29 juni 2018

Het feest van Petrus en Paulus

(El Greco De berouwvolle Petrus - website Art and the Bible)
De Kerk viert op 29 juni het feest van de apostelen Petrus en Paulus. Dank zij zijn brieven weten we een en ander over Paulus, maar Petrus blijft voor mij altijd een boeiender figuur. Eenmaal bekeerd toonde Paulus een ijver en een overtuiging die niet weersproken wil worden. Petrus daarentegen blijft voor mij vooral een mens die zoekt en zichzelf als leerling van Jezus telkens weer moet uitvinden. Iemand waarin ik mij kan herkennen.
Deze Petrus vind ik terug in een gedicht van de Italiaanse dichteres Alda Merini  (1931-2009)die dank zij de inzet van Uitgeverij P en vertaler Patrick Lateur ook voor een Nederlandstalig publiek toegankelijk is geworden.

Het volgende gedicht van Merini over Petrus  vind ik passend voedsel voor hart en geest op deze feestdag.

PETRUS

Petrus, een landman op de wateren, een man die de aarde omploegde op zoek naar vissen, die ze door de lucht zag vliegen, een zuivere van hart, een oorlogsmythe die de vrede zocht en die bij het zien van Jezus gelooft dat in zijn lichaam de enige weg ligt die kan doorlopen van hoog naar laag en van laag naar hoog.
Wanneer Petrus Jezus verloochent, doet hij dat enkel om zich te beschermen tegen de koude van zijn ellende.
Petrus heeft niemand, maar hij is de Kerk.
Petrus is een leerling, maar hij verschilt niet veel van Judas wanneer hij zijn meester verraadt.
Hij kust hem niet openlijk, maar verbergt zich.
Toch trekt Christus hem uit zijn schuilplaats en toont aan allen de zwakheid van een mens, die bang is om mens te zijn.
De kruisiging van Petrus is de dageraad van de Kerk.

(uit: Alda Merini, Canticum evangelicum, vertaald door Patrick Lateur, Leuven, 2011, blz.32)

21 juni 2018

Gods kleine teen

De bibliotheek die de Bijbel is eindigt in het boek Openbaring met een visioen van de stad van God als voltooiing van het heilsgebeuren. Daar zal er geen zon of maan meer nodig zijn omdat de glorie van God licht zal geven. De zon en haar verblindende licht is maar  klein bier vergeleken met dat licht van God. (Apocalyps 21,23)
Wat we ons daarbij moeten voorstellen is ondenkbaar. We kennen alleen iets over de zon  (en de maan) en de natuurwetenschappen hebben onze kennis over deze ster die ons dagelijks verlicht en verwarmt de laatste eeuwen gigantisch vermeerderd. Maar toch...

De dichter Hans Andreus publiceerde in 1965 een bundel met als titel "Syntropisch". Zoals hijzelf in zijn inleiding aangaf wil deze bundel een dichterlijke commentaar zijn op de recente verworvenheden van de natuur- en andere moderne wetenschappen.

De 'droge' wetenschappelijke benadering van o.a. de zon voldoet niet voor de dichter. Zijn commentaar is niet van enige humor ontbloot. Dit gedicht is dan ook een pleidooi om niet eendimensionaal te leven, maar om de gelaagdheid van de schepping waarin we leven en waar we deel van uit maken voluit te beleven.

LICHTZINNIGE SPECULATIES

Ik heb nooit veel van de zon begrepen,
zodat ik hem best wil zien
als iedere dag
de neerslag
van een vierdimensionale gebeurtenis
(eigen foto september 2011 omgeving Granville)
(en in die dimensie niet noemenswaard):

iemand staat daar maar en staart
in zijn zonlicht -
of ze haakt haar japon dicht
of er paren kevers
of een hoed rolt voor de wind uit
of iemand verzint
de laatste regel
van een zowel komische
als vierdimensionaal-kosmische
limerick - ik

heb er niets tegen, maar wil
het ook wel religieuzer:

God kromt op dat plan
zijn eindeloze kleine teen,
de rechter,
de linker doet het veel slechter.
(uit: Verzamelde gedichten, Amsterdam, 1985, blz. 652)



11 juni 2018

Licht

In de voorbije weken las ik de verzamelde gedichten van de Nederlandse dichter Remco Campert, verschenen bij De Bezige Bij (2015) onder de titel: Dichter. Bij momenten raakte Campert mij heel diep en soms zelfs spiritueel.

Zo is er het gedicht Morgen (blz. 628) dat een ode is aan het licht en een lied vol hoop. Het licht is voor de dichter evenwel een Januskop: er zijn aangename associaties en er zijn kwade associaties. Licht is een van die oerbeelden zoals ook water, vuur, bergen,... en deze oerbeelden zijn allemaal heel dubbelzinnig van aard. De kwade kanten verwijzen bij Remco Campert heel vaak naar Wereldoorlog II en het leven onder de Duitse bezetting. Die bezetter heeft zijn vader gevangen genomen en gedood, en als tiener heeft dit een levenslange stempel op Remco gedrukt.

Maar bij het lezen van dit gedicht begint er in mij als christen van alles mee te resoneren bij de beelden van het goede licht.
Er is eerst en vooral het herhaalde aanzeggen van het licht, dat mij doet denken aan Jezus die zichzelf in het evangelie van Johannes (8,12) benoemt als het licht der wereld.
En er is de herhaalde aanzegging van een nieuwe morgen, wat mij doet denken aan die eerste Paasmorgen als belofte van Godswege dat ook eenmaal elke mens die open staat voor het mysterie van Jezus zo'n Paasmorgen zal mogen beleven.

(paasvuur tijdens paaswake
bij zusters Trappistinnen van Brecht
-afbeelding gevonden op hun website
www.abdijnazareth.be)
En u als lezer kan er wellicht nog andere lijnen mee verknopen.

MORGEN

Morgen is het licht
licht als dit papier licht als de Zeppelin
op een oude ansichtkaart die ik vond

morgen is het licht
vraag niet waarom want morgen is het licht
licht als kindervingers licht als een scheldwoord

morgen is het licht
licht als mensen soms sterven
licht als hun ogen hun gefluisterd woord

morgen is het licht
licht als brood licht als brandende huizen
vraag het de mensen zij zullen zeggen

morgen is het licht
licht als het zonlicht in het water
licht als het maanlicht op de velden

licht als het licht in de morgen
is het licht

Hoor jij ook Jezus zeggen:
vraag niet waarom want morgen is het licht,
 want morgen ben Ik jouw licht?

6 juni 2018

God dichten tot Hij openbreekt -8-

In de bloemlezing "Van God Los. Gedichten over geloof en ongeloof"  (Tielt, 2011) staat een gedicht van de Poolse dichter Tadeusz Rozewicz (blz. 150) dat vertrekt vanuit het evangelieverhaal uit Johannes (hoofdstuk 8,3-11). Joodse religieuze leiders brengen een vrouw bij Jezus die op overspel is betrapt en dus volgens de wet gestenigd zou moeten worden.  "Maar Jezus heeft zich naar beneden gebukt en is met zijn vinger gaan schrijven in de aarde."(Joh. 8, 6). Hij nodigt wie zonder zonde is uit om de vrouw te stenigen.
In een vorige blogpost(1 mei laatst) werd dit verhaal visueel geactualiseerd door de glamour fotograaf David LaChapelle, maar hier vult de dichter Tadeusz Rozewicz het verhaal op zijn manier in. Hij heeft het over de kleingelovigheid van mensen, vroeger en nu.
Een vers als een spiegel: waar sta ik in dat verhaal? Is het grootste wonder niet juist om samen te leven als en met gewonde broze mensen zonder elkaar nog meer te kwetsen?

EEN ONBEKENDE BRIEF
                                                                                      
(prent van Bruegel, hier schrijft Jezus neer:
wie zonder zonde is...)

Maar Jezus bukte
en schreef met een vinger op de grond
daarna bukte hij opnieuw
en schreef in het zand

Moeder ze zijn zo onnozel
en simpel dat ik wonderen moet
verrichten ik doe zulke belachelijke
en overbodige dingen
maar jij snapt het
en vergeeft je zoon
ik verander water in wijn
laat de doden herrijzen
loop over zee

zij zijn als kinderen
voortdurend moet je ze
iets nieuws laten zien

Toen zij nader tot hem kwamen
ging hij ervoor staan en wiste
de letters
tot in de eeuwen der eeuwen

2 juni 2018

Evangelist Borges - een leeswijzer-

Van tijd tot tijd geef ik hier een aforisme van de Argentijnse schrijver J. Borges. Zijn reeks korte gezegden noemt hijzelf 'fragmenten van een apocrief evangelie'.
Hij borduurt voort op evangelieteksten die hij heeft gelezen en overdacht. Wie een beetje vertrouwd is met de Schriften zal bij elk fragment van Borges onmiddellijk een verband kunnen leggen met deze of gene evangelietekst.
Voor mij is die creatieve omgang een mooie basis ter meditatie. In het poëtische verwerken van het evangelie door Borges klinkt voor mij ook iets door van het Woord Gods. Deze aforismen confronteren mij met mijzelf en met mijn interpretatie van bepaalde evangeliefragmenten.

"De oude teksten noemen deze inwendige confrontatie tussen Woord en hart, de meditatio, niet meditatie - overweging in onze meer rationele zin van het woord, maar in de primitieve betekenis van een voortdurend herhalen, een geduldig prevelen van dezelfde woorden. Cassianus noemt dit de volutatio cordis (Collationes10,13), het wiegen van het hart dat op en neer gaat als een schip, zwalpend op de deining van de Geest, en zo het Woord van God in zich heen en weer rolt en wentelt om het zich langzaam eigen te maken. In de middeleeuwen gebruikte men daarvoor een onverwacht maar zeer suggestief beeld ruminari: het kauwen van het Woord. ...Het beeld is een beetje rauw, maar toch zeer duidelijk: het spreekt van rust, van helemaal in beslag genomen zijn, geduldig verwerken."
De gewezen abt André Louf geeft hier in zijn nog altijd zeer waardevol boek "Heer, lees ons bidden" (Tielt, 1973, blz. 75-76) weer hoe ik deze aforismen van Borges probeer te benaderen. Ook u, lezer, wil ik bij deze uitnodigen al mediterend jezelf via Borges te plaatsen voor het Woord van God.
En deze meditatio wil een voorspel zijn op het gebed. Daarom waarschuwt Dom Louf iets verder heel terecht: "We moeten hier natuurlijk weer goed opletten, dat we niet afwijken tot een intellectuele analyse van een of andere waarheid betreffende God." (ibidem, blz. 76).
Deze fragmenten kunnen ons hart voeden, wat heel iets anders is dan het voeden van het verstand. Het blijven natuurlijk 'apocriefe teksten' zoals Borges ze zelf noemt, bijwoorden die het Woord proberen te benaderen, toe te lichten, te actualiseren, te verinnerlijken.
Daarom wil ik op deze blog zuiver de tekst geven zonder mijn associaties erbij. Zo heeft elke lezer de vrijheid om zijn verbanden te leggen en niet te snel in de val van een zuiver rationele, intellectuele analyserende benadering te trappen.