7 november 2025

Groots al knielend - 4 - Dietrich Bonhoeffer

 De Duitse lutherse theoloog en predikant Dietrich Bonhoeffer (1906-1945) was een moedig man, die reeds twee dagen na de machtsovername door Hitler in een radiotoespraak waarschuwde (1 febr. 1933) om de Führer niet te verafgoden. Tot Hitler zelf zei hij dat hij zich bewust moest zijn van de beperking van zijn macht. Op dat moment werd de uitzending onderbroken. Bonhoeffer sloot zich aan bij de 'Bekennende Kirche', een groep protestantse theologen en gemeenten, die zich verzetten tegen staatsinmenging door de nazi's in hun kerkelijke zaken. Deze groep werd geïnspireerd door de grote theoloog Karl Barth.  
Voor Bonhoeffer was de kerk het lichaam van Christus en niet zomaar een plek waar over Christus gesproken wordt. Dat inzicht vraagt om een aangepast gedrag vol overgave en het zou een leidend idee zijn gedurende zijn gehele leven.
(Dietrich Bonhoeffer op bezoek bij Karl Barth - ©EDK)

In een meditatie van Dietrich Bonhoeffer over het vers van de profeet Jesaja : Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven (Jes. 9, 5), (vers dat in de kerstliturgie wordt gelezen als vooruitzegging van de komst van Jezus) horen we deze moedige man oproepen om te knielen bij het kerstekind. 
"Het gaat hier over de geboorte van een kind, niet over de revolutionaire daad van een sterke man, niet over de gedurfde ontdekking van een wijze, niet over het vrome werk van een heilige.
Wat koningen en staatslieden, filosofen en kunstenaars, godsdienststichters en moraalpredikers vergeefs proberen te bewerkstelligen, gebeurt nu door een pasgeboren kind. Als om de geweldigste menselijke inspanningen en prestaties te beschamen wordt hier een kind in het middelpunt van de wereldgeschiedenis geplaatst. Een kind, uit mensen geboren, een zoon, door God gegeven. Dat is het geheim van de verlossing van de wereld; heel het verleden en heel de toekomst ligt in dit gebeuren opgesloten. De oneindige barmhartigheid van de almachtige God daalt tot ons af in de gestalte van een kind, van zijn Zoon. (...)
Hoe willen wij dit kind ontmoeten? Zijn onze handen door de dagelijkse arbeid, die zij volbrachten, niet te stijf en te trots geworden om zich nog bij de aanblik van dit kind in gebed te vouwen? Dragen wij ons hoofd, dat zoveel moeilijke gedachten heeft moeten denken en zoveel problemen heeft moeten oplossen, niet te hoog, dan dat wij het voor het wonder van dit kind nog deemoedig zouden kunnen buigen? Kunnen we voor één keer al onze inspanningen, prestaties en gewichtigheden helemaal vergeten om met de herders en de wijzen uit het Oosten het goddelijk kind in de kribbe te aanbidden en daarin dankbaar de vervulling van ons hele leven te zien? Het is werkelijk een zeldzame aanblik, wanneer een sterk en trots man zijn knieën buigt voor dit kind, wanneer hij in ongekunstelde eenvoud in Hem zijn Heiland vindt en vereert, en er moet wel een meewarig hoofdschudden, misschien zelfs een boosaardig lachen door onze oude, wijze, ervaren en zelfverzekerde wereld gaan, wanneer zij de heilsroep van de gelovige christen hoort : 'Een kind is ons geboren, een zoon is ons gegeven.'
(uit : Bonhoeffer Brevier samengesteld door Otto Dudzus, uitg. Ten Have n.v., Baarn, 1968, blz 503-504 passim)

Het contrast tussen de trotse zelfverzekerde mens die zijn eigen gedachtenwereld als enige norm neemt en het machteloze kind dat vraagt om verwonderd te blijven over het onzegbare is nog immer actueel. De moed die Bonhoeffer opbracht tegen de barbaarsheid van het nazisme was geworteld in zijn knielen voor een kind blijft - jammer genoeg- ook nog altijd actueel en inspirerend.   

Geen opmerkingen:

Een reactie posten