30 mei 2019

Op zoek naar ons ingeboren verlangen: Rothko


De Amerikaanse schilder Mark Rothko(1903-1970) wilde met zijn abstracte schilderijen een spirituele ervaring aanbieden,  zoals hijzelf zei: 'a sacred experience'. In de herfst en winter van 2014-2015 was er in Den Haag een grote overzichtstentoonstelling en bij die gelegenheid schreef de Nederlandse essayist en schrijver Joost Zwagerman een uitvoerig essay over Rothko, opgenomen in de bundel "De stilte van het licht. Schoonheid en onbehagen in de kunst." (De Arbeiderspers, Amsterdam, 2015).
[Zwagerman verwijst in zijn essay naar een krantenartikel van Henk van Os en naar twee gedichten van de Amerikaanse dichter John Taggart.]
Lees je even mee met Zwagerman (a.w., blz. 87-88)?

"Nog maar een keer die saillante woorden van Henk van Os over het aanschouwen en beleven van het werk van Rothko: 'ontkomen aan jezelf in sublieme rust.' Met woorden als uit een eenvoudig liedje vertolkt Taggart die ontkomen aan jezelf: 'I have moved away all the way away / from those rooms in this black room.'  

(Mural for End Wall (Untiteld) , 1959)

'Those rooms' staan voor alle plekken, binnens- en buitenshuis, waar men altijd 'aanwezig' is of dient te zijn, en waar het 'ontkomen aan jezelf' onmogelijk, onwenselijk en misschien zelfs onoorbaar is. Voor het uiterst intieme en zelden aan derden in woorden over te brengen 'ontkomen aan jezelf' bieden de monochromen van Rothko een mogelijkheid. 'Movement of transparancy' noemt Taggart op weer een andere plaats in 'The Rothko Chapel Poem' die inwaartse zelfverdwijning. Mark Rothko las de werken van Sint-Johannes van het Kruis, in het bijzonder zijn 'Geestelijk Hooglied'. In dit 'Geestelijk Hooglied' schreef Sint-Johannes van het Kruis: 'Wie iets moet zoeken dat verborgen is, moet in het verborgene doordringen tot de verborgen plaats waar het zich bevindt. Als hij het dan vindt, is hij even verborgen als dat ding.'
(eigen foto Gemeentemuseum  Den Haag
14 november 2014)
Sint-Johannes van het Kruis schreef eveneens: 'Leren leven is de ruimte durven betreden die God verlaten heeft'. Misschien betrad Rothko in en door zijn werk die door God verlaten ruimte. Zijn schilderijen tonen de lege ruimtes die overblijven nadat ze door God verlaten zijn.
God uit zichzelf in het harde feit dat Hij een alomtegenwoordige afwezigheid is - zo zou je het godsbesef van Sint-Johannes van het Kruis en Meister Eckhart ultrakort kunnen typeren. Nog korter gezegd: verschijnen is verdwijnen. Dàt is wat er ook in de werken van Rothko gebeurt. Iets onthult zichzelf - om vrijwel tegelijkertijd in zichzelf te verdwijnen."

Hoe we al kijkend naar de schilderijen van Rothko ons ingeboren verlangen op het spoor komen...
Het kerkelijke feest van de Hemelvaart van Christus is het feest van God die onze wereld verlaat. En Rothko en Zwagerman bieden stof tot bezinning op deze feestdag. Ze laten ons bezinnen over hoe we de ruimte kunnen betreden die God verlaten heeft.

24 mei 2019

Aandacht, aandacht ... -2-

Ik wil nog even verder op ontdekking aan de hand van Damon Young en zijn boek: "Afgeleid" (Ten Have, 2014, in e-book versie gelezen). In de eerste hoofdstukken schetst deze Australische filosoof hoe we afleidingen vinden in het werk en in de groeiende invloed van allerlei technologie op ons leven. Hij is er wel van overtuigd dat wij als mensen in staat zijn de grenzen van de technologie te bepalen. We moeten dan goed naar onszelf luisteren en van daaruit weloverwogen de waarden kiezen die de inspiratie, motivatie en rechtvaardiging vormen voor ons leven (cfr. Afgeleid, blz. 72).
Na uitvoerig stil gestaan te hebben bij de politiek en ons vermogen om daar onze vrijheid op te zoeken, komt hij bij een andere belangrijke manier om waarde te ontdekken en te creëren in ons leven, nl. omgaan met kunst. Hij houdt een met redenen omkleed pleidooi voor kunst als kans om aan afleidingen te ontsnappen.
Kunst biedt volgens Young een dubbele blik op de werkelijkheid: ze biedt één oog op wat er was en is en ze biedt één oog op wat zou kunnen of moeten zijn. De waarde van de kunst is het om onze menselijke beleving te verbreden en verdiepen zodat deze gevarieerde ontmoetingen tot stand brengt met onszelf en met de wereld (cfr. blz. 113-115).
Even later gaat Young op tocht met de Franse schrijver Marcel Proust, die ergens in zijn grote werk "A la recherche du temps perdu" een ontmoeting beschrijft met een zekere schilder Elstir. Hierover zegt Young hoe deze Elstir een gotische kathedraal benaderde als een uitnodiging om met al je zintuigen en verbeeldingskracht aandacht te schenken. Er kan een wisselwerking ontstaan. De impuls van de verbeelding activeert de geest terwijl de impuls van de gewaarwording de geest ontvankelijk maakt. Ons verstand biedt dan plaats aan beide impulsen. Kunst waarderen, dus de waarde ervan laten doordringen in ons hart en bestaan, vraagt om de juiste aandacht op te brengen.
(Jawlensky: De weg. Moeder
van alle variaties. 1914)
De Russisch-Duitse expressionistische schilder Alexej von Jawlensky schilderde in zijn ballingsoord in Zwitserland meermaals het landschap dat hij zag vanuit zijn werkkamertje. Vanuit zijn voortdurende aandacht voor zijn eigen gemoed én voor het landschap zelf ontstond er een hele serie van variaties op dit landschap. Kijken naar deze variaties brengt een aandachtige toeschouwer dichter bij de schilder én dichter bij zijn eigen hart. Probeer het zelf maar eens...
(Jawlensky: Variatie. Lente. 1916)















Is het dat ook niet dat Jezus vraagt in onze omgang met onszelf, met andere mensen en met God? De juiste aandacht opbrengen: een opgave van alledag.

PS: over Jawlensky en de invloed van zijn ballingschap op zijn kunstenaarsschap zie mijn artikel in het tijdschrift "De Kovel" nr;57, maart 2019.

19 mei 2019

Aandacht, aandacht...-1-

De Australische filosoof Damon Young schreef een boekje in 2008, vertaald in 2014 bij Ten Have over een boeiend en actueel onderwerp waar iedere mens die enigszins bewust wil leven mee wordt geconfronteerd: "Afgeleid"  dus over afleiding en aandacht.
Zijn inleidende beschouwingen in het eerste hoofdstuk zijn voor mij meteen een schot in de roos. Zijn bedenkingen verdienen niet alleen onze aandacht, maar boven alles verdienen ze dat wij deze in ons dagdagelijkse leven proberen om te zetten tot een bepaald gedrag.
Zijn gedachtegang probeer ik hier kort weer te geven.

Wij ervaren allemaal elke dag opnieuw dat onze aandacht schaars is. Afleiding of in het Engels 'distraction' heeft zijn wortels in het Latijnse 'distractio' wat zoveel betekent als: het uit elkaar trekken. Afgeleid worden is dan weggetrokken worden van wat de moeite waard is en dus impliceert deze term 'afleiding' dat we onze tijd en onze inzet verspillen aan iets waar we minder waarde aan hechten.
(Alexej von Jawlensky: Einsamkeit 1912)

Zo komen we aan een tweede vraag: wat is voor ons waardevol? Het Engelse woord 'value'  (waarde) heeft zijn oorsprong in het Latijnse 'valere' wat volgens mijn oude woordenboek Latijn-Nederlands van A.Geerebaert (mijn editie is gedrukt in 1940) betekent: sterk zijn, gezond zijn en overdrachtelijk: van betekenis zijn, in staat zijn tot iets. Het begrip 'waardevol' is vanuit zijn etymologie niet zomaar gelijk te stellen aan een economische of financiële waarde.Denken we even aan ons eigen leven. Als we iets waardevols beleven, geeft dat ons onafhankelijkheid, vrijheid en nieuwe energie. Wie heeft niet ooit zoiets ervaren na het meemaken van een mooi concert of optreden of opera, of na het zien van een bijzonder kunstwerk of tentoonstelling of na een hartelijk open gesprek. We kunnen daarover nog dagen of weken vertellen met enthousiasme en telkens weer voelt het goed aan van binnen.

Young stelt nu dat we afgeleid worden om te zoeken en te ontdekken wat onze aandacht werkelijk verdient en dat op zowat alle domeinen van het leven: werk, politiek, kunst, vrije tijd, relaties, sociale inzet, omgang met technologie.

Ik herken mij hier zeker in...jij misschien ook.
Ik hoor hier meeklinken Jezus in de bergrede: waar je schat is, zal ook je hart zijn (Matt.6, 21; Lucas 12,34)

12 mei 2019

Meimaand Mariamaand

Traditioneel is voor de katholieken de maand mei de Mariamaand en de tweede zondag van deze maand vieren we in onze streken het feest van de moeders.
Een mooie aanleiding om even stil te staan bij de figuur van Maria. We kijken naar het eerste moment dat Maria ten tonele verschijnt in de bijbel, nl. met het bezoek van de engel en zijn aankondiging dat zij zwanger zal worden.
In het laatste nummer van de Poëziekrant van 2017(jg. 41, nr.6, blz.49) las ik een mooi gedicht van de jonge dichteres Laura Tack. Als hedendaagse vrouw speelt de dichteres met de artistieke  conventies  van dit evangelieverhaal van Lucas (1,26-38).
De engel wordt hier een zeer lichamelijke aanwezigheid (handdruk, die een kus verbergt; blozende wangen uitwaaierende aderen). Tegenover hem een sterk Maria-personage: een vrouw die zich niet zomaar laat overweldigen. Maria aarzelt of ze zich kan overgeven aan dat 'geheimschrift van een toekomst'. Ze probeert 'de lege plek in de kamer' weg te lezen. Maria wordt zo een vrouw die innerlijk en onderhuids vecht met de engel en wat hij aanzegt.

DE AANKONDIGING
                                                                            Your lips
                                                                            My lips
                                                                            Apocalypse
                                                                uit het nummer 'Apocalypse'
                                                                van Cigarettes After Sex
Verwoed lees ik de lege plek weg in de kamer.
Ik merk niet hoe de zon spilzuchtig haar warmte
naar binnen laat stromen, zoals ik niet opmerk
hoe jij de ruimte betreedt.

Je komst kondigt zich aan als een knielende engel.

Je geeft me geen lelie. Je drukt me de hand
die een kus verbergt. Gevederd springt je klapwiekende
blik naar mijn gezicht.

In de uitwaaierende aderen onder je blozende wangen
lees ik het geheimschrift van een toekomst die ik
ontwijk en ik kijk langs je hemelse schouderbladen heen.

Omkranst door het raam poogt een gemeen jongetje
buiten een vlinder te vangen.

Het moment ontspant zich. Je gaat zitten.
Vleugellam slaan je ogen neer. Je lichaam aarzelt of het kan blijven.


En daarbij toon ik nog een moderne picturale uitbeelding van de aankondiging, nl. een schilderij gemaakt in 1911 door de Oostenrijker Oskar Kokoschka (1886-1980). Ook hier valt de heel lichamelijke, vleselijke engel meteen op: niets zweverigs, niets ijls of esoterisch.



4 mei 2019

Op zoek naar ons ingeboren verlangen: ons schitterend gebrek aan kennis



Er is meer in de mens dan hij zelf kan bedenken: deze ervaring overkomt vele mensen, Godgelovig of niet. Zelfs bekende filosofen en wetenschappers getuigen van hun verwondering over de ondoorgrondelijkheid van de (menselijke) natuur. Karen Armstrong, de bekende religiewetenschapper, brengt enkele getuigenissen samen in haar boek "Compassie", wanneer ze haar zevende stap naar compassie beschrijft en toelicht over het besef van onze beperkte kennis.
Ik citeer hier uitvoerig uit (De Bezige Bij, Amsterdam, 2011, blz. 137-138).

"De filosoof Karl Popper (1902-1994) merkte op: 'We weten helemaal niets.' Hij meende dat dit de belangrijkste filosofische waarheid is die er bestaat. Maar hij was volstrekt niet terneergeslagen door zijn gebrek aan kennis. Integendeel, hij genoot ervan: 'Een van de vele grote bronnen van geluk is dat we hier en daar een glimp opvangen van een nieuw aspect van de ongelooflijke wereld waarin we leven en van de ongelooflijke rol die wij daarin vervullen.' Albert Einstein (1975-1955) ervoer een mystieke verwondering als hij over het universum nadacht. 'Te weten dat iets wat voor ons
(Albert Einstein)
ondoorgrondelijk is werkelijk bestaat, en zich aan ons manifesteert als de hoogste wijsheid en de schitterendste schoonheid die onze botte vermogens alleen in hun primitiefste vormen kunnen bevatten - die kennis, dat gevoel rust in het middelpunt van alle ware religiositeit. In die zin, en ook alleen in die zin, ben ik een vroom religieus mens'

Hij was ervan overtuigd dat 'iemand die deze emotie niet ken (...) zo goed als dood is. Albert Schweitzer zou het met hem eens zijn. Terugkijkend op zijn leven, zag hij in dat hij zich steeds had laten leiden door het 'besef dat de wereld een onverklaarbaar mysterie is'.
Het grootste inzicht van de religies is geweest dat de kern van iedere man en iedere vrouw buiten ons bevattingsvermogen valt en transcendent is. Hier ontdekken we nirwana, Brahma en wat de in Duitsland geboren protestantse theoloog Paul Tillich (1886-1965) de zin van het bestaan noemde. We vinden het hemelse rijk binnen in ons en ontdekken dat Allah dichter bij ons is dan onze halsslagader. De humanisten van de renaissance ontwikkelden een diep respect voor het wonder van de mens, en hun visie is prachtig verwoord door Shakespeare (1564-1616), die de tragische held Hamlet laat
(Shakespeare)
uitroepen: 'Wat een meesterwerk is de mens, hoe edel door de rede, hoe onbegrensd in zijn vermogens, in gestalte en beweging hoe doelmatig en wonderbaar, in houding hoe gelijk aan een engel, in begrip hoe gelijk aan een god; het sieraad van de wereld, het toonbeeld voor al wat leeft.' "


Popper, Einstein, Schweitzer, Shakespeare, Tillich: een rij getuigen vanuit een verschillende tijd en een verschillende achtergrond, maar allemaal geven ze aan dat de mens een wonder is dat nooit helemaal door onze botte vermogens zal gekend worden. De kern van die ondoorgrondelijkheid ligt in de mens zelf...We mogen altijd verlangen om dieper door te dringen in dat wonder terwijl tegelijk beseffen dat we helemaal niets weten. Met Popper mogen we daarin een van de grote bronnen ontdekken van ons geluk.