29 mei 2025

Hemelvaart

Het feest van de Hemelvaart van Jezus is voor ons, Westerse mensen van de 21ste eeuw, niet zo gemakkelijk. Dit feest sluit aan bij wat we lezen in het eerste hoofdstuk van de Handelingen der Apostelen. Dichter Michel van der Plas kan ons misschien een weg wijzen bij de benadering van dit verhaal en deze feestdag. Voor hem is het een feest van de hoop dat Jezus eens door ons gevonden zal worden. Dat vinden van Jezus is in feite de hemel open vinden.
Hij verwoordt dit in een soort Te Deum-gebed. Het Te Deum kennen we van de nationale feestdag, maar het is een hymne van lof en dank met wortels in de 4e/5e eeuw. Het wordt in de kloosters die leven volgens de regel van Benedictus gezongen op zondagmorgen als afsluiting van de nachtwake. 

TE DEUM

U God zou ik zo graag hebben geprezen,
u Heer beleden; met de hele aarde
en al uw engelen; maar ik zocht naar de
geheimen van uw onnaspeurbaar wezen
en vond geen waarheid die u evenaarde,
hier, nu, en bleef gevangen in mijn vrezen
voor doem en dood, en hield me vast aan deze
ruimte en tijd die u voor mij uitspaarde.

Ik bid u, Christus, die ik na blijf staren
sinds u, wanneer, waarom, zijt opgevaren,
maar die zult komen om mij vrij te kopen :
wil mij tenminste deze dag bewaren.
O, als ik toch op u zou mogen hopen
en u eens vinden, en uw hemel open.

(uit: van der Plas, Michel, De oevers bekennen kleur. Verzamelde gedichten., uitg. Lannoo, Tielt, 1994, blz. 308)

Een hoopvol Hemelvaartfeest gewenst...
(Rembrandt : Hemelvaart 
©Alte Pinakothek München)

 

27 mei 2025

Vaarwel, luie aarde

In een vorige post (21 mei)  kon je kennismaken 
met de Italiaanse dichteres Alda Merini (1931-2009) 
en haar bewogen gedichten 
uit haar Cantico del Vangeli (2006). 
Daarin laat ze evangeliefiguren aan het woord 
en mediteert zo bij bepaalde passages. 
(©Liesbeth's Iconen)
In een volgende wat langer vers laat Alda Merini 
de Verrezen Jezus aan het woord. 
Zelf denk ik daarbij ook 
aan de klassieke orthodoxe paasicoon, 
waarin Jezus uit het dodenrijk 
gestorvenen omhoogtrekt en 
de bergen daartoe als het ware opensplijt,
de zogenaamde Anastasis-icoon.
Dit gedicht van Merini laat zich lezen 
als een soort mystiek visioen.

JEZUS

Traag is de dood
als een meer vol dromen.
Maar God ziet verder dan de stenen,
hij ziet verder dan de graven.
Jarenlang schepsel van God
bleef ik opgesloten in de leem van het lichaam,
jarenlang ben ik steen geweest,
maar met zovele stemmen in mijn hart.
Ken ik soms de stenen van het universum niet?
Ik strek de hand uit en til heel de Calvarie op
in een kramp van licht.
Wie heeft mij vervolgd?
Waar zijn mijn vervolgers?
Waar is de moederlijke schoot?
En waar is het fiat van mijn moeder?
Een steen.
De Zoon van God heeft met de verrijzenis
het pad van de engelen geschapen.
Vaarwel,
vaarwel luie aarde,
de wortels van God steken in mijn gelaat:
ze zullen het uithollen
en het wordt lichtend.
Ik zal vluchten uit dit graf
zoals een engel dodelijk vertrappeld door de droom,
maar ik zal de grens vinden van mijn woord.
Vaarwel kruisiging,
met mij is er nooit iets gebeurd:
ik ben alleen maar een verrezen mens.

(uit: Merini, Alda, Canticum evangelicum. Vertaald door Patrick Lateur, uitg. P, Leuven, 2011, blz. 73)

21 mei 2025

Oproep van de engel

 In 2006 verscheen een van de laatste bundels van de Italiaanse dichteres Alda Merini (1931-2009) Cantico dei Vangeli.  Deze bijzondere dame werd door tijdgenoten-schrijvers hoog gewaardeerd (o.a. Dario Fo, Pier Paolo Pasolini, Giorgio Manganeli, e.a.)  en ze werd tot twee maal toe voorgedragen voor de Nobelprijs Literatuur. Een selectie uit deze bundel werd in 2011 vertaald door Patrick Lateur en uitgegeven door uitgeverij P (Leuven).
Daar las ik dit iets langere vers dat een mooie meditatie is bij de Paasverhalen. Hier laat de dichteres een engel aan het woord die spreekt tot de vrouwen die het lege graf ontdekken in de Paasmorgen. Zie de verschillende versies in de vier evangelieverhalen (Mc. 16 ; Mt. 28 ; Lc. 24 en Jo. 20).
(Alda Merini
©Wikipedia)


DE ENGEL

Nutteloos zijn jullie tranen :
je Almachtige Heer is verrezen
en waar zoeken jullie hem?
Jullie, vrouwen,
door zijn liefde tot leven gewekt,
zijn lievelingen,
zijn eerste volgelingen,
waarom twijfelen jullie aan de kracht
van je Heer?
Maar God heeft de stenen geschapen.
De bergen zijn stenen,
zijn het gebeente van de wereld.
En jullie dachten niet dat Gods Zoon
een steen kon verwijderen?
Toch zal uitgerekend aan jullie
de opdracht worden gegeven
aan de ongelovige apostelen te zeggen
dat de Heer zich nieuw heeft bekleed
met het vlees van de verrijzenis,
dat een ander lichaam is
waarin je vingers
en je ogen weg zullen zinken.
Jezus hield op met bloed te storten:
hij zal enkel parfum schenken en zaligheid.
Maar jullie zijn geschrokken van dit wonder,
omdat jullie nooit de dood hebben begrepen.
Jullie hebben nooit je Jezus begrepen.
Ga naar de vier windstreken en schreeuw het uit
dat God voor jullie de poorten van de hemel heeft geopend
en jullie zullen opstijgen met hem
in je stoffelijk overschot:
ook je lichaam is heilig geworden
want vervuld van nieuwe transcendentie.

(uit: Merini, Alda, Canticum evangelicum. Vertaald door Patrick Lateur, uitg. P, Leuven, 2011, blz.71)


17 mei 2025

Paus Leo XIV

 Op 8 mei kozen de kardinalen in conclaaf hun collega Robert Francis Prevost (1955) tot nieuwe paus. Deze koos als pausnaam Leo...
Deze man wordt omhangen niet alleen met de pauselijke stola, maar ook met velerlei verwachtingen en soms al met de mantel van de afkeuring.
(©France 24)
Wie hij als paus zal worden weten wij niet en dat zal niet louter van hem afhangen. Maar hij is opgegroeid met de inspiratie van Augustinus (354-430).
Daarom voor de Augustijner-paus (tussen haakjes: ook Luther was een Augustijner-monnik) een korte tekst van deze Noord-Afrikaanse bisschop. Eind vorige eeuw stelde de Benedictijnermonnik Louis Janssen uit de Abdij Keizersberg (Leuven) een Augustinus-Brevier samen, met voor elke dag van het jaar een bezinnende tekst uit het omvangrijke oeuvre van Aurelius Augustinus.
Op 8 mei, dag van de pauskeuze, staat in het Augustinus-Brevier een fragment uit preek 47. Deze tekst sluit ook aan bij het motto van de nieuwe paus : In Illo Uno Unum (in de Ene zijn we één).

"Laat de arme zeggen : 'mijn God'; 
laat de rijke zeggen : 'mijn God'.
De eerste heeft minder, de laatste meer;
ja, aan geld, niet aan God!
Om tot God te geraken
gaf de rijke Zacheus de helft van zijn bezit;
om tot God te geraken
verliet Petrus de netten en het schip.
(© 1News)
Om tot God te geraken
gaf de weduwe twee penningen;
om tot God te geraken
reikte hij die nog armer was
een beker koud water aan;
om tot God te geraken
kwam hij die helemaal niets had
en van alles was verstoken,
met zijn goede wil.
Verschillend hebben zij gegeven,
maar zij zijn tot de Ene geraakt
omdat zij niet verschillend hebben bemind."

Tot God geraken door vanuit dat verlangen naar Hem te leven... 
dat is Augustinus ten voeten uit. 
Door deze inspiratie werd Leo XIV gevormd. Ik verwacht
dat de nieuwe paus vanuit deze ideeën ook zal zoeken om zijn ambt in te vullen.



11 mei 2025

Ik zal jou niet zijn

 In de paastijd wordt gelezen uit de eerste brief van Johannes, waarin Gods liefde bezongen wordt, maar ook wordt gelezen uit het meest bijzondere boek uit de Bijbelbibliotheek, nl. het Hooglied.
Want in de christelijke traditie wordt dit Lied der Liederen gelezen als een lied over de liefde tussen God en mens. Het mag voor mij daarnaast ook gelezen worden als loflied op elk menselijk liefdesverhaal.
De dichter Mark Insingel publiceerde in 2005 bij het Gentse Poëziecentrum een bundel met 21 liefdesgedichten. Hierbij het laatste vers uit deze bundel dat in zijn veelgelaagdheid zeker ook past in de paastijd.


(Fra Angelico - Maria Magdalena
ontmoet Jezus in de tuin
johannes 20
eigen foto febr. 2020)
Dat ik bij jou kon zijn-
en ik wil jou niet zijn,
ik wil jou bijna zijn.

Wie ben ik zonder jou
dan wie ik ben? Zoals
jij bent word ik ontkend.

Zoals ik ben, zoals
ik niemand ben. Wil mij,
dan ben ik wie jij wil.

Behalve jou, behalve die
jij bent, die ben ik niet,
en niemand kan die zijn.

Kan ik jou bijna zijn,
dan kan ik bij jou zijn,
en zal ik jou niet zijn.

(uit : Insingel, Mark, Niets. 21 liefdesgedichten, Gent, Uitg. Poëziecentrum, 2005, blz. 27)

3 mei 2025

Een genezende ontmoeting

 
(Rainer Maria Rilke
door Leonid Pasternak
©Wikimedia Commons)

De Duitse dichter Rainer Maria Rilke (1875-1926) schreef in 1912 een cyclus gedichten over de Heilige Maria, waarvoor hij zich baseerde op Bijbelse teksten naast apocriefe verhalen.
In het vers hierbij volgt hij wellicht een apocrief verhaal van de zogenaamde pseudo-Johannes, waarin de verrezen Christus zijn moeder ontmoet en haar heel even aanraakt.
In enkele lijnen weet Rilke van deze ontmoeting een gebeuren te maken dat het mysterie van troostende nabijheid en gelovige overgave dichterbij brengt voor wie zich daarvoor durft open te stellen. Een diepmenselijke ontmoeting van twee personen die met elkaar helend verbonden zijn.
Een passend gedicht in de Paastijd én bij het begin van de maand mei, traditioneel dé Mariamaand.

TROOSTENDE ONTMOETING
VAN MARIA MET DE VERREZEN

Wat zij destijds ervaren heeft: is het niet
meer dan elk mysterie, hemels
en toch nog altijd aards:
toen hij, nog ietwat bleek van 't graf,
van alle last bevrijd, naar haar toekwam:
van top tot teen verrezen?
O, eerst naar haar. Wat was dat voor hen
beiden onuitsprekelijk genezen.
Ja, zij genazen. Zo was het. Zij voelden
niet de nood elkaar fors te omhelzen.
Slechts de duur van een seconde
legde hij op haar vrouwenschouder
zijn nu al haast onaardse hand.
En zij begonnen stil,
als bomen in de lente,
maar evengoed oneindig
aan dit jaargetij
van hun ultieme samenzijn.

(uit: Rilke, Rainer Maria, Het leven van Maria. Das Marien-Leben, Vertaling en nawoord : Piet Thomas, uitg. P, Leuven, 2019, blz. 15)