22 augustus 2024

Het evangelie ver-dicht en ver-beeld - bij El Greco 1

 In de kunsten zoeken artiesten wat de evangelieverhalen kunnen betekenen. Schilders doen het al schilderend, dichters al dichtend. En soms dichten poëten bij een beeld.
De Nederlandse dichter Simon Vestdijk (1898-1971)schreef een vers bij het grote doek van de Grieks-Spaanse schilder El Greco (1541-1614) El expolio (de ontkleding van Christus)  (1577-1579) dat geschilderd werd voor de kathedraal van Toledo. 
El Greco schilderde een rustige Christus wiens verlichte gezicht naar de hemel is gericht in felrood gewaad, omringd door een reeks harde, grimmige hoofden met elk een eigen persoonlijkheid. Aan zijn voeten zien we links hoe een timmerman het kruis klaarmaakt waaraan hij zal sterven en rechts de drie Maria's die droevig toekijken.
(El Greco : El expolio - ©museodelprado.es)


En de dichter Vestdijk focust zich ook op deze tweedeling boven en beneden, met in de eerste twee terzinen de vraag of Christus zich kon/mocht/wilde redden uit zijn lot of niet. De twee laatste terzinen proberen te achterhalen wat er omgaat bij de moeder van Jezus. Menselijker wijze is de kruisdood die zal volgen op deze ontkleding een falen en dat besef doorademt heel het gedicht van Vestdijk. De dichter verwijst daarbij ook naar de evangeliepassage waarin de soldaten zijn kleren in vieren verdeelden (cfr. Joh. 19,23). Ook al kan een schilderij geen geluid maken, toch weet de dichter de hectiek die Christus omringt mooi te verwoorden : kletteren, twisten, schetteren in contrast met de ingetogenheid van Christus en Maria.
Twee benaderingen, gespreid over vier eeuwen, maar allebei met een heel menselijke inslag, allebei denkend over de menselijkheid en goddelijkheid van Christus.

DE ONTKLEDING CHRISTI

 Naar El Greco

'Kan hij de soldeniers die rond hem kletteren
En twisten om 't eigendom van zijn kleed
Niet met één heffen van zijn blik verpletteren?

Moet hij den laffen aanloop tot een wreed
Voldongen doem als heil'gen plicht betrachten,
Is hij moede voltrekker-zélf van 't leed?'

Voelde er zoo eene onder haar die wachtten
Met hem tezamen op 't einde? Ontstraalden
Haar and're dan berustende gedachten

Waarvan men later wonderen verhaalde?
Zij stond als moeder vroom in 't woeste schetteren,
Maar vrouw is zij geweest den held, die faalde!
(Vestdijk, Simon in : Het evangelie volgens dichters. Bloemlezing uit de Nederlandstalige poëzie. Samengesteld door Patrick Lateur en Stefan van den Bossche., uitg. Lannoo, Tielt, 1999, blz. 182)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten