Bij een bezoek aan de grote centrumkerk Saint Eustache in Parijs zag ik een rijke schat aan kunstwerken overal verspreid in de kerkruimte, kunstwerken afkomstig uit heel verscheidene periodes van de late middeleeuwen tot nu.
Na het 'kristallen' Christuscorpus van Pascal Convert, wil ik nu even stilstaan bij een ander modern kunstwerk van de Amerikaanse beeldende kunstenaar Keith Haring (1958-1990), de Triptiek van het leven van Christus.
![]() |
(Tryptiek van het leven van Christus door Keith Haring - eigen foto) |
De kunstenaar heeft in zijn korte leven zich uitdrukkelijk opgeworpen als activist voor de rechten van de AIDS-patiënten. Hijzelf is enkele weken na de voltooiing van deze triptiek gestorven aan deze ziekte. Deze triptiek is in brons gegoten en met wit bladgoud bedekt. Er bestaan negen exemplaren waaronder dus één in de St. Eustache in Parijs.
Een vriend van Haring maakte een bekisting in de vorm van een iconentriptiek en vulde deze met klei. De terminaal zieke kunstenaar maakte in de klei met een mes te tekening, zonder bibberen en zonder correcties.
Het middenpaneel toont bovenaan een kruis, een hart en dé typische gezichtsloze stralende baby van Haring gekoesterd in een paar armen. De 'radiant baby' was voor Haring een uitdrukking van onschuld, puurheid en goedheid, een teken van hoop. Het kruis verwijst naar het geloof en het hart naar de liefde... de drie grote deugden zoals o.a. Paulus die bezingt in de eerste brief aan de Korintiërs. Onder de baby kunnen we in het midden een aantal grote druppels of vlammen zien... de vurige tongen van Pinksteren???
Het rechterluik toont bovenaan duidelijk een engel met in de middenstrook een springende of vliegende (???) figuur waarin we een verwijzing kunnen zien naar de verrijzenis. Het linkerluik toont onder de bovenste engel, die als het ware het spiegelbeeld is van die van het rechterluik, een duidelijk vallende engel. We kunnen hier denken aan de vele voorstellingen van het laatste oordeel waarbij aan de rechterhand van Christus de 'gezegenden' opstijgen naar de hemel terwijl aan zijn linkerhand de 'gedoemden' neervallen in de hel.
De benedenstrook vormt over de drie luiken heen één geheel van lichamen die heftig gebaren, vaak met een vuist in de lucht. Zijn deze vuisten een teken van onmacht en boosheid omwille van onrecht of strekken ze zich juist hoopvol uit naar een reddende aanwezigheid van boven? Zijn de tranen in het centrale gedeelte dan uitingen van verdriet en verbolgenheid die opstijgen naar de stralende, hoopgevende baby (het Christuskind???)?
Het werk kreeg als titel : het leven van Christus. Maar ik moet toch ook denken aan Paulus' zogenaamde hooglied van de liefde (1 Kor. 13) dat zo eindigt (Naardense bijbelvertaling) :
"Toen ik een klein kind was, sprak ik als een kind, voelde ik als een kind, redeneerde ik als een kind ;
toen ik een man werd, heb ik afgelegd wat des kinds was.
Ja, nù kijken we met een spiegel in een raadsel,
maar dàn : van aangezicht tot aangezicht!!
Nù ken ik ten dele,
dàn zal ik ten volle kennen,
zoals ik ten volle wordt gekend.
Zo blijft het dan : geloof, hoop, liefde -
deze drie, maar de grootste van deze is de liefde!"
Zoals je merkt, als je met aandacht en openheid van hart begint deze hedendaagse triptiek te beschouwen, wordt het een aanzet tot bezinning en gebed, tot een innerlijke confrontatie met ons eigen (on)geloof en onze hoop.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten