28 april 2020

Corona - psalmen : psalm 91 (Qui habitat) -1-

Hoe lezen we onze tijd in deze onuitgegeven dagen vol verwarring en onzekerheid? De mens leeft van verhalen en leest de eigen tijd via verhalen, maar geen enkel verhaal voldoet op dit ogenblik: het wetenschappelijke verhaal blijft steken in vele vraagtekens, het verhaal van het vooruitgangsgeloof botst op factoren die het nooit had meegerekend, het verhaal van oneindige economische groei en welvaart struikelt over zo veel onbekende factoren. Vanuit ons "kot" kunnen we enkel door ons raam kijken. De Bijbelse verhalen kunnen ook vandaag iets betekenen alsook de Bijbelse wijsheid vervat in boeken zoals Prediker of de Psalmen. "Uw woord is een open raam waar licht uit straalt" vertaalt Huub Oosterhuis psalm 119, vers 130. Hier zoek ik vandaag wat licht doorheen het raam van  psalm 91.
Psalm 91, die vaak wordt aangeduid met de Latijnse beginwoorden "Qui habitat"( wie woont ...), krijgt van Benoît Standaert de titel mee: de psalm van Gods nabijheid. "Juist voor je gaat slapen, kun je altijd even naar Psalm 91 grijpen: al meer dan twintig eeuwen hebben Joden en christenen hem met vertrouwen gebeden op de welbekende grens tussen wakker zijn en inslapen." (B.Standaert, Leven met de psalmen, Deel I, blz. 218-219).
De nacht staat vaak symbool voor de periodes van onzekerheid en onduidelijkheid in een mensenleven. En nu lijken we een collectieve nacht te zijn ingegaan. 
Via meerdere beelden wordt in deze psalm uitgenodigd om te vertrouwen, om te beseffen dat we niet alleen zijn, dat er een God is die ons nabij blijft. Onder andere door het zenden van zijn engelen... 

"Geen rampen zullen u overkomen,
geen plagen in de buurt van uw tent.
Hij heeft zijn engelen uitgezonden
om u te behoeden op al uw wegen.
Zij zullen u op de handen dragen
en aan geen steen zult gij u stoten."
(ps.91, 10-12)
Waakzame engelen, wakker en alert, nabij en betrokken.
Zo is God, zegt deze psalm.

De zogenaamde 'helden' van vandaag zijn die engelen: verpleegsters en dokters, verzorgenden, mensen in distributie en logistiek die de olie zijn die de machinerie van onze verzorgingsstaat draaiende houden. Het zijn engelen, boodschappers van een zelfvergeten inzet, vrijwillig of beroepshalve, met inzet van hun eigen gezondheid. Waar is God nu? Hij is zorgend nabij in al deze mensen. Dankbaarheid en waardering verdienen ze en bemoediging en respect.

23 april 2020

Corona - psalmen : psalm 90 (Dominum Refugium)

In deze corona-Covid 19 tijden worden we als mensheid geconfronteerd met onze kwetsbaarheid en beperkingen. 
De dood loert om de hoek, zo lijkt het wel. Wat betekent een mensenleven? Wat betekent mijn leven, wat wil ik er mee, wat kan ik er mee, wat moet ik er mee?
Dan kunnen we bijvoorbeeld psalm 90 lezen, vaak bekend met de Latijnse beginwoorden 'Dominum refugium, de Heer is mijn toevlucht). We kunnen deze psalm overdenken en biddend uitspreken, een psalm die mediteert over de tijd. "Wel meer dan twintig uitdrukkingen zinspelen op de tijdsbeleving! Er is vooral het contrast tussen de vergankelijkheid van het menselijke bestaan en de eeuwigheid bij God." (Benoit Standaert, Leven met de psalmen Deel II, blz.166). 
Niet voor niets dat ook de Italiaanse schrijver Paolo Giordano in een heel recent essay "In tijden van besmetting" over deze psalm spreekt. Wie je ook bent, heel rationeel of heel emotioneel, heel impulsief of heel doordacht, dezelfde vragen en bedenkingen sluimeren of  stoken in ieders geest en verstand. 

"In psalm 90 staat een smeekbede waar ik in deze uren vaak aan moet denken:
Leer ons zo onze dagen te tellen
dat wijsheid ons hart vervult.

Misschien is dat omdat wij tijdens deze epidemie niet anders doen dan tellen. We tellen de besmettingen en de genezingen, we tellen de doden, we tellen de ziekenhuisopnames en de ochtenden dat we niet naar school zijn geweest, we tellen de miljarden die op de beurs zijn verdampt, de maskers die zijn verkocht en de uren die we nog moeten wachten voordat we de testuitslag hebben ;  we tellen de kilometers die ons van de brandhaard scheiden en de hotelkamers die zijn afgezegd, we tellen onze relaties, onze opofferingen. En we tellen en hertellen de dagen, dat vooral, de dagen die het nog duurt totdat de crisis achter de rug zal zijn.
Maar volgens mij wil de psalm ons een andere rekensom laten maken: leer ons om onze dagen te tellen om onze dagen een waarde te geven. Al onze dagen, ook deze, die we alleen maar een vervelend intermezzo vinden.
We kunnen tegen onszelf zeggen dat covid-19 een geïsoleerd geval is, een ongeluk of een plaag, we kunnen schreeuwen dat het allemaal hun schuld is. Het staat ons vrij om dat te doen. Maar we kunnen er ook naar streven om zin te geven aan deze besmetting. Om deze tijd beter te gebruiken, hem te benutten om te bedenken  wat we in normale omstandigheden niet kunnen bedenken: hoe we hier gekomen zijn, hoe we de draad weer op willen pakken.
De dagen tellen. Opdat wijsheid ons hart vervult. Niet toestaan dat al dit lijden voor niets is geweest."
(Tekst gelezen in De Standaard der Letteren, 3 april 2020, blz. L4)
(Over Damien Hirst en zijn psalmen-reeks: zie mijn artikel in tijdschrift De Kovel nr.61, blz. 79-80)

18 april 2020

Zie de mens : Pasen 2020 - 7

Deze Paasreeks rond schilderijen van Jawlensky wil ik afronden met een vers van een bijzondere Italiaanse dichteres Alda Merini, die ik leerde kennen via de Vlaamse dichter en vertaler Patrick Lateur. Bij Uitgeverij P (Leuven) verscheen in 2011 de bundel "Canticum evangelicum" met verzen waarin de dichteres het woord geeft aan Jezus, Petrus, Maria...om zo telkens een bepaald evangelie-vers tot leven te brengen in haar eigen interpretatie.
De meeste gedichten vertrekken van scenes uit het lijdensverhaal, maar hier haal ik een stukje uit het laatste gedicht van deze bundel (blz. 73).
De verrezen Jezus is hier aan het woord.

JEZUS

Traag is de dood
als een meer vol dromen.
Maar God ziet verder dan de stenen,
hij ziet verder dan de graven.
(...)
Vaarwel,
vaarwel luie aarde,
de wortels van God steken in mijn gelaat:
ze zullen het uithollen
en het wordt lichtend.
Ik zal vluchten uit dit graf
zoals een engel dodelijk vertrappeld door de droom,
maar ik zal de grens vinden van mijn woord.
Vaarwel kruisiging,
met mij is er nooit iets gebeurd:
ik ben alleen maar een verrezen mens.




Jawlensky schilderde héél véél "koppen" in verschillende reeksen.
Een van die reeksen kreeg als overkoepelende titel mee: Abstracte koppen.
Uit die reeks hier het schilderij met als titel: 'Water en Licht' wat heel goed past bij de viering en overweging van het paasmysterie, waar tijdens de paasnacht deze twee symbolen centraal staan in de liturgie.

Deze paasreeks wil ik afsluiten met een mooi stukje muziek van de barokcomponist  Heinrich Ignaz Biber(1644-1704). Voor strijkkwartet schreef hij sonates bij elk 'mysterie' van de rozenkrans. Voor zijn muzikale overweging bij de Verrijzenis : zie deze link :https://www.youtube.com/watch?v=8W1UBYlhTr0



16 april 2020

Zie de mens : Pasen 2020 - 6

Waar mogen we in deze pandemische tijden genezing verwachten?
De geneesheren en de wetenschap zullen wel medicijnen en vaccins ontwikkelen die ons kunnen beschermen tegen en/of genezen van een corona-infectie. 
Maar de wonden die geslagen zijn  in harten en geesten van mensen zijn niet zo maar weg. Het maakt niet uit hoe we gewond zijn geraakt of door rechtstreekse confrontatie met de ziekte of door onrechtstreekse impact via financiële of economische of andere maatregelen. De volledige heling, de heiliging van ons hele mens-zijn ligt niet in onze handen en zal niet gebeuren in één klap. Anderen ont-moeten die ons een glimp kunnen voorleven van de helende liefde van de totaal Andere, die we God kunnen noemen, zal het paasgebeuren helpen voltrekken in ons eigen leven.
Het gelaat van de Heiland (de Heler, de Heelmaker) moeten we zoeken in al de trouwe inzet ten goede van mensen rond ons. Het gelaat van de Heiland mogen we zijn voor wie ons pad kruist in de komende weken én maanden.

(Alexej von Jawlensky
Heilandsgesicht :
In der Liebe ist ewig, was geistig ist.
-In de liefde is eeuwig wat geestelijk is-
1919)

14 april 2020

Zie de mens : Pasen 2020 - 5

De officiële kerkelijke liturgie -die nu noodgedwongen de vorm aanneemt van een huisliturgie- viert een hele week het Paasfeest.

De eerste brief van Johannes wordt dan voorgelezen ter bemoediging en ondersteuning van de pasgedoopten en van de gehele gemeenschap.
"Hoe groot is de liefde die de Vader ons betoond heeft! Wij worden kinderen van God genoemd, en we zijn het ook. De wereld begrijpt ons niet, en ze kent ons niet, omdat zij Hem niet heeft erkend.
Vrienden, nu reeds zijn we kinderen van God, en wat wij zullen zijn is nog niet geopenbaard; maar wij weten dat wanneer het geopenbaard wordt, wij aan Hem gelijk zullen zijn, omdat wij Hem zullen zien zoals Hij is." ( 1 Joh. 3, 1-2)


(Alexej von Jawlensky
Heilandsgesicht : Auferstehung
oder Das Neue Leben II
-Verrijzenis of : het nieuwe leven II-
1918)

12 april 2020

Zie de mens : Pasen 2020 - 4

Liefde is sterker dan de dood.
Hoop is sterker dan de wanhoop.
Vertrouwen is sterker dan het wantrouwen.

Deze boodschap vanuit de paasverhalen
mag ons kracht geven en geduld
in deze onwezenlijke tijden.
De geestkracht van de Verrezene moge ons 
aansteken in deze wereldwijde onzekerheid.

Zalig Paasfeest !


(Alexej von Jawlensky
Meditation
Mein geist wird weiter leben
-mijn geest zal verder leven-
juni 1935)




10 april 2020

Zie de mens : Pasen 2020 - 3

Goede Vrijdag: het christelijke herdenken van de dood van Jezus aan het kruis, de meest vernederende executiewijze in het Romeinse Rijk.
Hoeveel mensen worden op dit eigenste moment gefolterd, gedood, gevangen gehouden?
Hoeveel mensen worden op dit eigenste moment van hun menselijke waardigheid beroofd door ziekte, onrecht, spot, armoede, werkloosheid, vervolging?
Voor hoeveel mensen is het nu nacht in hun leven?
Doorheen die éne gekruisigde moeten we al die mensen zien.


(Alexej von Jawlensky
Grosse Meditation : Die Winternacht,
wo die Wölfe heulen
De winternacht waarin je de wolven hoort huilen
januari 1936
©Museum Wiesbaden)

Met J.S.Bach mogen we ons laten ontroeren.
O hoofd vol bloed en wonden: een korte passage uit zijn Matteüspassie : https://www.youtube.com/watch?v=JsBbdapHj8I

8 april 2020

Zie de mens : Pasen 2020 - 2

Het Joodse paasfeest herdenkt een week lang de bevrijding van het Joodse volk uit Egypte. Dit jaar begint dat feest op 9 april, de dag waarop de christenen Witte Donderdag vieren, de inzet van het Paastriduum (paasdriedaagse). 
De Joden vluchtten uit Egypte, zwierven rond in de woestijn (gedurende 40 jaar=een generatie lang, wil de traditie) om zich dan uiteindelijk te kunnen vestigen. Zoals toen mensen op de vlucht sloegen weg van geweld, onrecht en onderdrukking, zo zijn er ook anno 2020 vele vluchtelingen. 
(©Manolis Lagoutaris/afp
 Vluchtelingenkamp op eiland Lesbos
foto gezien in De Standaard 2/4/2020)

Volgens de VN-vluchtelingenorganisatie zijn er op dit moment méér dan 70 miljoen mensen op de vlucht, op zoek naar een beter leven. Een duizelingwekkend aantal.
Als vreemdelingen komen ze terecht in een land die onbekend is, met een taal en cultuur die hen vreemd is.




Ook Christus heeft het over vreemdelingen. In het Matteüs-evangelie schetst Jezus een beeld van het eindoordeel over de mensen. Dé toetssteen is voor Hem heel eenvoudig: "Ik had honger en jullie gaven me te eten, ik had dorst en jullie gaven mij te drinken. Ik was een vreemdeling en jullie namen mij op, ik was naakt en jullie kleedden mij. Ik was ziek en jullie bezochten mij, ik zat gevangen en jullie kwamen naar mij toe." (Mt. 25, 35-36)


(Alexej von Jawlensky 1937
Fegefeuer I -Vagevuur I)


In deze uitzonderlijke tijden houden deze woorden ons een spiegel voor. Gaan wij in op het dwingende gelaat van de ander of kijken we weg? In het gelaat van de vreemde, de andere het gelaat van de Andere, het gelaat van Jezus zien. 

6 april 2020

Zie de mens : Pasen 2020 -1-

In deze bijzondere Goede Week waar we als christenen genoodzaakt zijn in ons eigen kot het mysterie te gedenken van Jezus' lijden, sterven en verrijzen, wil ik enkele keren een kleine aanzet geven tot mediteren en tot stilstaan bij onszelf.
Als rode draad gebruik ik schilderijen van de Russisch-Duitse expressionistische schilder Alexej von Jawlensky (1864-1941). 
Voor meer achtergrond over zijn leven en zijn werk verwijs ik naar een artikel dat ik geschreven heb voor het monastieke tijdschrift "De Kovel" (Nr. 57, maart 2019, blz. 78-91).
Jawlensky schilderde vanuit een intens religieus bewustzijn. In een brief schrijft hij hierover: "Enkele jaren schilderde ik deze Variaties[een reeks landschappen] en toen moest ik een vorm voor het gezicht vinden, omdat ik had begrepen dat de grote kunst slechts met religieus gevoel zou moeten worden geschilderd. En dat kon ik alleen maar tot uiting brengen in het menselijk gelaat. (...) Ik heb jarenlang gezichten geschilderd. Ik zat in mijn atelier en had de natuur als souffleur niet nodig. Ik hoefde me alleen maar in mijzelf te verdiepen, te bidden en mijn ziel voor te bereiden op een staat van religieus bewustzijn. Ik heb heel veel 'gezichten' geschilderd."

Hij schilderde reeksen "Mystieke koppen", "Heillandsgezichten" en "Abstracte koppen" (zijn eigen titels). Maar vanaf 1914 schilderde hij ook, tot korte tijd voor zijn dood, een kleine duizend "Meditaties". Deze reeks zijn allemaal kleine schilderijen gemaakt vanuit een innerlijke noodzaak binnen de beperkingen van zijn steeds hardnekkiger wordende artritis. Zijn handen werden stijver en elke inspanning om te schilderen werd lastiger. Je kan gerust zeggen dat dit passie-schilderijen zijn en wel in een dubbele betekenis: gegroeid vanuit de passie en gedrevenheid van de schilder en gemaakt terwijl hij leed aan artritis in alsmaar ergere mate. In die zin vind ik zijn meditaties heel passend in deze tijd dat we de passie van de Heer herdenken en overdenken.
Hierboven een eerste "Meditatie", geschilderd in 1936, toen Jawlensky al fel geteisterd werd door artritis. De bijtitel die de schilder meegaf is: eenzaam in de blauwe nacht.
Ik dacht: voor ons, nu, eenzame bidders elk in haar of zijn kot, een treffend beeld.

4 april 2020

Een open raam : zoeken naar uitzicht ...het zwarte gat



In de vorige post had ik het over het naar het donker buiten kijken door een gesloten raam : je ziet dan alleen jezelf en de kamer waarin je zit gereflecteerd. Zo'n ervaring zal voor vele mensen in deze corona-quarantaine-tijden wellicht heel herkenbaar zijn. Dit quarantaine-gebeuren noopt tot reflectie, gewild of niet. 
Maar wat als we de ramen open zetten tijdens de nacht? 
De schilder Henri Matisse toont het ons op een doek dat hangt in het Centre Pompidou in Parijs: "Porte-fenêtre à Collioure" uit 1914.
Dit schijnbaar abstracte doek toont een raam  (zie de blauwe strook links) .dat openstaat Dank zij de titel weten we dat de schilder in Collioure was, een kustplaatsje tussen Perpignan en de Frans-Spaanse grens aan de Middellandse zee.
(eigen foto - 27 december 2019)
Overdag ziet hij de zee met zijn lichtschakeringen en met bootjes, maar 's nachts is de zee een groot zwarte leegte. Maar die leegte zit vol leven, geborgen in het nachtelijke duister.
Vele mensen zullen bij het uitkijken naar God door het raam van hun hart echter alleen maar donkerte zien, zoals Matisse in Collioure. Dit zwarte niets echter zit vol leven. Binnen de christelijke traditie spreekt men over de 'negatieve' theologie en over de 'via negativa' : we weten alleen wat God niet is en kunnen slechts in ontkenningen over Hem spreken. Eckhart, Johannes van het Kruis, Silesius of in de 20ste eeuw Karl Rahner of Urs von Balthasar : allen vertrekken ze vanuit het geheim van God. Uiteindelijk kunnen we niet weten wie God is, maar enkel blijven zoeken, tastend en uitkijkend in het donker. 
Vanuit een raam 's nachts over de oneindige zee.