Hoe we kunnen luisteren wil ik verder nog exploreren aan de hand van het boek Luisteroefeningen. Over aandacht en ontvankelijkheid van de filosofe Miriam Rasch (uitg. De bezige bij, Amsterdam, 2024, 222 p.). Als filosofe gaat Rasch te rade bij collega's, zoals ook bij de Russische literatuurcriticus en filosoof Mikhail Bakhtin (1895-1975) die bekend is om zijn 'dialogisme'. Daarin stelt hij dat alles en iedereen slechts kan begrepen worden door hun relaties met anderen. "De relatie tussen zelf en ander krijgt bij Bachtin een literaire glans. Uitwisseling is volgens hem niet beperkt tot mensen maar is inherent aan de taal en aan het denken zelf, aan bewustzijn. We ademen de ander in, de cultuur, de geschiedenis, de woorden. En ademhaling is geen transmissie, maar eerder een holistisch of atmosferisch spel. Het andere stroomt in mijzelf, en ikzelf stroom uit naar de buitenwereld. Het is een gebeuren in de tijdruimte, een beweging en een voortschrijden. Het woord dat ik uitadem is altijd al ingeademd, aldus Bachtin. " (a.w. , blz. 93).
![]() |
| (Michael Bahktin - ©Wikipedia) |
Omdat taal, denken, spreken en luisteren voor hem altijd een sociaal fenomeen zijn stelt hij ook dat er niet zomaar één stem bestaat, maar dat alles polyfoon of meerstemmig is. Er is in onszelf een innerlijk zeggen (niet één innerlijke stem) waarin steeds andere stemmen mee murmelen. "In plaats van een lineair model hebben we te maken met een kluwen, als een bolletje wol waar de poes mee heeft gespeeld." (a.w. blz. 94). "Zo'n kluwen aan relaties betekent ook dat er sprake is van een machtsdynamiek. Sommige stemmen klinken luider dan andere, naar de een luisteren we wel en naar de andere minder. (...)Maar even belangrijk is het dat de stemmen die in zo'n kluwen worden gesmoord niet voorgoed verdwijnen. Meerstemmigheid brengt een inherente rebellie met zich mee." (a.w. blz. 95). Het spel van de meerdere stemmen zorgt voor een voortdurende beweging waarbij iedere stem verlangt gehoord te worden. "Als je verlangt van de ander, daarboven of hierbeneden, dat meerstemmigheid de ruimte krijgt, dan zul je dat zelf ook moeten betrachten. Niet per se door te spreken, maar door die ruimte te openen.
Subversiviteit betekent ook dat dat wat niet in de hokjes past zich mag uitleven. (...) Het is dat wat een sluitend systeem onmogelijk maakt. Het 'exiled excess', kun je zeggen, krijgt daarmee een centrale rol. Of beter gezegd: een decentrerende rol, want dit overschot - het verontreinigde, onverstaanbare, vervreemdende, ofwel niet-totaliseerbare- zit overal. In mij, in de ander en in de taal die we gebruiken."(a.w., ibidem).
Bakhtin stelt in zijn dialogisme dat er geen laatste woord bij een dialoog. "Wat niet wil zeggen dat er volgens hem van begrip en gemeenschap geen sprake kan zijn. Sterker nog, het dialogische principe maakt begrip en gemeenschap levend. Maar zodra een dialoog een conclusie krijgt, houdt hij op dialoog te zijn. Hij is oneindig of hij is niet, zoals de mens dat is, zoals de meerstemmige veelheid van mensen dat moet zijn.
Alles goed en wel, maar hoe breng je dat in de praktijk? Bij Simons [Anton Simons, filosoof die Rasch eerder aanhaalde] vond ik een intrigerende stelregel die ik graag tot motto verhef: 'Overal waar de wetenschap verklaart', schrijft hij, en 'het onbekende terugbrengt tot het bekende, gaat Bachtin juist andersom te werk. De eenheid van het werk wordt uitgeleverd aan de veelheid van krachten.' Andersom, dat wil zeggen: het onbekende wordt niet teruggebracht tot het bekende, maar het bekende tot het onbekende. Is dat niet waar het om gaat bij luisteren, of het nu leeg is of vol? Het bekende terugvoeren op het onbekende." (a.w., blz. 96)
In de Bijbel zijn er vele situaties waarin iemand van het bekende wordt weggeleid naar het onbekende. Ik denk aan Mozes bij de brandende braamstruik (zie een van vorige berichten)(Ex. 3,1-6). Ik denk aan Jezus die in zijn dorp waar hij opgroeide het woord neemt in de synagoge en waar de toehoorders in hem alleen maar de zoon van de timmerman konden zien (het onbekende werd teruggebracht tot het bekende) (Lc. 4, 16-29 of Mt. 13, 54-58). Of ik denk aan de Emmausgangers die uit hun 'bekende' verhaal werden weggerukt naar een onbekende oneindige openheid (Lc.24,13-51).
Wat ik onder anderen meeneem van Bakhtin (via Rasch) is dat, eenmaal we het geklop hebben gehoord en hebben open gedaan, we uitgenodigd worden tot een dialoog zonder einde, een dialoog die ons hart en bestaan voedsel geeft : 'Ik zal met hem maaltijd houden en hij met mij.' (Apoc. 3,20)


Geen opmerkingen:
Een reactie posten