28 december 2023

Christus als het beeld van de onzichtbare God

 Kerstmis vieren heeft iets moeilijks en paradoxaals. We geloven dat God (wie en wat en hoe hij ook is) mens geworden is in een klein kind, dat moest opgevoed worden en zou uitgroeien tot de bijzondere rabbi (leraar) die Jezus van Nazareth was. 
Erik Galle publiceerde onlangs een boek waarin hij God wilt bevrijden van de te menselijke beelden die wij over hem hebben. Hij gaat daarover in gesprek met de Nederlandse theoloog Erik Borgman en dat boeiende gesprek kan je volgen op You Tube.
In het eerste deel van het gesprek hebben ze het onder anderen over de quote van Augustinus (onrustig is ons hart...) die in deze blog ook al meerdere keren is aangehaald (ca. 3:22 min.).
Dan komen ze uit bij wat nauw aansluit bij de kern van het kerstgebeuren, de incarnatie van God, het naar de mens toe komen van God in een mensengestalte.
Erik Borgman stelt : "Als we niet aangesproken worden, wat hebben we dan te zeggen? Als er niet iemand naar ons toekomt, wat hebben we dan te doen? En wat zouden we ook doen?" (ca. 6:38 min.)
Dan komt de quote van Paulus uit zijn brief aan de Kolossenzen (1,15): Christus is het beeld van de onzichtbare God. En daarover zegt Borgman dat Christus als het ware een tegenbeeld is : "Alles wat wij uitsluiten, wordt in het centrum gezet; dat wat we niet willen, daar begint het." (ca. 7:31 min.)
Kerstmis vieren is géén voorbij, historisch feit gedenken. Kerstmis vieren is ruimte geven aan God opdat hij anno 2023 opnieuw kan geboren worden via ons geloof en onze inzet. Het beeld van het kleine kind in een kribbe kan daarbij helpen.
Borgman aan het einde van het gesprek : "Je hebt een beeld nodig (van God) en tegelijk moet het weer weg. Dan kan God opnieuw in jou geboren worden, en dat moet ook iedere keer weer gebeuren." (ca. 14:17 min.)


24 december 2023

Kerstmis

 "Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven." 


Deze tekst van de profeet Jesaja (9,5) wordt tijdens de Kerstliturgie voorgelezen. De Duitse schrijver, dominee en verzetsstrijder Dietrich Bonhoeffer (uiteindelijk door de Nazi's vermoord in het concentratiekamp Flossenburg op 9 april 1945) bezint zich over deze zin.

"Het gaat hier over de geboorte van een kind, niet over de revolutionaire daad van een sterke man, niet over de gedurfde ontdekking van een wijze, niet over het vrome werk van een heilige. (...)
(detail uit Aanbidding door de herders
van Hugo van der Goes
©Uffizi Firenze)
Als om de geweldigste menselijke inspanningen en prestaties te beschamen wordt hier een kind in het middelpunt van de wereldgeschiedenis geplaatst. (...)
De oneindige barmhartigheid van de almachtige God daalt tot ons af in de gestalte van een kind, van zijn Zoon."

(uit: Bonhoeffer Brevier, samengesteld door Otto Dudzus, uitg. Ten Have n.v., Baarn, 1968, blz.503)

20 december 2023

Advent : strijden tegen verlangluiheid - 5 -

 
(©Pinterest)
De advent is een tijd van verlangen, maar verlangen is iets wat een rode draad is doorheen elk mensenleven. Verlangens worden al dan niet ingelost en verlangens groeien/evolueren mee met de mens doorheen de jaren. 

De dichter Jozef Deleu schreef onderstaand vers over verlangen, over de vele facetten die verscholen zitten in dat begrip. Elk verlangen is uiteindelijk een openheid op warmte, licht, voeding en groei. In dit miniatuur van enkele lijnen en woorden vinden we dit allemaal terug. Wat het betekent om te leven in verlangen, laat zich enigzins vermoeden in dit korte gedicht. Blijven verlangen en leven in het traag rijzende besef dat we uiteindelijk God enkel zullen kennen als de onkenbare, de Andere.

VERLANGEN

verlangen
gaapt
als een oven
hunkert
naar licht

brood rijst
traag
(uit: Deleu, Jozef, Het paard van mijn vader.
Miniaturen., uitg. Poëziecentrum, Gent, 2023, blz. 30)

17 december 2023

Advent : strijden tegen verlangluiheid - 4 -

 Ons hart is onrustig, zo ervaarde Augustinus dit in zijn jongvolwassen leven, tot hij mocht ontdekken hoe een ervaring van goddelijke nabijheid rust biedt voor wie leeft met een zoekend hart.
(Ryszard Krynicki
©MOCAk)

Augustinus keek enkele jaren na zijn bekering tot het christendom terug op zijn traject. Met een scherpe introspectie beschrijft hij in zijn 'Belijdenissen' hoe in het centrum van zijn leven, in zijn hart, een leegte was die hij niet opgevuld kreeg met seks noch met de rationele filosofieën van zijn tijd noch met een carrière in de politiek.
De Poolse dichter Ryszard Krynicki (1943) heeft het ook over de innerlijke durende onrust in mensen. Vanuit zijn leven onder communistische repressie en indoctrinatie beseft hij hoe hij 'gewond' is en hoe die wonde gaapt en blijft trekken en blijft blijven. 
Over die blijvende wonde schreef hij een kort vers met als wondere, maar ergens ook evidente titel : Andere.

ANDERE

kunnen dichtgroeien, maar die ene, niet-vleselijke,
allerpijnlijkst gapende,
jou niet leven latende - maar onveranderlijk
in leven houdende, die enige, voor altijd
ongeheelde, alleen voor jou bestemde,
moge zij

open blijven
(uit: Krynicki, Ryszard, De nooit te helen wond van de waarheid. Honderd gedichten, uitg. P, Leuven, 2020, blz. 74 - vertaling : Maarten Tengbergen)

Is advent niet bewust de wonde open proberen te houden? Is het niet bidden dat zij open moge blijven omdat die leegte, dat gemis, die hunkering naar heling ons in leven houdt?

13 december 2023

Advent : strijden tegen verlangluiheid - 3 -

 

Verlangen is een mooi woord... het spreekt over verte en over langer worden, zich langer maken. We denken aan wensen, aan begeren, aan in je bezit of nabijheid willen hebben...Het is een werkwoord, maar het soort werk waarnaar het verwijst is van een bijzondere aard. 
 Maar een ander woord dat een intens verlangen oproept, het verlangenste verlangen zou je kunnen zeggen, is het woord hunkeren. 
Twee werkwoorden die meer suggereren dan we kunnen bevatten; twee werkwoorden die onze volle aandacht verdienen in deze advent;
twee woorden die ons in deze advent aan het werk willen zetten.

En over hunkeren schreef de Vlaamse dichter en schrijver Jozef Deleu een 'miniatuurtje' zoals hij onderstaand vers noemt en heeft verzamelt in een kleine maar precieuze bundel.

HUNKEREN

weet jij
waarom we hier rondlopen
vraagt een man in het warenhuis
ik weet het niet
zeg ik

weet jij wat hunkeren is
vraagt ie
(uit: Deleu, Jozef, Geluiden voor de
laatste dag. Miniaturen., uitg. Poëziecentrum,
Gent, 2021, blz.   )

Dat hunkeren nu net ten toneele verschijnt bij de 'waarom' vraag, lijkt mij vanzelfsprekend. De waarom-vragen zijn niet met kennis te beantwoorden noch met wetenschappelijke uitspraken. Ze zijn niet duurzaam te beantwoorden door dingen te kopen, door bezit of geld. Ze zijn van een andere orde, ze betreffen iets of iemand anders dan de optelsom van neuronen of het resultaat van wetenschappelijke experimenten. In het warenhuis van het leven worden veel producten en diensten verkocht die pretenderen om onze verlangens in te vullen, maar er blijft altijd gemis en onrust over, er blijft hunkering hangen. 
Zo roept dit vers van Deleu mij, los van de intentie van de schrijver,  binnen in een humaniteit die verder reikt dan ons kleine zijn. Een humaniteit die mij uitdaagt in de persoon van Jezus van Nazareth, waar we in deze advent naar uitkijken, naar verlangen, naar hunkeren. 

7 december 2023

Advent : strijden tegen verlangluiheid - 2 -

 Augustinus begint zijn autobiografie 'Confessiones' (Belijdenissen) met een heel hartstochtelijk gebed waarin hij belijdt dat zijn hart heel onrustig was tot het rust vond in God. "Inquietum est cor meum donec requiescat in Te, Domine". Zo zijn deze eerste zinnen ook een samenvatting van wat de lezer mag verwachten als hij die belijdenissen leest.
Een boek dus over verlangen en zoeken naar uitzicht. Een boek dus over de levenstocht van de mens als één grote adventstijd, een tijd van verwachting.
(groep Amaryllis 
©Wikimedia Commons)


Wat hij schreef in 398 blijft mensen tot op vandaag boeien en inspireren. Zo ontdekte ik dat een Poolse muziekband deze zin heeft voorzien van wat wordt genoemd 'progressieve rock'-muziek. De band Amaryllis, bestaande uit 7 leden, bracht in 2009 een CD uit met als titel "Inquietum est cor". Alle teksten die ze brengen zijn in het Latijn, waaronder ook onderstaande versie van de beroemde zin van Augustinus.
Een bijzondere ontdekking die ik hier graag deel en die aansluit bij deze adventstijd, waarin we ons hart willen openen voor het verhaal van de menswording, dat opnieuw moet gebeuren in ons en zo in en aan onze samenleving.


3 december 2023

Advent : strijden tegen verlangluiheid - 1 -

 In het januarinummer van de Poëziekrant (2023/1) verscheen een interview van Koen Vergeer met schrijver/dichter Willem Jan Otten naar aanleiding van de 50ste verjaardag van zijn eerste publicatie. 
Op een bepaald moment wordt een vers geciteerd van  Chris Van Geel : "De oorzaak van verdriet is niet: / geen grote boom te zijn, noch op/ een slechte plek te staan, maar waar/ ook, op aantrekkelijke plaatsen/ of in drukke schaarste, niet/ te kunnen voelen het verborgen/ minste drinken van je wortelkroon" en de interviewer vraagt even verder aan Otten: "Wat is het verschil tussen missen en verlangen? Willem Jan Otten antwoordt dan: "Wanneer je het over verlangen hebt, kun je daarvoor ook heel vaak missen invullen. Dat heb ik gemerkt toen ik een boek van de Amerikaanse dichter Christian Wiman vertaalde. Mijn heldere afgrond heet dat. Dat is een fantastisch essay over de verschillen en overeenkomsten tussen poëzie en religie, in het licht van zijn eigen eindigheid. Ik vind het een van de grootste poëzie-essays van onze tijd."
(Willem Jan Otten ©Knack)
En dan komt het: tot hier was het als het ware de inleiding want we moeten uitkomen bij verlangluiheid. Ik citeer nu uitvoerig het interview omdat ik het zonde zou vinden om de nuances en het gedachtenparcours niet te delen.
"KV: In jouw essay schrijf je ergens 'ik weet terdege dat ik zowel als gelovige als als dichter niet radicaal genoeg verlang'. Wat is dan nog radicaler?

WJO: Dat zit al in die regels van Van Geel: dat minste drinken. En dat je dat niet voelt, terwijl je dat wel zou kunnen, of zelfs: moeten. Ja, dat is toch wel een beeld dat ik heb: dat je tekort kunt schieten op het gebied van verlangen. Je wéét dat je soms pertinenter verlangt, of heviger - en dan bedoel ik niet dat je gaat stalken of zo... Altijd loert het gevaar van verlanglui te worden. Het is vermoeiend, en het verplicht je ook.

KV: Is het misschien dat je toch in een permanente staat van ontvankelijkheid zou willen verkeren?

WJO: Het probleem is dat je afgeleid wordt, dat je verstrooid raakt. Dat je soms terugdeinst voor je nog verder gaat naar het centrum, naar je diepte, je verborgenste wortelkroon. Het is dat wat Denise Levertov schrijft:
Ik houd mijn zelf geen seconde
stil, het zwerft
naar alle kanten,
waar het maar kan.
Niet u,
ik ben afwezig.

Denise Levertov is een prachtige dichter. Ik ken haar werk al een jaar of twintig, maar ik heb haar nu eindelijk een beetje in mijn sterrenhemel opgehangen. Poëzie lezen gaat bij mij ook in vlagen. Die perioden van ontvankelijkheid, waar ik het eerder over had, betreffen ook het lezen van poëzie. Ik kan poëzie alleen lezen als ik 'aangesloten ben op poëzie'. Dus heel vaak ook niet. Ik wilde in dit boek ook een monumentje oprichen voor Van Geel, als wakkerkusser, en voor Tom van Deel, iemand die heel veel voor me betekend heeft en over wiens poëzie te licht gedacht wordt. Maar het is ook een poëziebelijdenis. Dat ik behoor tot de beoefenaars van de poëzie en dat dat een bepaalde levenshouding met zich meebrengt. Het is toch een gebrek aan verlangen als je niet merkt dat God simpelweg bestaat. In alles, ieder moment van de dag. Dat is wat Levertov zegt. Poëzie is er ook overal. Er is geen enkele reden om de poëzie van alles hier niet te ervaren en niet te zien. Het is over het algemeen toch jouw gebrek aan ontvankelijkheid. Ook de dorheidsperiodes, die onderga je vaak met een gevoel van ondankbaarheid bijna. Je kunt het niet helpen, maar misschien moet je er ook meer aan doen. In ieder geval moet je niet de schuld op de poëzie of op God gooien dat-ie er niet is."

De dichter en de gelovige Otten zeggen ons dat we soms verlanglui zijn en zo niet ontvankelijk zijn noch voor de poëzie van/in ons leven noch voor God 'die simpelweg bestaat'.
We kunnen en mogen dan ook de tijd die ons helpt voorbereiden op het kerstgebeuren een tijd noemen die ons verlangen doet aanscherpen. Dan zullen we misschien Gods bestaan ontdekken in de marginale weinigbetaalde hardwerkende herders van onze tijd en in wie zoekt naar wijsheid vandaag. Dan zullen we misschien de sterren zien die ons een weg wijzen in deze donkere tijden. Dan zullen we misschien méér mens worden en ontdekken dat de Menswording van God in Jezus geen idee of ideaal is maar iets wat ons verplicht, hoe vermoeiend dit ook is. Een advent die ons verlangen wakker schudt en wakker houdt.