In 1969 verscheen bij Desclée De Brouwer het boek van José de Broucker "Dialogen met Helder Camara. Portret van een vredelievende geweldenaar." waarin deze Franse journalist de aartsbisschop van Recife gedurende weken volgt in zijn dagelijkse bezigheden en hem interviewt. Dom Helder Camara leefde van 1909 tot 1999 en was van 1964 tot 1985 aartsbisschop van Olinda en Recife (Noord-Oost-Brazilië). Tijdens het Tweede Vaticaans Concilie was hij een belangrijke figuur die heel hoog gewaardeerd werd door onder anderen kardinaal Suenens (toen een van de vier moderatoren van het concilie).
Hij was ook een fervente tegenstander van de dictaturen die toen in Brazilië en andere Zuid-Amerikaanse landen zorgden voor een zeer onsociale politiek. Hij bezielde de CELAM (Zuid-Amerikaanse bisschoppenconferentie) tot een uitgesproken inzet voor de armen en de verdrukten. Vandaar ook zijn bijnaam : de rode bisschop.
Enkele keren was hij in België, onder meer op 21 mei 1970 om een eredoctoraat te ontvangen aan de KU Leuven. Ik mocht hem twee keer meemaken eenmaal tijdens de uitvoering van een door hem geschreven oratorium en eenmaal tijdens een vastenbezinning in de Gentse Sint Baafskathedraal. Ik was enorm onder de indruk van de energieke en tegelijk warm-menselijke uitstraling van die kleine broze man.
![]() |
| (links kardinaal Suenens en in het midden Dom Helder Camara na de ontvangst van een eredoctoraat aan KU Leuven 21 mei 1970 ©wikipedia) |
José de Broucker brengt verslag uit van zijn weken met dom Camara, deels als beschrijvende ooggetuige, deels als interviewer.
"Dom Helder slaapt niet. Maar waarschijnlijk moet het geheim van zijn vitaliteit en zijn evenwicht gezocht worden in wat hij juist zijn 'nachtwake' noemt.
-Sinds het seminarie ben ik gewend 's morgens om 2 uur op te staan. Ik zet mijn wekker, en ik ben dan heel moe. Maar op dat moment, hé, maak ik weer eenheid. Overdag word ik in alle richtingen uit elkaar getrokken: een arm trekken ze hierheen, mijn andere arm staat uitgestrekt naar een andere richting, het ene been is deze kant uitgegaan, het andere die kant uit. Ik moet weer eenheid maken. Ik haal mijn ene arm terug, en de andere arm, dit been, en dan dat been...
Weer eenheid maken in Christus vooral...
Het is de tijd dat Dom Helder zijn brevier bidt, de tijd voor persoonlijk gebed ook, en dat hij zijn korte meditaties in versvorm schrijft.
(...) De 'wake' begint om 2 uur 's morgens. Hoelang ze duurt? Te oordelen naar wat erin afgedaan wordt, heel lang.
Doch even ritueel als hij opstaat, houdt Dom Helder eraan vast weer naar bed te gaan en nog wat te slapen voor de mis. En als hij niet in een of andere parochie verwacht wordt, leest hij die mis om 6 uur, kwart over 6..."
(o.c. blz. 42-43 passim)
De Broucker mocht toen ook
enige van Camara's nachtmeditaties
in zijn dialogenboek opnemen.
In een van die meditaties gaat het over knielen.
"Allen verwachtten dat ik voorwaarts ging
en mijn verlangen
was op de knieën te vallen
en u te horen zeggen :
'Ik ben de Weg'. "
(o.c. blz. 222)
De sociale voortrekker geprangd tussen wat zijn omgeving verwachtte en hoe hijzelf zijn roeping beleefde. In de jaren 1970 was er vaak binnenkerkelijke spanning over de verhouding actie en gebed, sociale inzet en contemplatie, verzet en overgave of hoe dit spanningsveld ook genoemd werd. Camara toonde in zijn leven dat die twee samen horen.

Geen opmerkingen:
Een reactie posten