1 april 2019

Gedenk o mens...

De christelijke veertigdagentijd doet ons bewust stil staan bij een spanningsveld in elk mensenleven.
Er is onze droom en drang naar zelfstandig leven, onszelf ontplooiend en de veertigdagentijd is altijd lente-tijd. Dit seizoen versterkt onze levensdrang.
Er is echter ook het besef van onze gebrokenheid, onze sterfelijkheid, onze afhankelijkheid.
De dichter Hubert van Herreweghen verwoordt het prangend in onderstaand gedicht.
Het natuurbeeld van het sneeuwklokje is dit jaar misschien iets minder  aansluitend omdat Pasen én dus ook Aswoensdag zo heel laat in het voorjaar vallen.

SNEEUWKLOK DIE DE LENTE LUIDT . . .
                                                                                      

Sneeuwklok die de lente luidt,
bel het aan de graskant uit;
ik moet om het askruis gaan,

op mijn voorhoofd laten schrijven
dat ik hier niet lang mag blijven,
dat ik moet tot mest vergaan,

dat de goedgespannen huid
openspringt onder het kruid,
dat dit schoon lijf binnenkort

rot, beschimmelt en verdort,
dat ik moet om 't askruis gaan
bij de zwarte kapelaan.

(Hubert van Herreweghen, Verzamelde Gedichten, Lannoo, Tielt, 1986, blz. 161)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten