31 maart 2020

Een open raam : zoeken naar uitzicht : binnenstebuiten



Ramen brengen contact tussen de mens die binnen woont en zijn omgeving, zijn buitenwereld. Maar soms zijn ramen niet zo uit-nodigend, niet naar buiten gericht. Test het zelf maar uit: als het donker wordt buiten en je maakt het licht aan in je kamer. Kijk dan maar eens naar buiten en je zal vooral jezelf zien én de kamer waarin je bent. Een gesloten raam, en zeker 's avonds en 's nachts, reflecteert eerder onszelf en onze eigen levensruimte dan het uitzicht biedt op buiten.
Reflecties in ramen fascineren mij mateloos omdat ze voor de toeschouwer zo verwarrend zijn: wat is binnen, wat is buiten? Ramen bieden uitzicht maar als ze gesloten blijven kan het best een zichtbare chaos zijn waar we onszelf in verliezen. Het woord van
(binnenstad Turijn
16 juni 2019)
God kan slechts uitzicht bieden als we ons raam open zetten. Ik zie het dan zo: als we ons niet vastpinnen op wat wij menen te weten over God en geloof en over wie ikzelf ben en wie de anderen zijn. Die binnenkamerse luchten zijn niet altijd zo fris en levengevend. De ramen open smijten is nodig om verse lucht te laten binnenwaaien. Wie we ook zijn, gelovig of ongelovig, het blijft dé uitdaging om God niet vast te pinnen op een beeld dat wij van Hem maken, maar om Hem te laten binnenwaaien als een ongrijpbare levensadem en zijn Woord te horen als van een uitnodigende Andere. 

Ramen hebben we nodig in ons leven, maar we moeten ze wel open zetten. Anders kijken we alleen maar naar onszelf...

25 maart 2020

Waar men gaat langs Florentijnse wegen ...(3)

Een derde en laatste keer toon ik hier enkele Florentijnse Madonna's, gezien op 6 en 7 februari laatst. 
Laat dit ook een groet zijn aan Maria op dit feest van Maria Boodschap 25 maart.
Het citaat hierbij gaat over de figuur van Maria in de Islam, uit een artikel uit het meest recente nummer van Benedictijns Tijdschrift.






"Soera 3.42:' En toen de engelen zeiden: 'O Maryam! Waarlijk, Allah heeft jou uitgekozen, en je gereinigd en heeft jou boven alle vrouwen van de werelden uitverkoren. '
Maria wordt hier als de meest hoogstaande vrouw ter wereld geschetst. Ze is de enige bij name genoemde vrouw in de Koran."
(Marcel Poorthuis in BT 2020/1, blz. 27)



17 maart 2020

Waar men gaat langs Florentijnse wegen ... (2)

Een tweede reeks van drie foto's met Florentijnse Madonna's her en der in het straatbeeld. Zie vorige post voor de algemene inleiding.





"Veel protestantse gelovigen kunnen Maria leren zien als voorbeeld van geloof, die net als een goede buurvrouw of lieve vriendin heerlijk nabij is, vertrouwd, betrouwbaar, wij en tot zegen." (protestantse predikant ds. Herman de Vries in BT 2020/1, blz. 23)



11 maart 2020

Waar men gaat langs Florentijnse wegen...(1)

In het devotionele volkse lied 'Onze Lieve Vrouw van Vlaanderen' komt er de zinsnede: waar men gaat langs Vlaamse wegen (...) komt men u Maria tegen, staat uw beeltenis te pronk.
Maar bij een bezoek aan Firenze/Florence begin dit jaar (in pre-corona-tijden) moest ik aan dit lied denken, want op tientallen, misschien zelfs honderden plaatsen in de stad zag ik Maria-afbeeldingen in alle maten en formaten en in allerlei uitvoeringen. 
In Vlaanderen zijn de meeste verbeeldingen een Madonna met kind. In Firenze is deze Madonna met kind veelal omgeven door nog een of meerdere andere heiligen, of is er de verbeelding van een Bijbels tafereel (vooral dan de Annunciatie of boodschap van de engel Gabriël aan Maria- Lucas evangelie 1, 28-38).
Hier een kleine oogst aan Florentijnse Madonna's. Bij elk zou je kunnen stilstaan om deze verder te analyseren naar artistieke (stijl, techniek) en spirituele (type Maria, wie staat er rond, welke boodschap spreekt uit begeleidende teksten, ...) aspecten. Maar dat laat ik aan de kijker over...

In drie keer toon ik enkele foto's (coronavrij !) genomen op 6 en 7 februari laatst, en telkens geef ik ook een kort citaat uit het recente nummer van "Benedictijns Tijdschrift" (BT 2020/1) dat helemaal gaat over Maria.





"Maria overwoog alles bij zichzelf, vanaf het begin in Nazareth en Bethlehem, (...)tot op het einde. (...)Ze zag in: waartoe dient een mensenleven anders dan om te veranderen in liefde, helemaal, een liefde die even sterk  is als de dood." ( André Zegveld in BT 2020/1, blz. 4)



7 maart 2020

Een open raam : zoeken naar uitzicht : meer dan een gat in de muur.




Het spreken van God wordt door de psalmist vergeleken met het creëren van openheid, zoals ik Benoît Standaert heb aangehaald in mijn blog van 12 februari laatst.
Het beeld van een raam verwijst naar onze manier van wonen. We wonen niet meer als nomaden in tenten, maar we hebben ons ergens genesteld en een huis gebouwd. En in zo'n huis is er doorgaans minstens één raam. In de sloppenwijken overal ter wereld vinden we evenwel huizen waar géén enkel raam is, alleen een gat als én deur én raam. De beelden van de 'railway market' in Dakkah (de hoofdstad van Bangladesh) uit het programma "Reizen Waes" blijven mij bij: dat is wonen op zijn 'smalst' en mensonwaardig. ( zie link : van 6min.52 tot 10 min.15) cfr. https://www.dailymotion.com/video/x5ha2wr.


(uitzicht uit kamer in de chambre d'hôte Ombres
in Baulne-en-Brie ; 7/9/2019)
Maar terug naar onze eigen situatie: onze huizen hebben ramen (gelukkig maar). Over de functie van ramen las ik een bespreking van een boek over het werk van architecte Marie-José Van Hee door Koen Van Synghel in De Standaard van 6 januari 2020.
Van Synghel schrijft er dit: "Zoals alle huizen van Van Hee spoelt het daglicht binnen via ramen in alle maten en gewichten. Een raam is nooit alleen een gat in de muur, maar een ruimte, een plek waar je tussen binnen en buiten kunt stilstaan, bij het leven en bij de zin van het bestaan."
Een raam verbindt binnen met buiten...Zo ook hebben  Bijbelse woorden de potentie in zich om te verbinden, om onze innerlijke zintuigen aan te spreken en te openen voor die Andere die de grond en zin van ons bestaan is.  Bijbelse woorden willen ons innerlijke verbinden met de werkelijkheid van de Andere buiten ons en willen ons zo een 'heler' mens maken.
Alleen wij moeten nu willen open staan voor die Andere.

2 maart 2020

Een open raam : zoeken naar uitzicht : wortelen in het ongewisse


God, wie of wat Hij ook is, is er en Hij kan aan een mens gebeuren, als een vraag, als een onrust, als een andere manier van kijken, als een ongewisheid, als een voorgekauwd idool die behangen wordt met alle puberale oorzaken van onvrijheid...
Tot een raam opengaat en we ontdekken hoe Anders Hij is, een en al raadsel en niet een stoplap, niet een filosofisch principe.
"Op een dag komt de zon op en de ochtendwind brengt je een woord als een venster, een woord als een deur, dat de zon, de smaak van zand en woestijn, het ritme van een rivier en het ruisen van het graan, de diepte van een herinnering en ook de onrust laat binnenkomen. (...)
Op een dag is er een woord dat, een zin die je verandert en je hebt maar één zorg, dit ongehoorde en onverwachte delen, vertellen, duidelijk maken, laten resoneren. " (Marc-Alain Ouaknin, God en de kunst van het vissen, Lannoo, 2016, blz. 74-75)

Wat is het pijnlijk om te zien hoeveel mensen zichzelf opsluiten en hun ramen niet kunnen of durven opengooien. Ze weten wie ze zelf zijn, ze weten wie de anderen zijn, ze weten wie de Andere is of dat denken ze toch.  De zon en de smaak van de woestijn, de herinnering en de onrust laten ze niet binnenkomen. Als we de wetenschappers mogen geloven, dan is alles binnenkort maakbaar en beheersbaar. Als we de politici mogen geloven, dan moeten we streven naar maximale veiligheid (wat dat ook moge betekenen). Als we banken mogen geloven, dan kunnen we ons indekken voor alle risico's (als je maar genoeg geld hebt natuurlijk).
Maar God en geloof zijn geen verzekeringsproducten of pasklare handleidingen voor een gerust leven, ze willen juist de mens laten wortelen in het ongewisse. Zoals de bloem opmerkt aan de kleine prins: "De mensen? ...Je weet nooit waar je ze kunt vinden. De wind jaagt ze in het rond. Ze hebben geen wortels, dat is erg lastig voor ze." (Antoine de Saint-Exupéry, De kleine prins, hoofdstuk XVIII)
Vanuit het raam van Gods woord worden we uitgenodigd onszelf te wortelen in het ongewisse van een Liefde die zo anders is dan wat we kennen en kunnen.