12 mei 2024

Vuur-licht voor Pinksteren -2-

 De Paastijd wordt binnen de katholieke kerk afgerond met het Pinksterfeest. Veertig dagen Paasgebeuren mondt uit in de Hemelvaart van Jezus. Tien dagen later wordt dan Pinksteren gevierd, het moment dat de kleine kudde die Jezus na zijn dood en hemelvaart achterliet, begeesterd geraakt door een vurige zekerheid dat Jezus nabij blijft dank zij zijn Geest.
In de dagen tussen Hemelvaart en Pinksteren wordt veelvuldig de pinksterhymne Veni Creator Spiritus gezongen, een smeekbede dat de Geest van God zou komen.
De tweede strofe van dit lied luidt in Nederlandse vertaling van J.W. Schulte Nordholt :
Gij zijt de gave Gods. Gij zijt
de grote trooster in de tijd,
de bron waaruit het leven springt,
het liefdesvuur dat ons doordringt.
Vuur en water (de bron...) komen samen in een kort gedicht van
Hans Andreus, uit dezelfde bundel als het gebed in vorige bericht.

GEBED OM REGEN
(©facebook Taizé
glasraam thema Pinksteren
in de kerk van de gemeenschap
van Taizé)


Licht,
geef  me

te drinken
van je

vuur-
water,

ik 
verga

van de
dorst.

(uit: Andreus, Hans, Verzamelde gedichten, Uitg. Bert Bakker, Amsterdam, 1985, blz. 870)

Onze tijden dorsten naar ervaringen van vervulling maar in de gave van de Geest vinden we troost, levenbrengend water en liefdevuur dat verbindt in plaats van verdeelt.

9 mei 2024

Vuur-licht voor Pinksteren - 1 -

 In  de Paastijd nam ik je mee met Huub Oosterhuis en zijn Lied aan het Licht en ik wil nog even in de 'licht'-sfeer blijven met enkele gedichten van een andere Nederlandse dichter die ook sterk aangetrokken was tot licht, nl. Hans Andreus (1926-1977).
Over de betekenis van het licht voor deze dichter is er al veel inkt gevloeid alsook over de al dan niet religieuze betekenis ervan.
Als gelovige lees ik hier, zoals bij Oosterhuis, in het licht over een God, wie of wat die dan ook verder is. 
Een kleine bundel "De witte netten van zon en maan" uit 1974 bevat een vers dat ik gepast vind in deze tijd tussen de hemelvaart van Jezus en het Pinkstergebeuren. 
De leerlingen zijn wat uit hun lood geslagen want Jezus, die ondanks zijn dood, blijkbaar toch nog bij hen was, is nu voor altijd uit hun ervaringswereld verdwenen. Er is een ervaring van verlies en gemis. Ze trekken zich terug en komen samen in besloten kring. Zoals rouwenden leven ze geslagen en op zichzelf en in hun verlies gekeerd. Ze doorleven het verlies van hun geliefde leraar en meester; ze leven van herinneringen aan betere, lichtere tijden.
Hun hart is verward.
En dan lees ik hier graag volgend gedicht van Andreus
(© Henry Shelton, Ascension, 2010)


GEBED VOOR HET HART

Licht,
verlicht

ook het hart
in m'n lijf,

het heeft 
van haast niets

dan verlies
geleefd -

keer het naar
je toe.

(uit: Andreus, Hans, Verzamelde gedichten, uitg. Bert Bakker, Amsterdam, 1985, blz. 871)
Een gebed om licht en om aandacht voor het licht, om bekering naar het licht toe.

Vuur-licht voor Pinksteren - 3 -

 Of de Nederlandse dichter Hans Andreus christengelovige is of niet, vele van zijn verzen zijn wel doordrongen van het christelijke gedachtengoed.
Zo ook het titelloze gedicht waarmee ik de Paasperiode 2024 wil afsluiten.
Het gaat er over het laatste en het eerste... zoals onder anderen bij Lucas waar Jezus zegt : "en zie: er zijn laatsten die eersten zullen zijn en eersten die laatsten zullen zijn!" (Lc. 13,30) en bij het begin van het boek der Openbaring :"Ik ben de eerste en de laatste"  (Apoc. 1,17) en in de slotverzen van hetzelfde boek "Ik ben de alfa en de omega, de eerste en de laatste, het begin en het einde." (Apoc. 22, 13).
Over de liefde zijn er veel passages te citeren vooral uit het evangelie van Johannes, de eerste brief van Johannes en Paulus in zijn eerste  brief aan de Korintiërs. "Al spreek ik in de talen van de mensen en de engelen, als ik de liefde niet heb...." (1 Kor. 13).
Laat ons nog eenmaal lezen bij en bidden met Hans Andreus.
(glasraam in Anglicaanse kerk
All Saint's Church Goodmeyes, Ilford
ontworpen door Henry Shelton
©facebook)


Licht, leer me
het laatste
en eerste :

de liefde
die ik nog
mis

want voor wie ook
en die ook
jou is.

(uit : Andreus, Hans, Verzamelde gedichten, Uitg. Bert Bakker, Amsterdam, 1985, blz. 843)



5 mei 2024

Paaslicht voor onze tijden - 6 -

 De paastijd mondt zo dadelijk uit in de Pinkstergave en onze dialoog met het Lied aan het Licht van Huub Oosterhuis komt bij de laatste twee regels van het vers.

Liefste der mensen, eerstgeboren,
licht, laatste woord van Hem die leeft.

Voor wie vertrouwd is met de poëtische taal van Oosterhuis en/of vertrouwd met Bijbelse beeldspraak, zal van in de eerste lijnen reeds 'God' gelezen hebben bij het woord 'licht'. Maar toch bouwt de dichter zijn lied op naar deze twee laatste lijnen en onthult nu zelf om wie het bij hem gaat. Jezuïet Paul Vanderghote merkt dan ook fijnzinnig bij dit lied op: "Weliswaar heeft de dichter de volledige toedracht niet expliciet verklaard van het begin af. Mag dat juist niet als zijn verdienste aangerekend worden? Literair is dit als bewerker van 'suspense' te waarderen. Maar vooral is het de meest geschikte betoogtrant als wij over het mysterie dat God is, dan toch iets proberen te zeggen." (uit: Gensters in het licht. 80 gedichten uit de Lage Landen belicht door Paul Vanderghote, uitg. Halewijn, 2012, blz. 119).

(Fabrice Samyn : Untitled
uit de reeks Burning is Shining 2016
eigen foto september 2021)
In deze twee slotlijnen resoneren heel veel Bijbelwoorden mee.
Zonder volledig te zijn zet ik er hier enkele op een rijtje.
"Ik ben de alfa en de omega, zegt God de Heer, hij die is en die was en die komt, de albeheerser." (Apoc. 1,8)
"Johannes aan de zeven kerken in Asia : genade en vrede zij u van hem die is en die was en die komt (...) en van Jezus Christus (...) de eerstgeborene van de doden."(Apoc. 1,5)
En nog uit het begin van het boek der Openbaring :
"[Ik, Johannes, geraakte in geestesvervoering en hoorde achter mij een luide stem als een bazuin en ik keerde mij om om te zien wie met mij sprak] En toen ik hem zag viel ik als dood voor zijn voeten, maar hij legde zijn rechterhand op mij, zeggend: vrees niet, ik ben de eerste en de laatste." (Apoc. 1,17)
En natuurlijk laat de evangelist Johannes Jezus enkele keren in zijn verhaal zichzelf benoemen als het licht. "Jezus zegt : Ik ben het licht der wereld; wie mij volgt zal niet wandelen in het duister, neen, die zal het licht des levens hebben." (Joh. 8, 12)
Met dit laatste citaat uit het Johannes evangelie zien we ook hoe de dichter vanuit dit vers gedacht heeft. Het eerste woord van zijn gedicht is "licht" en het laatste is "leeft".
Met Pasen vieren we als christenen het Leven en ons geloof in de verrijzeniskracht en veerkracht die uitgezaaid is midden (kruis)dood en de uitzichtloosheid van het graf. Met dit Lied aan het Licht worden we genood lichtdragers en lichtbrengers en lichtgetuigen te zijn. Soms komen we iemand tegen waarbij we denken: welke stralende persoon is dat! 
We worden vanuit de Paasverhalen en via dit gedicht van Oosterhuis aangespoord om zelf stralende mensen te worden, elke dag opnieuw. Geen betogen over maar leven met en vanuit.