We hebben een nieuwe agenda in gebruik genomen en/of op ons mobieltje een nieuw jaar geactiveerd. De feestdrukte is weer wat gaan liggen.
De kerstverhalen bij Lucas vermelden nog twee momenten na de geboorte
waarbij Jozef en Maria de joodse gebruiken opvolgen.
De achtste dag ontvangt het kind een naam
en wordt de jongen besneden en
de veertigste dag is er een rituele reiniging van de moeder
en een 'toeheiliging' van de eerstgeborene aan God in de tempel.
De kerk viert de besnijdenis van Jezus op 1 januari
en de toeheiliging aan God in de tempel
op 2 februari (Maria Lichtmis)(zie Lc. 2, 22-35).
Bij die toeheiliging verschijnt een oude man, Simeon,
die na de ontmoeting met het pasgeboren kind
aangeeft dat hij nu in vrede kan gaan
omdat zijn diepste verlangen is vervuld.
"Laat nu, Heer, uw dienaar gaan in vrede".
Maar dichter Bertus Aafjes (1914-1993) hertaalt
dit evangelievers in een bundel uit 1951,
en jammer genoeg is nog elk woord van dit gedicht
nog altijd brandend actueel.
Zo ontdekken we dat Kerstmis nog niet over gaat
en een feest is met een opdracht,
dat kerst vieren een werkwoord is
waar nog veel werk aan is.
LAAT NU UW DIENAAR GAAN
Laat nu uw dienaar gaan in onrust, Heer:
hij vraagt geen vrede in een tijd van waan.
Wie waarheid spreekt vermorzelt zich de tong.
Beangstigd is mijn hart om de miljoenen
die lispelen hun zachte leugentaal,
de ritseltaal, het nachtkleed van de hoer,
die na de menigvuldigheid der daden
zich hult in het geruis der lieve leugens.
Mijn hart weent als een hond die wordt gestraft,
wanneer ik zie wat ik niet vroeg te zien:
mensheid die met de punten van het zwaard
elkander kust, elkaar te sterven kust.
(uit: Het evangelie volgens dichters. Bloemlezing uit de Nederlandstalige poëzie. Samengesteld door Patrick Lateur en Stefan van den Bossche. Uitg. Lannoo/Atlas,1999, blz.36)
![]() |
(Hannah en Simeon met Jezuskind in de tempel olieverfschilderij Marc Deconinck 1997 Osdorp Amsterdam Pauluskerk foto: Ronny Bruneel) |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten