29 augustus 2025

Orewoet in museum Parcum - 3 -

 In de bijzondere tentoonstelling "Ectasy&Orewoet" (nog tot 9 november in Abdij van Park, Leuven) worden we binnen gevoerd in een wereld van passionele vrouwen (en enkele mannen) die hun leven inrichten in functie van hun passioneel verlangen. 
Een vorm van vernieting (loslaten en verlies van het ego) kan tot extase leiden en tot het verdwijnen (voor even) van de grens tussen ego en iets/Iemand allesoverstijgends. Vaak wordt deze ervaring beschreven als een storm. Dit beeld is meerlagig en zit vol contrasten: innerlijk/uiterlijk ; aanwezigheid/afwezigheid ; pijn/vreugde ; dood/leven ; bittere liefde/zoete liefde ; het niets/het al. Taal schiet tekort om deze ervaringen te verwoorden en ook beelden blijven beperkt.
Het doet mij denken aan de godservaring van de profeet Elia waarbij de meerlagigheid mooi verwoord werd in 1 Koningen 19, 11-13 :
"Kom naar buiten, zei de Heer, en treed hier op de berg voor mij aan. En daar kwam de Heer voorbij. Er ging een grote, krachtige windvlaag voor de Heer uit, die de bergen spleet en de rotsen aan stukken sloeg, maar de Heer bevond zich niet in die windvlaag. Na de windvlaag kwam er een aardbeving, maar de Heer bevond zich niet in die aardbeving. Na de aardbeving was er vuur, maar de Heer bevond zich niet in dat vuur. Na het vuur klonk het gefluister van een zachte bries. Toen Elia dat hoorde, sloeg hij zijn mantel voor zijn gezicht."
Vuur, stormwinden, aardbevingen, stilte : allerlei aspecten van een overweldigende Godsontmoeting bij Elia én bij de middeleeuwse mystica's. Vele beelden, vele woorden maar allen ontoereikend om deze ervaringen uit te drukken. De zachte bries...daar gaat het uiteindelijk over.
En dit aanvoelen is ook aanwezig bij hedendaagse kunstenaars om hun extatische zoeken uit te beelden.
Dome Wood maakt olieverfschilderijen opgebouwd uit geometrische patronen en vormen die volgens de artiest de mens kunnen helpen om een diepere staat van bewustzijn te bereiken, een vierde dimensie. Waar de christelijke Godzoekers mediteren bij een kruisbeeld met de vijf wonden van Christus, nodigt Wood de hedendaagse mens uit met grote aandacht zich over te geven aan deze doeken, met als gemeenschappelijke titel : 'The Containment of the Inner' (het omsluiten van het innerlijke).
(Dome Wood - eigen foto)


Artiest Emma Talbot maakte een drieluik op zijde met als titel 'The age of the reaper' (het tijdperk van de oogst). De vrouwelijke figuur zien we in verschillende situaties, maar in het middendeel bovenaan zien we een zwarte opening, een leeg gat en de vrouw die binnengluurt. Talbot wil de toeschouwer uitnodigen om in het eigen leven ruimte te maken voor introspectie en de sprong te wagen in het ongewisse zodat er nieuwe perspectieven kunnen ontspringen voor de zoekende mens.
(The Age of the Reaper detail - eigen foto)


Deze expositie lijkt mij dan ook een aansporing om te blijven zoeken naar wat ons overstijgt, om iets groters na te streven en daartoe ons verlangen te voeden en ons innerlijke vuur zuurstof te geven.


23 augustus 2025

Orewoet in museum Parcum - 2 -

Nog tot en met 9 november kan je in de abdij van Park (Leuven) de interessante tentoonstelling "Ecstasy&Orewoet" bezoeken over extase bij middeleeuwse vrome vrouwen uit de Lage Landen in confrontatie / in dialoog met hedendaagse kunstenaars.  
De middeleeuwse vrouwen (begijnen of kloosterzusters) waren op zoek naar een mystieke eenwording met Christus. Bernardus van Clairvaux had het Bijbelse boek 'Hooglied' al becommentarieerd als de beleving van de christelijke ziel als bruid die zoekt naar eenwording met de bruidegom die Christus is. Hij en andere auteurs zoals de Brusselse Jan van Ruusbroec beschreven het pad dat de godzoeker moest volgen om tot een vereniging met Christus te komen. Op een meer lyrische wijze vertolkten vrouwen hun zoektocht en beschreven hun ervaringen.
Gedreven door orewoet (een lichtend heftig verlangen naar de beminde) aanschouwde Lutgardis van Tongeren een kruisbeeld en in een visioen zag ze hoe Jezus zijn ene hand van het kruis verplaatste tot een omhelzing met Lutgardis en hoe zij bloed dronk dat uit zijn zijde vloeide. Deze scène is meermaals te zien in de expo in Leuven, zoals onmiddellijk bij de inkom van de tentoonstelling.
(© Klasse)

Via beschouwing van beelden, het lezen in Bijbel en andere vrome literatuur, het doorleefd ter communie gaan tijdens de misviering en het intens mediteren en bidden gebeurt het dat de mystica als het ware zichzelf overstijgt, zichzelf verliest en een ervaring van bewustzijnsverplaatsing doormaakt. Ze beleeft een extase, een gevoel van eenheid met een groter geheel en met het goddelijke. Deze ervaring overvalt haar en is niet zomaar te produceren. Geen zelf opgewekte trance maar een overrompelende ervaring.
De geliefde beminnen wil voor deze vrouwen zeggen dat ze ook willen mee-lijden met de lijdende Christus. De meditatie over het lijden van Jezus in woord en in beeld loopt soms uit op het willen voelen van dit lichamelijke lijden door zichzelf te geselen.
Bij deze liefdeszoektocht is het lichaam heel nadrukkelijk aanwezig. Zowel bij de 'aangename' als bij de 'pijnlijke' fases. Voor ons springen deze boetedoeningen in het oog en zijn niet zo makkelijk te verstaan. Maar de hedendaagse ultrasporters en atleten laten hun lichaam ook afzien om tot betere prestaties te komen en om de zogenaamde 'runners high' te beleven... Een video met Marina Abramovic of interviews met atletes en milieuactivistes in deze expo  maken ook de brug tussen afzien omwille van een ideaal en omwille van de orewoet, de drang naar eenwording met de Geliefde.

19 augustus 2025

Orewoet in museum Parcum - 1 -

 Nog tot en met 9 november kan je in de Abdij van Park (Leuven) de expo bezoeken met als sprekende titel : Ecstasy & Orewoet.
Ecstasy (XTC) verwijst naar de drugs die heden ten dage vaak ingenomen worden om tot een verandering van bewustzijn te komen. Via deze (en andere drugs) proberen mensen de sleur van het dagdagelijkse te doorbreken en buiten zichzelf te treden.
Orewoet is een Middelnederlands woord dat gebruikt werd door mystici in de 12e-13e-14e eeuw om hun overweldigende drang naar eenwording met Christus te benoemen. De hedendaagse drang naar buitengewone ervaringen en de middeleeuwse zucht naar christelijke mystieke ervaringen naast elkaar plaatsen biedt een nieuw perspectief op toen én op nu!!
Nadat Jezus zich aan de middeleeuwse mystica geopenbaard heeft als zoete vervullende liefde, komt de ontnuchtering dat Hij niet altijd nabij voelt en de mens denkt zijn liefdesverdriet niet te boven te komen. In lied 24 zegt Hadewijch het dan zo :
"ende nu so hevet geworpen neder
dat hi en waent vercomen weder,
hen si al onversien,
bi orewoede van minnen, maget gescien."
(of omgezet in hedendaags Nederlands:
en die ze nu zo diep heeft neergeworpen
dat hij er niet meer bovenop denkt te komen,
tenzij totaal onverwacht,
door razende begeerte naar minne, misschien."
(Hadewijch, Liederen, Historische Uitgeverij,2009, blz. 198-199)

In het middeleeuwse Brabant  en Luik leefden begijnen, kloosterzusters en andere 'mulieres religiosae' die zochten naar mystieke eenwording met Christus. Hun zoektocht is gedocumenteerd in levensverhalen, brieven, liederen en getuigenissen en werd inspiratiebron voor uitbeeldingen allerhande. Deze drang wordt in de tentoonstelling geplaatst naast de vele vormen van hedendaagse zoektocht naar trance, extase en het ontsnappen aan het eigen ik. Hoe verschillend de beeldtaal en de vormen ook schijnen, toch ziet de bezoeker parallellen tussen toen en nu.
Bijzonder aan de Middeleeuwse extatische vrome vrouwen is dat hun trances niet zo kortstondig waren als voorheen. Een extatische toestand kon uren en soms dagen duren. En daarbij komt dat zij ook zelf vaak hun ervaringen beschreven. Later zal het de Karmel-mystici uit het 16e eeuws Spanje ook overkomen (vb. St. Jan van het Kruis en Theresa van Avila). Vandaar dat we ook naast vrouwen uit de Lage Landen ook enkele keren Theresa van Avila zien passeren in deze tentoonstelling.
Zoals het schilderijtje uit ca. 1650 waarbij het kindje Jezus met een gouden pijl het hart van de bewusteloze Theresa doorboort. Deze scene heeft Theresa zelf beschreven in haar autobiografie. Zo'n ervaringen waren ook bekend bij de mystici uit de Lage Landen. De biddende heeft het gevoel overvallen te worden door Gods liefde alsof ze geraakt wordt door een bliksemschicht (vb. vita Beatrijs van Nazareth).
(eigen foto)





15 augustus 2025

De zwarte Madonna van Halle

 Op dit Maria hoogfeest kijk ik even naar een bijzonder cultusbeeld van Onze Lieve Vrouw, nl. de zogenaamde Zwarte Madonna die al eeuwen lang vereerd wordt in het Brabantse stadje Halle.
(©VisitHalle.be)


Het beeld werd in 1267 geschonken aan Halle door de graven van Henegouwen, die het zelf via via geërfd hadden van Elisabeth van Hongarije (of van Thüringen) (1207-1231). Deze koningin werd tijdens haar leven al bekend om haar onverschrokken zorg voor de zieken en armen en al vlug na haar dood werd ze heilig verklaard.
Het beeld van de zwarte madonna staat in de Sint-Martinusbasiliek, die werd ingezegend in 1410. Vooral nadat in 1489 bij een beleg van de stad stad en kerk gevrijwaard werden van grote vernielingen, werd dit toegeschreven aan de tussenkomst van Maria. In de basiliek ziet men nog de kanonballen die door de mantel van de Madonna zouden zijn opgevangen. De Madonna zelf zou dan zwart geworden zijn door de kruitsporen.
Halle en de Madonna werden vaak ingezet door politieke leiders die bij haar beeld om haar voorspraak baden.
Al deze elementen vinden we terug in een gedicht van Achilles M. Surinx. We lezen er verwijzingen naar deze geschiedenis én we gaan als het ware met de dichter mee bidden bij dit beeld.

HALLE

Ik knielde voor het hoogaltaar en
keek naar je op, Zwarte Madonna.
Jouw gelaat verhulde de zachte ogen van
een moeder met een zogend kind, terwijl
kroon en praalkleed je koninklijk tooiden.

Ik knielde op de uitgesleten stenen trappen,
waar ik sporen voelde van zovelen eerder:
Albrecht, Isabella, Karel en Filips; stout,
schoon of braaf, rijk, mooi of arm; ze waren
altijd blijven komen. Moeders en rijpe dochters
zochten bij jou de troost die ze ontbeerden.
Geuzen en veroveraars werden afgehouden,
getuigen 32 ijzeren ballen uit kanonnen.
Naalden, valken, kwade gedachten,
een gewisse dood, je wist met alles raad.

Verlos mij van mijn vruchteloos verdriet!
Misschien zijn wonderen weer in de lucht,
is er genade voor wonden diep vanbinnen,
mogen oude vrijheden bestaansrecht hebben.
Nooit heb ik te veel gezien, te veel gehoord.

(uit: Surinx, Achilles M., Wat het voorstelt. Gedichten 1989-2017., Wevelgem, uitg. Aleph, blz. 89)

10 augustus 2025

Oproep tot innerlijke vrijheid : Maurice Zundel (1897-1975) -1-

 Op vandaag 10 augustus is het exact vijftig jaar geleden dat de Zwitserse priester Maurice Zundel overleed. Deze eigenzinnige man geraakte in 1923 bevriend met Giovanni Batista Montini (1897-1978), de latere paus Paulus VI. Zundel was sterk beïnvloed door zijn protestantse grootmoeder en protestantse vrienden tijdens zijn jeugdjaren in Zwitserland. Dezen brachten de Bijbel in het leven van Zundel en zo kwam hij al jong tot de ontdekking dat het evangelie vooral een kwestie was van beleven, en niet van kennen. Ook had hij als tiener enkele bijzondere gebedservaringen als doorleefde ontmoetingen met God.
(Maurice Zundel als jonge priester)

Vanuit deze vroege ervaringen leken de scholastiek en de katholieke middelmatige beleving zo onevangelisch. Hij formuleerde zijn bedenkingen vanuit zijn eigen ervaringen en deze werden door vele doorsnee priesters en bisschoppen beoordeeld als op het randje van de ketterij, als het al niet ketterij was. Zo pleitte hij voor godsdienstvrijheid als vers gewijd priester (1922), terwijl pas heel op het eind van het Tweede Vaticaans concilie deze idee werd uitgewerkt in het document "Dignitatis Humanae"(1965). 
Zundel preekte armoede als voorwaarde om evangelisch te leven. Deze uitspraken deden zijn bisschop besluiten hem naar het Dominicaans college in Rome te sturen 'om zijn theologie bij te spijkeren'. In die dagen ontmoet Zundel voor het eerst zijn leeftijdsgenoot Montini. Eenmaal terug in Zwitserland blijft zijn bisschop super wantrouwig. Hij zou gezegd hebben tegen Zundel : 'De Kerk wantrouwt mystici; ze heeft nood aan heiligen.'
Tientallen jaren lang krijgt hij het ene postje na het andere, aalmoezenier nu eens bij religieuzen, dan in scholen, kapelaan in een stadsparochie,... maar nergens krijgt Zundel kansen om zich kerkelijk te ontplooien. Tussendoor verblijft hij even in Parijs en ontmoet opnieuw Montini. Zundel schrijft in de jaren 1930 een eigen catechismus, die echter geen publicatietoelating krijgt van de bisschop. Toch wordt deze gedrukt en verspreid -in de luwte- en later zal paus Paulus VI zelf uit dit werk citeren. Vanaf 1946 wordt Zundel een rondtrekkende predikant, die retraites en voordrachten geeft in het Midden-Oosten, in Frankrijk, Engeland, Duitsland, Italië. 
(G.B.Montini als jonge priester mei 1920)

In 1972 wordt hij door paus Paulus zelf gevraagd om de vastenretraite te preken in het Vaticaan.
Daar, voor een publiek met curiekardinalen en de paus zelf, pleit Zundel om de persoon van Jezus centraal te stellen en niet de organisatie van de kerk. Op het einde van deze retraite vraagt de paus uitdrukkelijk aan Zundel dat deze toespraken zouden uitgegeven worden. In het Nederlands verscheen deze retraite als "Die God, deze mens" (Gooi en Sticht, Hilversum, 1978). 
Het beleven van een relatie met God is begin en einde van elk christelijk leven. Dogma's en kerkelijke organisatie zijn daaraan ondergeschikt. Zoals Zundel het zegt in zijn Vaticaanse retraite :
"Opdat de kerk de geest boeit en het hart van de mensen raakt, is het dus van uitzonderlijk belang dat zij altijd verschijnt als een persoon en nooit als een instituut." (Die God deze mens, blz. 203)
Dit spanningsveld is op vandaag nog altijd heel actueel, een blijvende uitdaging om zich telkens te bekeren tot de God-mens Jezus. Al vijftig jaar overleden blijven de inzichten en inspiraties van deze priester nog altijd hun uitdaging behouden.

4 augustus 2025

Zaaien met tranen

 Wij als christen gelovigen voelen ons verweesd en onzeker in deze tijden waar we ons verhaal met God en Jezus zien afketsen op onverschilligheid, argwaan, vooroordelen en dorre wetenschappelijkheid. Als we ons kleine leven afzetten op de tijdslijn van het Eerste en Tweede Testament en daarna, dan zien we dat gelovigen heel vaak leefden als minderheden in een vijandige omgeving. De situatie in West-Europa tijdens de twintigste eeuw was voor de kerk vrij uitzonderlijk. Tot kort na Wereldoorlog II kon de kerk een zware stempel drukken op de samenleving en deze machtspositie leek haar nogal evident. Nu ontstaat er een situatie waarin de christen gelovigen zichzelf terugvinden waar Christus ze ook zag : als zout (teveel zout is ongezond en verpest de smaak) of als gist (een kleine hoeveelheid kan een brood doen rijzen of bier op smaak brengen), als bron (klein begin van een soms grote stroom). 
Psalm 126 zingt ook deze tweespalt uit : de droefheid omdat de inzet schijnbaar zonder resultaat is en de hoop/het verlangen dat er vruchten zouden zijn voor iedereen. In het eerste deel zingt de dichter over de terugkeer uit ballingschap, maar het tweede deel toont dat dit een wens is, dat de ballingschap nog gaande is. 
Meerdere keren heeft de Nederlandse dichter Huub Oosterhuis vanuit deze psalm geschreven. Een van deze liederen laat ik hier horen, gezongen door de kleinkunstzangeres Lenny Kuhr. "De steppe zal bloeien" gaat over vertrouwen en geloof, over dood en verrijzenis, over overgave en ommekeer.
Maar ook aan het Jezuswoord bij Johannes kunnen we denken : "Als de graankorrel niet in de aarde valt en sterft, blijft ze alleen, maar indien ze sterft brengt ze veelvoudig vrucht voort."(Jo. 12,24-25).