28 mei 2018

Christenen: mensen van de weg

Het bijbelboek 'Handelingen van de apostelen' begint met het Pinksterverhaal. We leven nu in de dagen na Pinksteren en lezen dit boek. Even verder in het boek wordt verteld hoe Saulus toelating vraagt om in Damascus op zoek te gaan naar leden van de beginnende Jezusbeweging. Deze eerste volgelingen worden in hoofdstuk 9 vers 2 benoemd als 'mensen van de weg'.
Pas later, vanuit Antiochië, worden de leden van deze beweging genoemd: Christenen (Handelingen 11,26).

In de bijzondere bloemlezing van Nick Muller "Gedichten die mannen aan het huilen maken. Nederlandse editie." (Prometheus, Amsterdam, 2015) heeft de misdaadverslaggever Peter R. de Vries een gedicht gekozen van Bertus Aafjes  (blz. 87) dat helemaal gaat over de weg. De dichter denkt na over welke weg een mens te gaan heeft en welke weg dan wel de juiste is.
Dit gedicht lezen tegen de achtergrond van Handelingen 9,2 geeft stof tot meditatie en nadenken over hoe wij als christen in het leven staan, individueel en als geloofsgemeenschap
.


MUURBLOEM

Er zijn vele wegen,
maar de juiste weg
is de weg ertegen;
niet de weg eronder,
dat is onderkruiperij;
niet de weg erover
dat is pluimstrijkerij,
maar de weg ertegen,
tegen alle wegen in
en dat is van de wijsheid
nog maar het begin.

20 mei 2018

Pinksteren

In begin jaren 1980 stelde de priester-dichter Anton van Wilderode een bloemlezing samen met 500 religieuze gedichten uit de Nederlandse letterkunde: "En het Woord was bij God".
Daar vond ik dit mooie vers van Bertus Aafjes.

DE TOVERHAZELAAR                                                      
(afbeelding: Wikipedia)


De toverhazelaar is uitgebroken;
De Heilige Geest steeg door zijn bast omhoog
En heeft het vlammend pinkstervuur ontstoken.

Ik denk dat God vandaag uit wandlen gaat
-Moe van de binding met de scheppingsdaad-
Buiten de eeuwige ringmuur van de stof
En dat Hij dan nog doet denk ik alsof.


De dichter associeert de uitbundige bloei van de toverhazelaar met de 'vurige tongen' uit het pinksterverhaal.
En in de tweede strofe speelt hij met de tegenstelling stof en
geest terwijl hij ook knipoogt naar het scheppingsverhaal waar God wandelt in de tuin. De wandeling van God toen was verbonden met het scheppingsgebeuren, de wandeling nu op deze Pinksterdag is er een van puur genieten.
De dichter nodigt ons uit om volop te genieten en zo als het ware in de voetstappen van God te treden.
Een zalig Pinksterfeest gewenst.

16 mei 2018

De kathedraal van Rijsel (Lille)

Onlangs las ik een mooie omschrijving van wat een kerkgebouw is door architect Geert Peymen: "Een kerk is nooit gebouwd als stilteplek. Het is een veruitwendiging van een groot universeel verhaal met heel veel lagen." (Kerk en Leven 2 mei 2018).  Bij deze omschrijving dacht ik onmiddellijk aan de kathedraal van Rijsel.
Op 17 februari bezocht ik deze bijzondere kathedraal in Noord-Frankrijk.  Met de bouw van het neo-gotische grijze gebouw werd gestart in 1854 en pas in 1999 kreeg het zijn definitieve westfaçade. Een muur van lichtdoorlatend marmer met daarin een imposante bronzen deur. gemaakt naar het ontwerp van Georges Jeanclos (1933-1997). De kathedraal heeft als naam Notre Dame de la treille of O.L.Vrouw van de wijnstok.
De deur vormt een soort traliewerk die de wijnstok moet leiden met centraal de figuur van Maria. Waar de lijnen samenkomen heeft Jeanclos beelden ontworpen van slapende figuren, die zo uit de concentratiekampen van Nazi-Duitsland lijken ontsnapt te zijn. Dat was ook zijn typische vormtaal.


(detail bronzen kerkdeur)

In de voorbije twintig jaar werd veel geïnvesteerd om de gelovigen en de bezoekers de christelijke boodschap in een hedendaagse beeldentaal te tonen. Vooral de façade en de ruimte rond het altaar werden onder handen genomen. Hier enkele impressies.

(marmeren west-façade)

(altaar, Verrijzeniskruis en ambo-lezenaar)

7 mei 2018

God dichten tot Hij openbreekt - 7

De drie grote monotheïstische godsdiensten worden ook wel eens genoemd de religies van het boek.  Het is dan ook niet verwonderlijk dat in de bundel "Van God los" ook verzen zijn opgenomen die dit talige karakter van religie tot thema hebben. Het gedicht "Gedichten" van Carel Ter Linden (blz. 108) heeft het inderdaad over poëzie. Deze Nederlandse dichter is een protestants predikant en was een tijd predikant bij de koninklijke familie van Nederland.


GEDICHTEN

Gedichten zijn net mensen. Zij lopen
(eigen foto sept. 2014
 kalligrafie tentoonstelling
in Brugge huis 'De Zomere')
op versvoeten, er is gedachtegang.
Zinnen gaan paarsgewijs: in dit bestaan,
zo eenzaam, sprakeloos en ongerijmd,
zoekt iedere zin een ander die hem lijkt
bij wie hij tegenspel en weerklank vindt.
En dood bleef, als elk mensenkind, een lied,
zinloos, wanneer de adem van de geest
het niet bezielde en tot leven riep.
En daarom bidt een dichter ook het meest.


De verzen van een gedicht als metafoor voor de mens in zijn zoeken naar zin, naar een groter kader waarin hij zijn leven kan omsmeden tot een verhaal, naar een ziel die het platte materialisme van consumptie en wetenschap kan overstijgen. Ik vind het een heel originele benadering vanuit de liefde voor het boek en het woord.
Het slotvers vind ik verrassend: de dichter stelt het als evident voor dat een dichter het meeste bidt. Weinig dichters zullen zich hierin vinden, maar toch: als gelovige die de psalmen in al hun variatie leest is het zonneklaar.  Alle menselijke emoties mogen worden uitgesproken in het aangezicht van het mysterie van het leven. Dat is de kern van het bijbelse bidden en dat doen dichters inderdaad.

1 mei 2018

David LaChapelle : Jesus is my homeboy

De excentrieke fotograaf David LaChapelle (°1963) had tot eind februari 2048 een tentoonstelling in Mons (Bergen) waarin hij zich ook presenteerde als een man op zoek naar spirituele verdieping en kritisch voor het consumisme van onze westerse samenleving en voor het nonchalante omgaan met de natuur.
In het eerste decennium van de 21ste eeuw heeft hij zich afgekeerd van de glossy bladen waarin hij tot dan toe allerlei celebritys  portretteerde om grotere foto's te maken die dan in een museum of galerie zouden worden getoond. Zijn beeldtaal blijft evenwel helemaal gegrond in die 'glossy'-sfeer. Een van de eerste series die hij toen realiseerde kreeg als titel: Jesus is My Homeboy. Dit zijn een soort beeldmeditaties geworden over bepaalde evangelieverhalen. Hij plaatst de verhalen in een hedendaagse kleurrijke context maar de Jezus-figuur valt daarbij op. Hij is afgebeeld zoals op volkse devotieprenten met een belichting van achter Hem, zoals Rembrandt vaak deed. Deze presentatie heeft op de kijker een effect als bij het kijken naar een icoon: Jezus verschijnt aan ons vanuit een andere werkelijkheid, ook als staat Hij midden onder gewone mensen in heel alledaagse omstandigheden.
Zo worden we als kijker uitgedaagd om die evangelische Jezus over te plaatsen naar ons leven nu. Voor mij is het ook een vraag om te kijken met de ogen van het hart. Jezus wil via mij onze eigen tijd binnenkomen met een mededogende blik.


Ik zag in Mons onder andere deze actualisering van het verhaal van Jezus met de overspelige vrouw. Bij het bekijken vroeg ik mij wel af hoeveel mensen nog voldoende bijbelvast zijn om die verhalen te herkennen, laat dus staan om ze dan te vertalen naar het eigen leven. De vrouw die betrapt werd op overspel bracht men bij Jezus opdat Hij zou instemmen met de wettische regel dat zij gedood zou worden door steniging. Hij zei dat wie zonder zonde was, de eerste steen mocht werpen. De schriftgeleerden dropen af, een voor een, de oudste eerst. (Johannes 8,3-11).
(Intervention)






Een andere scene toont ons Jezus met een brood en vis staande bij een in roze licht badend marktkraam. Hier is er een verwijzing naar het verhaal van de jongen met de vijf broden en de twee vissen (Johannes 6, 1-15). Na de prediking voor een grote groep mensen op een afgelegen plaats wilde Jezus de mensen niet zonder eten naar huis laten gaan. Het enige voedsel dat de leerlingen vonden waren de 5 broden en de 2 vissen van een jongeman. Na zegening van deze gaven bleek er genoeg eten te zijn voor de menigte. Ook hier contrasteert bij LaChapelle de zoete vrome Jezus-figuur met zijn omgeving. Ervaren ook wij als christenen niet soms hoe ons geloof vreemd staat binnen onze samenleving waar uiterlijkheid en consumisme elke drang naar innerlijkheid dreigen te smoren?
(Loaves and Fishes -Broden en vissen)