15 september 2024

Muziek waait door een open raam - 1 -

 In de vorige eeuw hebben te veel mensen een vertekend beeld gekregen van het christelijke geloof. De catechismus als vraag en antwoord-stelsel moest gekend zijn vooraleer iemand zijn vormsel mocht ontvangen. Alsof het christelijke geloof een kwestie is van kennis (én dan nog de juiste kennis!) terwijl wie de evangelieverhalen nauwgezet leest vooral ontdekt dat het gaat om vertrouwen. Zoals iemand aan zijn beminde zegt: ik geloof in je en daarom wil ik mijn verdere leven met jou op weg zijn. Ik vertrouw erop dat we er voor elkaar zullen zijn in goede en in mindere dagen.
Niemand die huwt, weet wat de toekomst zal brengen, maar er is het vertrouwen dat de andere ons niet in de steek zal laten. Hoe zot is dat! En toch...het gebeurt en ondanks de vele mislukkingen zijn er ook nog velen die elkaar blijven trouwen ver voorbij de eerste verliefdheden. Ver-trouwen... In zee gaan... Samen de oneindige zee opvaren... 
Geloven is elke dag weer ingaan op zo'n uitnodiging. Rationeel is dat zottemanswerk, maar wie zich verliest in de liefde en in het vertrouwen, die ontdekt dat het ondoenlijke doenlijk wordt. Zoals getrouwde mensen dit ervaren, zo ervaren gelovige mensen dat ook.
In een vers van Klaas De Jongh Ozn. klinkt die uitnodiging door vanuit een invention van J.S. Bach én via een open raam. Zo komt het psalmvers die dit blog zijn naam meegaf samen met een hedendaags vers én met maestro Bach. Hoe mooi is dat niet...




BACH MET UITZICHT OP ZEE

Ik doe de ramen open :
met Bach in mijn oren
komt de zee binnen
rimpelloos en grijs.

De boten liggen op hun zij
en ver is de vloed.

Terwijl wij allen wachten
bereiden de Inventionen ons voor
op de dingen die gaan komen
-kleine stappen op het toetsenbord
mijmerend in zichzelf-

Ook Bach hield de adem in.

(uit : Was alles maar Bach. Zesenveertig gedichten over Johann Sebastiaan bijeengebracht door René Smeets, Uitg. P, Leuven, 2021, blz. 61)

In het geloof is het zoals in dit vers: wachten, ons voorbereiden, open staan voor de dingen die gaan komen, de adem inhouden...
Tot Hij aanwezig komt voor onze zintuigen (Hij is er natuurlijk altijd al, maar onze zintuigen zijn er niet altijd...) 

9 september 2024

Een oud en nieuw verhaal

Mensen die open staan ervoor ervaren dat er méér leven is dan in de ratio en dan de ratio kan bevatten. Het rationele verhaal is erg éénduidig en eenzelvig. Het is gevangen in de beperking van de rede en is blind voor wat leeft buiten de rede. 
(Felix De Boeck
©FeliXart museum)

Wat buiten de rede te beleven is, is meerzinnig en meerduidig en laat zich best benaderen in beeldspraak, in metaforen en vergelijkingen. Zelfs Jezus kon slechts spreken over wat hem echt ter harte ging in vergelijkingen en parabels. Leerstellingen zijn maaksels om de gemeenschap van vertrouwenden te begeleiden en richting te geven. Uiteindelijk gaat het altijd om het vertrouwen in een ver-nabije vreemd-vertrouwde Andere die ons wil laten leven vanuit wijsheid en niet vanuit kennis. 
De begin dit jaar overleden dichter Fernand Florizoone (1925-2024) schreef over deze menselijke drang om God te benoemen vanuit het besef dat Hij/Zij... telkens weer ontsnapt aan de wurggreep van een naamgeving. Zijn gedicht heeft dan ook de passende titel "De onnoembare". In dit vers spreekt de dichter over God in de 'hij' vorm, vanuit een gangbare mannelijke gender-identiteit, maar door de titel zelf van het gedicht relativeert hij ook als het ware deze plaats in het mannelijke kamp. De dichter heeft wel twaalf regels nodig om die titel te verklaren...

DE ONNOEMBARE

Veraf als de pleiaden
en opwaaiend in het zand

hij schildert het koolwitje
en sluiert de geliefde

in een waterbel
laat hij zich raden

hij is de zang van het veld,
vertaalt zich in wijn en brood

zijn gelaat
is het watermerk van de menigte

boordevol is zijn adem
onzegbaar zijn naam.
(uit: Mesotten, Bart, Als Jij roept in de morgen. Tweehonderd religieuze gedichten ontbolsterd. Uitg. Halewijn, Antwerpen, 2010, blz. 134)  

Die onnoembare laat zich vinden in de natuur en schepping, in de gemeenschap van gelovigen ('brood en wijn') en in de medemensen ('zijn gelaat is het watermerk van de menigte').
Voor wie openstaat is alles 'boordevol' van zijn adem.
In de schilderijen van de Brusselse schilder Felix De Boeck (1898-1995) ademt er een sfeer van sacraliteit zonder concrete figuratie. Zo past een doek van deze schilder bij deze onnoembare.

3 september 2024

Een omweg, tot 500 maal !!!

 Dit bericht is het vijfhonderdste op deze blog. 
Een moment van trots, van dankbaarheid en van bezinning...
Met deze blog wil ik mijn zoeken delen en het ont-dekken van een verhaal van vertrouwen dat gelezen kan worden in beeldende kunsten van vroeger en nu, tussen muzieknoten en in de witruimte van moderne en hedendaagse poëzie.
Ik lees deze tekenen vanuit het verhaal dat is uitgeschreven in de bibliotheek die we nu "Bijbel" noemen. Die verhalen vormen een open raam op ons leven ook anno 2024, en misschien nog actueler dan ooit. Aangezien die bibliotheek een reeks is van getuigenissen en een verslag van het zoeken hoe de relatie kan zijn tussen die dragende grond en wij, mensen, kunnen wij ons zoeken daarin terugvinden en verwoord zien. Die woorden doen iets vermoeden van het éne Woord waarin Hij die is, voor ons bereikbaar wordt.

Zeer recent las ik een vers van de jonge dichteres Aline Vera de Jonge (1989) dat verscheen in het tijdschrift Het liegend konijn (2024/1, blz. 145) en dat getiteld is 'omweg'. 
Zoals kunsten voor mij vaak een omweg zijn en een raam vormen om de vertrouwenswaardige onderstroom van het geloof te ontdekken en weer dichter in mijn leven te brengen, zo dicht de Jonge over haar omweg... en vinden we elkaar. Hij, de te vertrouwen onderstroom van ieder mensenleven, is bereikbaar langs ook de omweg van Aline Vera de Jonge, én naar ik hoop ook langs de omweg van deze blog.


OMWEG

Dit is niet dezelfde rivier
dezelfde brug en ook deze kerk
heb ik niet eerder bezocht
zonder jou.

Ik kniel in de banken
(Hamburg kerk Sankt Jakobi
augustus 2024 - eigen foto)
zonlicht snijdt kleuren door het glas
blauw de mantel
rood het hart en wit
de trillende stilte.

Het is dinsdagochtend
de dorpelingen zijn elders en ook jij
bent ver van hier.

Ik richt mijn blik omhoog
volg bogen, gewelven, speel een lijnenspel
met het zandkleurige steen, en ja
mijn handen hebben zich gevouwen.

Er kijkt altijd iemand toe
natuurlijk, maar dit gebed
is geen doen-alsof.