27 mei 2021

Begeesterd zijn anno nu?

 Leven met en vanuit de Geest in deze dagen: wat betekent dat? Er zijn vele mogelijke antwoorden en verhalen en betogen bij deze vraag te bedenken.
Hier een kort zingend antwoord met Stef Bos die inspeelt op een klassiek Pinksterlied 'Geest van hierboven'.
Om onszelf even te spiegelen in dit lied...


23 mei 2021

Pinksteren 2021

 In muziek en in beeld vieren we hier het feest van Pinksteren.
We kunnen luisteren naar het openingskoor van de cantate BWV 172 van Johan Sebastian Bach, cantate geschreven voor het Pinksterfeest in 1714 in Weimar.


                   .
Daarbij kunnen we het mooie triptiek bewonderen van de Vlaamse schilder Bernard de Rijckere (1587) te bewonderen in de Kortrijkse Sint-Maartenskerk, met centraal de verbeelding van het pinksterverhaal, links de schepping van Adam en rechts de doop van Jezus door Johannes in de Jordaan.

(©vlaamsemeestersinsitu.be)



19 mei 2021

Zingen voor een nieuwe geest

 De oecumenische gemeenschap van Taizé heeft een eigen hedendaagse hertaling gezocht voor de klassieke liturgie met onder anderen meerdere repetitieve gezangen met een eenvoudig refrein.
De Franse componist Jacques Bertier schreef een eenvoudige melodie bij een litaniegebed waarin de Heilige Geest wordt aanroepen. In een vorige blog kon je kennis maken met het eeuwenoude gebed "Veni Sancte Spiritus" gezongen op gregoriaanse wijze.
Hier kan je een virtuele samenzang meebeleven, meezingen en meebidden van de Taizé-versie zoals die vorig jaar in de eerste internationale lockdown werd opgenomen. Jongeren uit 36 landen zingen en musiceren mee en getuigen zo van hun geloof.



 

15 mei 2021

Hopen op een nieuwe geest

 Nu de beleving van de pandemie door de duur én door de stijgende graad van vaccinatie een nieuwe fase ingaat, vragen velen zich af hoe we verder moeten als grote mensenfamilie. Moet het 'nieuwe' normaal vooral zo veel mogelijk gelijken op het vroegere normaal of moet er niet echt een andere, vernieuwende geest waaien door onze hoofden en harten?  
De kerk bidt in deze dagen om de komst van de heilige Geest. Dat bidden krijgt een bijzondere diepgang tegen de achtergrond van onze actualiteit met de pandemie, de klimaatcrisis, de vluchtelingen-stromen, de groeiende kloof tussen wie heeft en wie niet heeft. Moeten we niet én bidden én ons inzetten voor het vernieuwen van onze gedachten en gevoelens, van onze engagementen en overtuigingen? 
Hierbij een gregoriaanse versie van het klassieke gebed "Veni Sancte Spiritus" (kom Heilige Geest) dat in deze dagen tussen O.L.Heer Hemelvaart en Pinksteren wereldwijd wordt gebeden.
Een oude melodie en een oude tekst maar met een grote actualiteitswaarde.
Onder de Latijnse tekstband kan je ook een Engelse vertaling lezen.



13 mei 2021

Het Lied der Liederen ...een Paaslied? - 6 -

 Deze reeks berichten over het Hooglied wil ik afsluiten op dit feest van Onze-Lieve-Heer-Hemelvaart met een zeer instructieve én overzichtelijke video over het bijbelboek Hooglied. 
In juist 7 minuten worden verschillende aspecten van dit boek behandeld : structuur, betekenis, interpretatie, ontstaan, waarom in de Bijbel?... 
De toelichting blijft vastkleven aan de man-vrouw-relatie terwijl Thomas Möhlmann in zijn versie zich losleest van zo'n strikte interpretatie zoals ook activistische en feministische bijbellezers dat doen. De slotconclusie van de video blijft wel helemaal overeind: liefde is als een vuur dat kan verwarmen maar ook kan verwoesten. Liefde zoals in het Hooglied bezongen, wil leven vanuit en naar de hoop toe dat een liefdevolle relatie (van welke aard ook) kan uitgroeien boven zelfzucht omdat elke liefde iets laat proeven van die ene grote bron die leven vindt in de ander/Ander omwille van diens andersheid. Want we kunnen niet zonder de ander/Ander.


Bij dit laatste bericht in deze reeks verwijs ik ook graag naar een bericht gepost op deze blog op 8 februari 2018, waarin een deel van de soundtrack van de film "Youth" van Paolo Sorrentino teruggaat op het Hooglied, met interessante bedenkingen van componist David Lang.
Als conclusie bij deze kleine reeks zien we dat dit lied der Liederen een inspiratiebron blijft tot op vandaag voor gelovigen en voor kunstenaars allerhande.  Het is goed om deze diversiteit te ontdekken en te verkennen.  Hoe anders we zijn en zien en toch ook hoe eender we zijn in ons zoeken naar liefde en vreugde.  Een onstilbare hunkering naar de Ander waarover het Hooglied ons woorden aanreikt. 

9 mei 2021

Het Lied der Liederen... een Paaslied? - 5 -

 De Joodse traditie wilt dat het Lied der Liederen of beter gekend als het Hooglied wordt voorgelezen in de Paasweek. 
In vorige berichten maakte ik melding van een gedichtenreeks van Thomas Möhlmann geïnspireerd op de acht hoofdstukken van het Hooglied. Nu wil ik je nog laten kennismaken met een bewerking van een aantal passages uit het Hooglied door dichter Judith Herzberg. Deze bewerking kwam er in opdracht van het IKOR voor een kindertelevisieprogramma en werd in november 1971 uitgegeven door Uitgeverij De Harmonie.
Hieronder kan je lezen hoe Herzberg het hoofdstuk 3, verzen 1 tot 5 heeft herwerkt. Wie een klassieke bijbelvertaling ernaast legt zal zien dat zij heel dicht bij de tekst blijft. 
Dan kan je nog eens terugkijken naar het gedicht van Möhlmann (zie deze blog 27 april 2021) vanuit hetzelfde hoofdstuk.

Slaap is geen slapen meer
sinds ik met jou sliep, lief.
's Nachts als ik wakker werd
verlangde ik naar hem
naar wie ik zo verlang.
(Marc Chagall
Het blauwe landschap
1949))

Daarom maar opgestaan
en maar wat rond gaan lopen
in de stad. De straten door
en hopen dat ik mijn liefste
vinden zou die ik wou dat er was
maar die ik nergens zag.

De wacht, die in de stad
de ronde doet, heb ik ontmoet.
Heb jij mijn liefste niet gezien?

Net was ik daar weer weg
toen zag ik hem van wie
ik hou - omhelsde hem
en liet hem niet meer los.

Ik nam hem mee naar huis -
of naar mijn moeders huis,
tot in de kamer waar ik geboren ben.

Ik zeg jullie met klem
Jerusalemse meisjes :
zet niet tot liefde aan
laat haar vanzelf ontstaan.
(uit: Judith Herzberg, 27 liefdesliedjes, Uitg. De Harmonie, Amsterdam, september 1986 [zevende druk], blz. 19)

3 mei 2021

Het Lied der Liederen ... een Paaslied? - 4 -

 Ik wil hier, zoals in vorige bericht, nog een gedicht meegeven van de Nederlandse dichter Thomas Möhlmann, gelezen in het laatste nummer van poëzietijdschrift Het Liegend Konijn (2021/1, blz.233) en ondertussen ook te lezen in de pas uitgegeven nieuwste bundel van Möhlmann "Dankbaar lichaam" (uitgeverij Prometheus, 2021).
De dichter liet zich in onderstaand gedicht vrijelijk inspireren door het hoofdstuk 4 van het Hooglied.

In het hoofdstuk 4 van het  Bijbelse Hooglied kan je drie episodes onderscheiden. Eerst wordt de vriendin van de zanger, de aanstaande bruid, uitvoerig beschreven in al haar lichamelijke schoonheid - haar ogen, haar, borsten, tanden, lippen, hals-   (verzen 1 tot 7) met als ultieme besluit: er is geen vlekje mis aan jou. In de tweede episode (verzen 8 tot 11) blijft de zanger herhalen dat zij zijn hart heeft gestolen en smeekt haar om haar verblijfplaats in de bergen te verlaten en af te dalen naar hem. In het derde deel (verzen 12 tot 16) noemt de zanger zijn bruid een omsloten hofje vol met de meest geurige bloemen en kruiden en hij vraagt de wind om die besloten tuin open te waaien zodat de geliefden elkaar zouden ontmoeten en hun liefde ten volle beleven.
Möhlmann bouwt zijn gedicht ook op in drie delen, deel 1 telt acht verzen, deel 2 zeven verzen en deel 3 twee. Er is telkens een ik-persoon aan het woord, zonder dat het echt duidelijk is wie juist spreekt. Vanuit de titel van het gedicht zou je de stemmen van bruid en bruidegom beurtelings kunnen horen. Maar laat ons eerst lezen hoe Möhlmann hoofdstuk 4 van het Hooglied herschrijft.

4  BRUIDEGOM  EN  BRUID

Ik kan je niets meer dan wat je al bezit beloven,
ik kan niet in je ogen kijken zonder te verdwalen,
ben langs alle kruiden in mijn tuin gegaan, ik hou
ervan alleen te zijn met alle geuren in mijn tuin, ik
hou ervan alleen te zijn, maar niets ruikt fijner dan
jouw hals, je pols, je sleutelbeen, alles lijkt ineens
zo kaal, zo schraal, en zo ver heen, zonder bron,
zonder de huid van je onderarm waaruit je zweet.

Ik kan je niets beloven, maar ik weet waar als eerste
de bloesem zich uit de knoppen dringt, waar de bijen
vergaderen, ik wil blijkbaar met je doen wat de lente
met de kersenbomen doet. Ik heb wijn gedronken
en gekotst, ik heb met honing aangelengde melk
gedronken en gekotst, ik heb achter je oorschelp
geroken en weet nog steeds niet wie of waar ik ben:

ik kan je niets meer dan wat je al bezit beloven,
ik heb je behalve mezelf niets meer te bieden.

De verschillende elementen uit het Bijbelse Hooglied worden ook door Möhlmann aangereikt: het bezingen van de lichamelijke schoonheid, de beschermende tuin met zijn bedwelmende geuren en het het verlangen naar de geliefde. Maar bij Möhlmann zijn er enkele
(Middeleeuws miniatuur)

verschillen die mij bijzonder opvallen. 
Er is eerst de vermelding, tot twee keer toe, dat de ik gekotst heeft... Het is wellicht niet uit overdaad, want ook bij het drinken van melk moet de ik braken. Het lijkt een soort intense spanning die zich lichamelijk moet ontladen. De ik is als het ware ziek van verlangen. 
Daarnaast is de beschrijving van de beminde bij Möhlmann genderneutraal: geen verwijzing naar borsten of lange haren ! Het kan zowel betrekking hebben op een man als op een vrouw.  
Een ander verschil in vergelijking met de Bijbelse brontekst is dat in het hoofdstuk 4 geen sprake is van een bruiloft. Bij Möhlmann is de titel onmiddellijk duidelijk: bruidegom en bruid. Bij een bruiloft draait alles rond de belofte van trouw tussen twee mensen met implicaties voor het verdere leven én materieel én financieel én wat levenswijze betreft. Er begint een nieuw leven voor de betrokkenen zelf en voor hun positie in de samenleving. Het laatste vers in vorig gedicht maakte daar allusie op (zie vorige bericht op deze blog). Maar de ik herhaalt  hier alsmaar dat ie niets meer kan beloven dat wat de partner al bezit. Als je een ander liefhebt behoor je die al toe, want liefde is het centrum van je leven leggen in het bestaan van de geliefde. Trouwen is dan jezelf aan je geliefde geven...Het klinkt bij Mölmann bijna verontschuldigend: ik heb niets bijzonders te bieden. 
Dat brengt mij bij de Joods-christelijke lezing van het Hooglied als een liefdeslied over God en de gelovige. 
Het Hooglied zwelgt in het verlangen naar eenwording en samenzijn en de gelovige herkent zichzelf als 'verlangend naar een uitblijvende kus' zoals ik onlangs ergens las. God ontmoeten in zijn mysterie : daar kunnen we alleen maar naar verlangen, maar dat verlangen zelf is het kloppende hart van ons geloof. Waar het hoofdstuk 4 in de Bijbel een en al smachten is naar de afwezige geliefde, suggereert Möhlmann hier een bruiloft én toch ook niet. Hij roept een ervaring op die iets paradoxaal heeft:  een aanwezige afwezigheid of afwezige aanwezigheid van de beide geliefden. 
En juist deze paradox vormt het hart van elke relatie, of het nu tussen mensen onderling gaat of tussen mens en God. 
P.S. : verlangen naar nabijheid en knuffels en kussen is in deze covid-19 tijden zo herkenbaar. Misschien helpt dit Hooglied ons deze tijd bewuster te doorleven.