29 november 2020

Wakker worden (1e zondag advent)

 Wakker worden, dat is de oproep bij het begin van de advent, die tijd van toeleven naar het Kerstgebeuren. Wakker worden, ons niet laten in slaap sussen door wat we reeds (denken) bereikt (te) hebben, door onze rijkdom en onze zekerheden. Het is dan ook een passende periode voor de actie Welzijnszorg die de aandacht wil gaandehouden voor de noden in onze eigen Vlaamse gemeenschap, noden die nu nog schrijnender zijn door de pandemie. Dit jaar focust de actie op het tekort aan betaalbare woningen op de Vlaamse en Brusselse woningmarkt. Nog onlangs las ik hoe Ive Marx (hoogleraar economie aan UAntwerpen) aanklaagt dat het armoedeprobleem in ons land veel te weinig aandacht krijgt bij de beleidmakers. "Wat zeker is, is dat we een armoedeprobleem van enige omvang hebben. De cijfers zijn al vaak genoeg herhaald, maar ofwel dringen ze niet door, ofwel zijn we onverschilliger dan we graag van onszelf denken. Iedereen weet ondertussen wel dat elk jaar zowat 1,7 miljoen Belgen geld tekortkomen voor een menswaardig bestaan."(De Standaard, 17/11/2020).
In de evangelielezing uit Marcus (13, 33-37) horen we Jezus tot drie maal toe zeggen: weest waakzaam. Tot drie maal toe, bijbels om te zeggen: deze oproep kan je niet ontkomen, deze oproep is dringend!

Deze oproep om wakker te worden en ons niet in onze cocon op te sluiten is muzikaal o.a. verklankt door de grote musicus Johan Sebastian Bach (1685-1750). Hij had voor de dienst van 25 november 1731 in Leipzig de cantate "Wachet auf, ruft uns die Stimme" (BWV 140) ( Ontwaak, roept ons de stem toe) geschreven. Later maakte hij een transcriptie voor orgel als koraal  BWV 645 met dezelfde titel als de broncantate.


25 november 2020

Baarmoederlijkheid

 Naar aanleiding van een concert met muziek van Arvo Pärt zocht Sofie Taes in De Standaard Weekblad (19/09/2020-blz. 9 en 10)) naar de redenen voor het wereldwijde succes van deze componist. Ze liet allerlei specialisten aan het woord  zoals een muziekwetenschapper, enkele zangers, een dirigent, een koorleider, een muziekpsycholoog en zelfs een psychoanalist. 

(©Babybites)

De dirigent Philippe Herreweghe zegt: "Er gebeurt niks, maar dat is net de clou. In deze tijd van zappen en swipen brengt Pärts muziek rust en troost." 
En de psychoanalist Eric Van Leuven zoekt naar het bijzondere van deze muziek: "[Deze muziek maakt ] dat je je als luisteraar kunt laten meedrijven zonder ballast: de muziek spreekt, maar zegt niks. En als je nergens over hoeft na te denken, kun je gewoon zijn. Die beleving van een wereld zonder taal noemt men weleens het oceanische gevoel, dat we voor het eerst ervaren in de moederschoot. In die zin kan luisteren naar Pärt een transcendente ervaring opleveren, waarbij je loskomt van de werkelijkheid." 
Een klein voorsmaakje kan je beluisteren in volgend fragment: 


En zo komen we bijna naadloos bij een bijvoeglijk naamwoord dat vaak wordt geplaatst bij de Godsnaam: barmhartig. In het Hebreeuws is dit rakhamim, met als wortelwoord rekhem wat betekent: baarmoeder. Een baarmoeder is datgene wat er is om het andere dan zichzelf te dragen tot het geboren wordt. God de Barmhartige zou je kunnen hertalen tot God de Baarmoederlijk liefhebbende.  Een gelijkluidende benaming is er in de Islam.  'De Meest Barmhartige' (Ar-Rahman) is een van de 99 mooie namen van God binnen de Islam. Zo wordt God dus benoemd door de drie monotheïstische wereldgodsdiensten.   De muziek van o.a. Pärt kunnen zo'n baarmoederlijke beleving faciliteren. Binnen exact een maand is het Kerstmis en het is dan ook mooi om naar dit feest toe onszelf open te stellen voor Gods baarmoederlijke liefde.
(©depositphotos) 


Maar daarna is het aan ons om vanuit deze ervaring verder te gaan en zelf barmhartig te zijn voor anderen, dit betekent de andere in ons hart koesteren zodat hij als andere-dan-mezelf kan en mag leven. Zo lees ik de oproep van Jezus : "Wordt barmhartig zoals uw Vader barmhartig is!" (Lucasevangelie 6,36). 
In die lijn roept de filosoof Emmanuel Levinas op tot de kleine goedheid (cfr. : Burggraeve, Roger, Geen toekomst zonder kleine goedheid, blz. 272-273).

21 november 2020

Apocalyps nu?

In deze laatste weken van het kerkelijke jaar -kerkelijk liturgisch is nieuwjaar de eerste zondag van de advent, dus de vierde zondag voor Kerstmis 25 december- wordt vaak gelezen in het evangelie over hoe Jezus de eindtijd ziet. Door het latere boek der Openbaring (de Apocalyps) kreeg het woord 'eindtijd' veelal een invulling met begrippen als chaos, totale ineenstorting, vernietiging van onze planeet. Maar die invulling is het gevolg van een enge letterlijke lezing. 
(Viktor Vasnetsov : Apocalypse - ©Wikipedia)


Bij de Marokkaanse dichter en activist Abdellatif Laâbi ontdekte ik een vers dat een prangende hedendaagse invulling geeft hoe we de apocalyps zouden kunnen (moeten?) lezen. Hier een fragment uit een langer gedicht uit zijn bundel "Fragmenten van een vergeten ontstaan" uit 1998.

De apocalyps is niet
de herhaling van de zondvloed
na de vernietiging van de zondige steden.
(©De Standaard)


Voor degenen die hebben leren lezen
zal ze zich afspelen
in een verloren hoekje
in het slijk van een tent met vluchtelingen
waar een uitgeteerd kind
bedekt met ongedierte
zijn laatste adem uitblaast

In hun ogen 
die de helft van het gezicht innemen
is er vraag 
noch antwoord
(uit: Laâbi, Abdellatif, Het continent van de gave. Keuze, vertaling en nawoord door Bart Vonck. Uitg. P, Leuven, 2013, blz. 122)

Hoe verschillend de achtergrond van deze dichter ook is, toch is dit voor mij een gedicht dat dicht staat bij het evangelie.

16 november 2020

Laat de hoop u blij maken.

Laten we het hebben over woorden voor morgen, over woorden die uitzicht bieden. Dat is het toch wat we op dit moment zo nodig hebben.

Naast de strakke 'wetenschappelijke' woorden die maar één betekenis kunnen hebben en verwijzen naar één 'realiteit', bezit onze taal gelukkig nog vele andere woorden, die én onze ervaring én onszelf niet (kunnen) opsluiten in één enkel woord. Om de wereld te begrijpen hebben we die 'wetenschappelijke' woorden nodig, om de wereld te beleven en te bezielen hebben we vooral die andere woorden nodig. Die belevingswoorden weten ook veel over het leven in al zijn schakeringen en ze roepen vaak beelden op die bezielend kunnen werken. God, zingeving, geloof, liefde, verlangen zijn zo'n woorden. 

(©Toolshero)

Wat morgen brengt, weten we niet. De wetenschappers voorspellen klimaatcatastrofes bij gelijkblijvend gedrag van ons allemaal. Ze voorspellen méér en snellere/betere hulp dank zij elektronica  in ons dagelijks leven. Ze voorspellen veel maar noch de menselijke wisselvalligheid noch de biologische wisselvalligheid (denken we maar aan covid-19) kunnen ze beheersen. Dan moeten we ons behelpen met die andere woorden die ons kunnen meedragen naar die onbekende en onzekere morgen. Een van die bezielingswoorden is 'hoop'. We hopen op een vaccin, op een onbezorgd kunnen reizen, samenkomen, (eet)cultuur proeven,... Hoop wekt ook vreugde op, geen billenkletsende lachpartij, maar een vernieuwde blik die licht ziet en nabijheid ondanks vele obstakels. 

(©kerknet : icoon stichters
Cîteaux)


In de trappistengemeenschap van Zundert (Noord-Brabant, NL) werd onlangs een nieuwe abt gekozen. Op vrijdag 13 november werd hij in de abdij Maria Toevlucht gezegend tot zevende abt van Zundert. De nieuwe abt, dom Guido Van Belle,  koos als devies  de woorden van Paulus aan de Romeinen: "Laat de hoop u blij maken." (Rom. 12,12). In deze dagen uitermate actueel...

Dit alles kwam bij mij op bij het lezen van een gedicht van Philippe Cailliau

( ©Letterkappers.be)

MORGEN

Waar de schrijver beitelt 
en de dichter kerft,
komen levende lagen tot leven.

Mensen onthouden onbekende
weetwoorden en zielebeelden
tot ze aanvoelen wat morgen is.

(uit: Omtrek van water, uitg. Kleinood&Grootzeer, Bergen-op-Zoom, 2020, blz. 44)

God, hoop, vriendschap...en zo vele andere belevingswoorden die kunnen helpen te leven binnen ons onzekere heden naar morgen toe: even zovele weetwoorden die zielebeelden oproepen.



11 november 2020

De mantel

(retabel in St. Martinuskerk van Asse
© heiligennet)
Op 11 november viert de kerk het feest van Sint Maarten. Dit feest wordt niet alleen bij katholieken gevierd, maar ook vele protestantse gemeenten hebben een bijzondere plek voor deze heilige. Over deze heilige weten we zeer weinig met zekerheid, maar de vele verhalen die over hem de ronde deden toonden hem als een ware volgeling van Jezus. Martinus wordt veelal afgebeeld of als bisschop of als Romeinse soldaat te paard die met zijn zwaard zijn mantel in twee snijdt om een helft te geven aan een bedelaar. 
Volgens een overgeleverd verhaal zou Martinus de nacht nadat hij zijn mantel had gedeeld een visioen gehad hebben waarin Christus aan hem verschijnt gekleed in de helft van de mantel. 
Wie meer wil lezen over Martinus en de grens tussen legende en historie kan ik verwijzen naar de site waar de heiligen van de liturgische kalender worden voorgesteld volgens de dag dat ze herdacht worden https://www.heiligen.net/heiligen/11/11/11-11-0397-martinus.php
 Deze anekdote verwijst natuurlijk naar het evangelie volgens Mattheus (hfst. 25, vers 36)  waar Christus in zijn rede over het einde der tijden zegt: "Ik was naakt en gij hebt mij gekleed".

Aan deze heilige en zijn mantelverhaal moet ik denken bij het zien van deze kunstinstallatie hieronder van Berlinde de Bruyckere. Dit zag ik in een tentoonstelling in Mechelen in 2018-2019. Het werk kreeg ook de titel "Mantel" mee. De mantel die beschutting moet brengen in barre tijden, maar die zelf gemaakt is uit breekbare materialen... Zo moeten we elkaar beschutting bieden, een luisterend oor, warmte en (corona-proof) nabijheid hoe wankel soms onze eigen leven ook is. Dan zal het feest van Sint Maarten een echt feest zijn in de voetstappen van Jezus. 
(eigen foto - februari 2019) 





8 november 2020

Geloven doe je niet alleen...

 Geloven, hopen, liefhebben...het zijn werkwoorden die verwijzen naar een activiteit waar ook een grote mate van passiviteit, van overgave bij hoort. Als mens denken we vaak dat we alles zelf in handen hebben en dat we onze koers zelfstandig kunnen bepalen. Langzaam komen we tot de ontdekking dat er veel is dat we niet zelf kunnen naar onze hand zetten. Ook als gelovigen ontdekken we een zelfde weg. Momenten als Allerheiligen en Allerzielen doen stilstaan bij mensen die ons zijn voorgegaan op deze ontdekkingstocht die een mensenleven lang duurt. Door vertrouwen te geven weet je of iemand te vertrouwen is : dat is de ongemakkelijke kern van ons/elk geloof. Dat is evengoed de kern van elke vriendschaps- en liefdesrelatie tussen mensen. We geloven in een Andere en kunnen slechts weten of Hij er is door ons aan Hem/Haar over te geven. 

Zeker in deze tijden vol onzekerheden is vertrouwen zo  belangrijk. Dit vond ik heel eenvoudig verwoord in een gebedje van de Nederlandse komiek Toon Hermans.

(eigen foto - begraafplaats Stuiverstraat Oostende)

Heer,
ik weet niet
wat morgen zijn zal.
Evenmin weet ik 
wat er na dit leven komt.

Zij die Uw liefde kennen
vertrouwen blindelings 
op Uw bedoelingen.

Geef mij dit vertrouwen, Heer.

(uit: Hermans, Toon, Gebedenboekje. Uig. Fontein, Baarn, 1986, blz.11)

2 november 2020

De doden die niet gestorven zijn... 2 november 2020

 Op 2 november worden de doden herdacht. In deze dagen bezoeken we begraafplaatsen. Als we langs al die graven wandelen, passeren honderden namen van meestal ons onbekende personen. Maar, hier en daar zien we ook op een grafsteen of urneblok een foto.  Deze portretten spreken tot ons, meer dan welke naam ook. Door deze

(eigen foto
begraafplaats Dieweg 
Brussel  augustus 2017)

face-to-face worden we aangesproken over de dood heen. En zelfs als er op een graf geen foto is, krijgt de foto van een geliefde gestorvene  in vele huiskamers in deze dagen bijzondere aandacht. En ook dan spreekt deze gestorven tot ons over de dood heen. Wat André Blanchet schrijft over museale portretten geldt des te meer voor de foto van elke geliefde gestorvene in deze dagen van herdenking.

"De schilderij, het portret, dat is stilte die spreekt zonder te spreken. Het overkomt ons telkens weer wanneer we een museum binnengaan, het heeft iets aangrijpends: al die portretten, al die monden tegelijk zo stom en zo welsprekend!  De plastische kunst verbindt de stilte met het spreken: het is een vorm van spreken die nauwelijks de stilte verstoort, die eigenlijk zelf nog helemaal stilte is, helemaal doordrongen nog van haar mysterie.

De persoon op het portret mag nog zo in zwijgen gehuld zijn, in werkelijkheid zegt hij nu meer, dan wanneer hij in hoorbare woorden tot ons zou spreken..." (geciteerd door Daniël-Ange in : Vuren in de woestijn. Deel 2: Stilte, blz. 118)

Doorheen de stilte van deze sprekende geliefde overledene kan je misschien de adem ervaren van deze zin uit het Bijbelse Hooglied : Sterk als de dood is de liefde (hoofdstuk 8, vers 6).