloot en wil via mijn ogen zoeken naar een veilige plek. Ik moet mee op zoek om van deze aarde een wereld te maken van licht voor ieder mensenkind. Elk van ons wordt via dit lied uitgedaagd om zelf lichtdrager te worden opdat iedere mens haar of zijn naam in vrede kan dragen. Geloven vandaag betekent ook inzet voor vrede en gerechtigheid in de grote samenleving opdat er licht zou schijnen voor elke mens waar ook ter wereld.

13 april 2024

Paaslicht voor onze tijden - 3 -

 Het Lied aan het Licht van Huub Oosterhuis begeleidt mij in deze Paastijd. De eerste helft van de tweede strofe wil ik even benaderen.

Licht, van mijn stad de stedehouder,
aanhoudend licht dat overwint.
Vaderlijk licht, steevaste schouder,
draag mij, ik ben jouw kijkend kind.

In deze vier regels driemaal het woord 'licht' maar telkens weer anders belicht.
De eerste regel zegt dat het licht de stadhouder is van mijn stad. In de vorige strofe was het al duidelijk geworden dat licht niet iets individueel is maar iets van 'met elkaar' zijn en niet uit elkaars genade vallen. Hier is het 'samen' uitgekristalliseerd tot het beeld van een stad waar de dichter zich thuis voelt ('mijn' stad) en die stad wordt bestuurd door het licht. 
(Roni Horn : Well and Truly 2009-2010 detail
eigen foto)
Voor Nederlanders (zoals de dichter) is de term 'stadhouder' of 'stedehouder' een vertrouwd begrip. Van in de Bourgondische tijd (onder Filips de Goede 1448) tot 1747 was dit een belangrijke ambtelijke functie. Deze stadhouder bestuurde in opdracht van de hertogen, later van Keizer Karel, en later na de scheuring met de Habsburgers, bestuurde de stadhouder in opdracht van provincie of gewest. Het was de plaatsvervanger van de heer. In katholieke middens werd ook de paus soms betiteld als 'stedehouder'.
Voor de dichter is het licht de plaatsvervanger... maar van wie of wat is niet onmiddellijk duidelijk. Het licht is echter wel aanhoudend en zoals het spreekwoord zegt : de aanhouder wint. Licht is blijkbaar ook een strijdbaar gebeuren...
In de derde lijn wordt het licht een houvast, een ouderfiguur (vaderlijk licht en moederlijk dragend) en herkent de dichter zichzelf als kind van het licht, kijkend dank zij het licht.
Hier zie ik als christen de vaderlijke scheppende en moederlijke barmhartige God. Dit licht is een weldaad omdat het biedt wat een goede ouder biedt : een houvast geworteld in het vertrouwen en de ervaring van een barmhartige nabijheid. Het licht dat in de allereerste regel ons aanstootte en als koud was ervaren wordt een kans om al kijkend in het licht te ontdekken wat het mij wil onthullen.

7 april 2024

Paaslicht voor onze tijden - 2 -

 Het lied aan het Licht van Huub Oosterhuis willen we nog even hernemen en herkauwen, want de inhoud is zo rijk en geschakeerd.
Zoals elk symbool is het licht ook meerduidig. Het licht heeft vele gezichten en dat spreekt sterk uit het lied van Oosterhuis.
Laten we het even houden bij de eerste strofe.

Licht dat ons aanstoot in de morgen,
voortijdig licht waarin wij staan
koud, één voor één, en ongeborgen,
licht overdek mij, vuur mij aan.
Dat ik niet uitval, dat wij allen
zo zwaar en droevig als wij zijn
niet uit elkaars genade vallen
en doelloos en onvindbaar zijn.

Het licht dat aan ons verschijnt komt van lichtjaren ver, doorheen het koude heelal, tot bij ons -de dichter spreekt hier van 'voortijdig', voor onze tijd- en elk van ons heeft zo zijn eigen ervaring. In het licht zien we dat we als mens zo anders zijn dan de mens naast ons en dat kan ons eenzaam maken. Door in het licht te staan voelen we ons ook 'ongeborgen' zegt de dichter, we staan open en bloot. Al onze geheimen en zwaktes komen mee aan het licht.
(eigen foto
Parijs interieur dec. 2015)

Dit eerste gezicht van het licht is niet zo weldoend; we ervaren het als moeilijk leefbaar, maar het licht kan ons hier ook helpen en een ander gezicht aannemen. Als we ontdekken dat we onze ervaring van eenzaamheid en koude delen met de mensen die één voor één naast ons staan, kan deze gemeenschappelijkheid ons helpen, ons uitzicht geven en warmte. Licht wordt dan een herberg waar we onze mede-mensen ontmoeten en elkaar tot genade kunnen zijn. Deze gemeenzame ervaring van licht geeft ons een doel. Dit herbergzame licht wordt een vindplaats, een ankerpunt, een lichtbaken in ons zware en droevige bestaan. 
In deze eerste strofe zien we de dynamiek ook van de Paasverhalen.
De donkerte en koude van een dode en begraven Jezus worden opengebroken door de verschijning van de Verrezene, maar deze ontmoeting is confronterend en werpt iedere leerling eerst op zichzelf terug : wat moet ik ermee? In tweede instantie wordt de ervaring van de Verrijzenis tot een koesterplek dat de leerlingen delen met elkaar en pas na vijftig dagen zal dit licht hen aanvuren tot getuigenis buiten hun eigen herberg, hun eigen kring.


31 maart 2024

Paaslicht voor onze tijden - 1 -

 Iets langer dan gedacht heb ik aan de blog niet kunnen werken wegens verhuizen...
Maar nu met het feest van Pasen verrijst mijn blog weer uit het donker op. Tijdens de Paaswake wordt met het nieuwe licht de paaskaars ontstoken en dan zo de kerk binnengedragen. Tot drie maal toe wordt dit licht verwelkomd met de acclamatie : 'Licht van Christus. Wij danken God'.
Het licht dat de onzekere duisternis doorbreekt is een sterk symbool voor wie Christus wil zijn in ons leven. In het Johannes evangelie (8,12) zegt Jezus over zichzelf trouwens "Ik ben het licht der wereld".
Op Pasen past dan ook dit mooie lied aan het licht van Huub Oosterhuis, in bijgaande link gezongen door zijn dochter Trijntje bij de 85ste verjaardag van haar vader.
Een lichtend Paasfeest gewenst!

 

15 januari 2024

Laudato Si - 2 -

(©Abdij van Vlierbeek)

 In een vorig bericht haalde ik een gedicht aan van Herlinda Vekemans die als titel meekreeg de titel van de ecologie-encycliek van paus Franciscus . 

Hier wil ik je melden om vanaf begin februari regelmatig mijn andere blog te bezoeken waarin ik een aantal andere gedichten van Vekemans zal delen over verschillende aspecten van de milieuproblematiek. 

Deze blog zal nu even stil liggen tot omstreeks begin maart aanstaande.
Mijn andere blog vind je bij dit adres :https://lezenaar.blogspot.com/
 

2 januari 2024

Laudato Si - 1 -

 De encycliek "Laudato Si" die paus Franciscus publiceerde in 2015 blijft een inspirerende brief voor vele soorten mensen. Zo ook verzamelt de dichteres Herlinda Vekemans onder die titel in haar laatste dichtbundel "Appelblauwzeegroen" een aantal dagdagelijkse observaties waaruit blijkt dat de aandacht en zorg voor klimaat en natuur géén ver-van-mijn-bed verhaal is. Van de tien observaties die in dat 'gedicht' zijn genoteerd wil ik er hier vier delen.

LAUDATO SI'

(...)
Een dikke kruisspin spant haar web op het tuinpad tussen een heester en het huis. Ik haak haar struikhechtdraad achter de leuning van de tuintrap zodat haar net bijna intact blijft en de doorgang toch webvrij wordt. Ze begint elke dag opnieuw.

(...)
Een pad belandt op mijn binnenplaatsje en kan niet langer de trap op naar de achtertuin. Ik zet hem terug in de tuin. Maanden later vind ik een verdroogde pad in huis.

(...)
Op de facebookpagina van de overleden schilder Lucas De Vriendt staat een filmpje over een octopus die op het strand ligt te zieltogen, maar door een wandelaar naar het water gebracht wordt. Weer veilig in het water lijkt de octopus de wandelaar met aaitjes op de voeten te bedanken.

(...)
Ooit zag ik heel vroeg in de ochtend een ijsvogel aan de oevers van de Molenbeek bij de Abdij van Park. De flits intens blauw was zo ongewoon en zo onverwacht dat de plek waar ik hem zag haast een sacraal karakter kreeg: het werd de plaats waar ik de ijsvogel zag.
(uit: Vekemans, Herlinda, Appelblauwzeegroen, Uitg. Poëziecentrum, Gent, 2022, blz. 50-51 passim)

(©abdij van vlierbeek)


28 december 2023

Christus als het beeld van de onzichtbare God

 Kerstmis vieren heeft iets moeilijks en paradoxaals. We geloven dat God (wie en wat en hoe hij ook is) mens geworden is in een klein kind, dat moest opgevoed worden en zou uitgroeien tot de bijzondere rabbi (leraar) die Jezus van Nazareth was. 
Erik Galle publiceerde onlangs een boek waarin hij God wilt bevrijden van de te menselijke beelden die wij over hem hebben. Hij gaat daarover in gesprek met de Nederlandse theoloog Erik Borgman en dat boeiende gesprek kan je volgen op You Tube.
In het eerste deel van het gesprek hebben ze het onder anderen over de quote van Augustinus (onrustig is ons hart...) die in deze blog ook al meerdere keren is aangehaald (ca. 3:22 min.).
Dan komen ze uit bij wat nauw aansluit bij de kern van het kerstgebeuren, de incarnatie van God, het naar de mens toe komen van God in een mensengestalte.
Erik Borgman stelt : "Als we niet aangesproken worden, wat hebben we dan te zeggen? Als er niet iemand naar ons toekomt, wat hebben we dan te doen? En wat zouden we ook doen?" (ca. 6:38 min.)
Dan komt de quote van Paulus uit zijn brief aan de Kolossenzen (1,15): Christus is het beeld van de onzichtbare God. En daarover zegt Borgman dat Christus als het ware een tegenbeeld is : "Alles wat wij uitsluiten, wordt in het centrum gezet; dat wat we niet willen, daar begint het." (ca. 7:31 min.)
Kerstmis vieren is géén voorbij, historisch feit gedenken. Kerstmis vieren is ruimte geven aan God opdat hij anno 2023 opnieuw kan geboren worden via ons geloof en onze inzet. Het beeld van het kleine kind in een kribbe kan daarbij helpen.
Borgman aan het einde van het gesprek : "Je hebt een beeld nodig (van God) en tegelijk moet het weer weg. Dan kan God opnieuw in jou geboren worden, en dat moet ook iedere keer weer gebeuren." (ca. 14:17 min.)