9 mei 2021

Het Lied der Liederen... een Paaslied? - 5 -

 De Joodse traditie wilt dat het Lied der Liederen of beter gekend als het Hooglied wordt voorgelezen in de Paasweek. 
In vorige berichten maakte ik melding van een gedichtenreeks van Thomas Möhlmann geïnspireerd op de acht hoofdstukken van het Hooglied. Nu wil ik je nog laten kennismaken met een bewerking van een aantal passages uit het Hooglied door dichter Judith Herzberg. Deze bewerking kwam er in opdracht van het IKOR voor een kindertelevisieprogramma en werd in november 1971 uitgegeven door Uitgeverij De Harmonie.
Hieronder kan je lezen hoe Herzberg het hoofdstuk 3, verzen 1 tot 5 heeft herwerkt. Wie een klassieke bijbelvertaling ernaast legt zal zien dat zij heel dicht bij de tekst blijft. 
Dan kan je nog eens terugkijken naar het gedicht van Möhlmann (zie deze blog 27 april 2021) vanuit hetzelfde hoofdstuk.

Slaap is geen slapen meer
sinds ik met jou sliep, lief.
's Nachts als ik wakker werd
verlangde ik naar hem
naar wie ik zo verlang.
(Marc Chagall
Het blauwe landschap
1949))

Daarom maar opgestaan
en maar wat rond gaan lopen
in de stad. De straten door
en hopen dat ik mijn liefste
vinden zou die ik wou dat er was
maar die ik nergens zag.

De wacht, die in de stad
de ronde doet, heb ik ontmoet.
Heb jij mijn liefste niet gezien?

Net was ik daar weer weg
toen zag ik hem van wie
ik hou - omhelsde hem
en liet hem niet meer los.

Ik nam hem mee naar huis -
of naar mijn moeders huis,
tot in de kamer waar ik geboren ben.

Ik zeg jullie met klem
Jerusalemse meisjes :
zet niet tot liefde aan
laat haar vanzelf ontstaan.
(uit: Judith Herzberg, 27 liefdesliedjes, Uitg. De Harmonie, Amsterdam, september 1986 [zevende druk], blz. 19)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten