5 april 2018

God dichten tot Hij openbreekt - 6

De bloemlezing van gedichten over geloof en ongeloof "Van God los" (uitgeverij Lannoo, 2011) blijft mij bij momenten verrassen en ontroeren.
Soms is het zo eenvoudig, zoals dit vers van een Russische dichter die mij verder totaal onbekend is, Vladislav Chodasevitsj (blz. 45).
Het titelloze gedicht behoeft voor mij geen commentaar.

(Dikkele 11 november 2005)
Ik leef in alledaagse zorgen,
maar in het verborgene
leeft als een vlammend wonder
de ziel buiten mij om.

En als ik me haast naar de tram
of over een boek zit gebogen,
hoor ik ineens het geknetter van vuur -
en ik sluit de ogen.

De dichter zegt hier  dat hij geen greep heeft op de ziel van hem -die moeilijk vatbare kern van zijn bestaan-, die hij verbeeldt als een (smeulend?) vuur. Het is buiten zijn controle om dat er een ervaring plaatsgrijpt van bezield leven, leven met meer dan je kan begrijpen of controleren. Zoals je vuur niet helemaal kan controleren, vooral als de wind mee in het spel is. Bij het begin van de paaswake in de trappistenabdij van Sint Sixtus in Westvleteren dit jaar zorgde de wind ervoor dat de tere vlam van de paaskaars niet standvastig bleef branden. Zelfs de vroomheid van de monniken kon het paasvuur niet behoeden...
Vuur en licht, beelden die in deze paastijd ons willen aanspreken voorbij de grenzen van ons inperkende verstand, nodigen uit om geknetter te horen onder of achter of doorheen de geluiden van ons dagelijkse leven. Vuur dat op Pinksteren centraal zal staan bij de voltooiing van de paastijd.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten