7 april 2019

Veertig dagen in de woestijn...-1-

De woestijnervaring van Jezus, zoals die is beschreven in de synoptische evangelies, heeft de vroege kerk geïnspireerd tot het instellen van een veertigdaagse vasten als voorbereiding op het Paasfeest.
Anno 2019 is de woestijn ervaren voor de rijke Westerse mens een toeristische trip geworden.
Maar wie probeert te leven dicht bij zichzelf en dicht bij de mensen rondom hem/haar, die kent een andere soort woestijn. Het leven blijkt niet zo vanzelfsprekend succesvol als eerst gedacht. Andere mensen én ikzelf blijken niet zo betrouwbaar goed als eerst gedacht. (Zelf)vertrouwen wordt beproefd, hoop wordt in vraag gesteld, je eigen lichaam blijkt van bondgenoot veranderd te zijn tot vijand. Je voelt jezelf als een uitgedroogd stuk aarde, snakkend naar het water van de bevestiging en erkenning, van gezondheid en succes. Je staat ongeweten en ongewild mét Jezus in de woestijn.

Zo verwoordde de priester-dichter José De Poortere (°1935) het in volgende verzen, waarbij ik ook terugdacht aan de grote droogte van de zomer 2018:

III  VIA DOLOROSA

9                                                                                             


In de droogte dringen
sterk onkruid en distel
zich op in het gras,
zwarte merels wijken niet
ze dromen van wormen.
In de ring van de vijver
hapt de goudvis, bijt de reiger
in de kieuwen van de ander.
Rozen laten zijden ondergoed vallen.

Mijn verdroogde mond spreekt niet
uit mijn keel komt geen geluid,
mijn verdroogde ogen zien niet,
mijn oren horen niet,
mijn verstopte neus ruikt niet.
God ik droog uit van de twijfel,
mijn vet verteert door de angst,
laat me wandelen met u
in de koelte van lanen,
de lijster horen op het dak.

(uit: José De Poortere, Van een man zonder helm. Gedichten 1997. Uitg. Zuid & Noord, blz.29) 

Met deze ervaringen van 'uitgedroogd' leven sluit de dichter aan bij meerdere bijbelse verhalen en passages. Hier denk ik aan bvb. enkele psalmverzen (allen genomen uit de Naardense bijbelvertaling):
"Als een potscherf is verdroogd mijn kracht,
mijn tong aan mijn gehemelte gekleefd,
in het stof des doods legt gij mij neer!"
(psalm 22, 16)
"God, mijn God zijt gij,
u blijf ik zoeken, mijn ziel is dorstig naar u;
naar u smacht mijn vlees,
in een land: uitgedroogd,
uitgeput-zonder water."
(psalm 63,2)
"Geslagen als het gras en droog is mijn hart,
ja, mijn brood vergat ik te eten."
(psalm 102,5)
De Bijbelse dichter en de Vlaamse dichter beleven hun dorre levenservaringen toch in verbondenheid met het geloof in een God die nabij is ondanks alle ellende. Er is twijfel, maar die twijfel is een gelovige twijfel.
Hier denk ik aan de confrontatie van Jezus met een 'bezeten' jongeman beschreven in het Marcus-evangelie (hoofdstuk 9). Als Jezus zegt tot de vader van de jongen dat alles mogelijk is voor wie gelooft, reageert deze met een schreeuw om hulp: "Ik geloof! - help mij in mijn ongeloof!" (vers 24)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten