23 november 2024

Broodnodig lezen als open raam - 7 -

 In de luwte van de zomermaanden publiceerde paus Franciscus een brief aan de verantwoordelijken van de vormingscentra van pastores over de waarde van literatuur. Deze brief is echter ook een mooie kleine filosofie over het belang van het lezen van romans en poëzie voor de mensen. In vorige berichten heb ik al een hele weg afgelegd binnen deze brief. Na persoonlijke herinneringen en een rondgang door lectuur over literatuur is voor de paus literatuur wezenlijk om ons hart open te stellen voor de veellagige werkelijkheid van een mensenleven. In die veelkleurigheid kan men ook sporen naar de onuitspreekbare grond van alle leven. 
Een belangrijk aspect van het lezen van een literaire tekst is dat het ons in staat stelt om te kijken door de ogen van anderen. "Het activeert in ons de empathische kracht van de verbeelding, die een fundamenteel voertuig is voor het vermogen om ons te identificeren met het standpunt, de toestand en de gevoelens van anderen, zonder welke er geen sprake kan zijn van solidariteit, delen, mededogen of barmhartigheid." (alinea 34)
"Als we een verhaal lezen, stelt ieder van ons dankzij de visie van de auteur op zijn eigen manier het geschreeuw van een verlaten meisje voor, de oudere man die het lichaam van zijn slapende kleinzoon bedekt, de passie van de kleine zakenman die probeert rond te komen ondanks de moeilijkheden, de vernedering van de man die zich door iedereen bekritiseerd voelt, de jongen die droomt als de enige manier om te ontsnappen aan het lijden van een ellendig en gewelddadig leven. Als we te midden van deze verhalen sporen van onze innerlijke wereld voelen, worden we gevoeliger voor de ervaringen van anderen, (...) kunnen we hun inspanningen en verlangens wat beter begrijpen, zien we de werkelijkheid door hun ogen en worden we uiteindelijk medereizigers." (alinea 36)
De paus is zich bewust dat empathie met anderen kan leiden tot het alles plat relativeren. Hij zegt daarover : "De symbolische weergave van goed en kwaad, waarheid en leugen, als dimensies die in de literatuur de vorm aannemen van individuele levens en collectieve historische gebeurtenissen, neutraliseert het morele oordeel niet, maar voorkomt dat het blind of oppervlakkig veroordelend wordt." (al.38)
Paus Franciscus denkt dan verder na over de morele uitdagingen van goede literatuur. "In het geweld, de zwakte of kwetsbaarheid van anderen hebben we de gelegenheid om dieper over onszelf na te denken. Door lezers een brede kijk te geven op de rijkdom en ellende van de menselijke ervaring, leert literatuur hun oog te hebben voor de traagheid van het begrijpen, voor de nederigheid van het niet-vereenvoudigen, voor de zachtheid van het niet pretenderen de menselijke conditie te beheersen. Oordelen is zeker nodig, maar we mogen nooit de beperkte reikwijdte ervan vergeten: oordelen mag nooit leiden tot een doodvonnis, tot het uitwissen of tot het onderdrukken van menselijkheid ten gunste van een dorre totalisering van de wet. (...) De literaire blik leidt de lezer tot het ontwikkelen van een besef van grenzen, tot het afzien van cognitieve en kritische overheersing over de ervaring."(al. 39-40 passim)
Volgens Franciscus is de literatuur een impuls tot onophoudelijk luisteren en als een bereidheid betrokken te raken bij de buitengewone rijkdom van de geschiedenis van de mensen. Voor hem is de bron van deze overvloed de aanwezigheid van de Geest die zichzelf geeft als genade, "met andere woorden als een onvoorspelbare en onbegrijpelijke gebeurtenis die niet afhankelijk is van menselijk handelen maar die de mens herdefinieert als de hoop op verlossing."(al.40)
Zo nadert de paus stilaan het einde van zijn uiteenzetting. 
In de picturale traditie wordt het begin van de incarnatie, de bevruchting van Maria door de Geest, meestal weergegeven terwijl Maria aan het lezen is in een boek. In het Lucasevangelie (hfst.1,28) wordt gezegd dat de engel Gabriël binnenkomt bij Maria, maar nergens staat er waarmee zij op dat moment bezig was. Vroomheidsoverwegingen vulden het evangelieverhaal aan door zich Maria al lezend in de Torah in te beelden. Door te lezen stelt de mens zich open voor de onkenbare anderen/de onkenbare Andere en dan is zo'n uitbeelding best plausibel. De vroomheid van deze traditie sluit nauw aan bij wat paus Franciscus in zijn brief van 17 juli schreef... en het mag gerust een ander boek dan de Bijbel zijn als het hart maar open staat voor wat er meer is dan er staat. Daarom hierbij een verbeelding van de boodschap aan Maria geschilderd door Marc Deconinck (Oostende 1957) in 1999 voor de toenmalige Lucaskerk in Osdorp (Amsterdam) en nu te zien in de Pauluskerk in hetzelfde Osdorp.

(foto : Ronny Bruneel)


Geen opmerkingen:

Een reactie posten