20 juni 2017

God dichten tot Hij openbreekt -2-

(Chartreuse van Villeneuve-lès-Avignon,
foto genomen op 13 maart 2013,
de dag van de pauskeuze van paus Franciscus)
De bloemlezing "Van God los" bevat een ruim 170 gedichten die heel verschillend zijn van inhoud, strekking, vorm en zegging.

Met vele gedichten heb ik weinig of geen voeling, met andere daarentegen wel. Het gedicht hieronder is van Herman Hesse en roept bij mij vele Bijbelse associaties op.

Naar vorm heeft het iets bezwerend door de vele herhalingen: steeds weer...steeds weer... en het rijm dwingt ook. Als je het gedicht een of twee keer na elkaar halfluid voor je uitspreekt voel je een stuwing alsof je de deur probeert dicht te houden terwijl iemand van buiten af alsmaar ertegen aan duwt om binnen te geraken.

Van de Duitse dichter Herman Hesse is bij ons vooral bekend het verhaal "Shiddarta", maar hier volgt een gedicht met de veelzeggende titel:


DE HEILAND.

Steeds weer wordt hij als een mens geboren,
spreekt tot vrome, spreekt tot dove oren,
nadert ons en raakt opnieuw verloren.

Steeds weer rijst hij eenzaam op, moet vragen
en verlangens van ons dragen,
steeds weer wordt hij aan het kruis geslagen.

Steeds weer wil God zich aan ons verkonden,
wil de hemel in het dal der zonden,
wil in 't vlees der Geest, de eeuwige, monden.

Steeds weer, eveneens in deze dagen,
is de Heiland onderweg, om te zegenen,
onze angsten, tranen, klachten, vragen
met een stille oogwenk te bejegenen,
waarop wij geen blik ten antwoord wagen
daar slechts kinderogen hem verdragen.

Dit gedicht roept bij mij verschillende Bijbelverzen op. Ik wil me hier beperken tot een vers dat aansluit bij het laatste vers van het gedicht. "Belet de kinderen niet bij mij te komen, want het koninkrijk van de hemel behoort toe aan wie is zoals zij." (nieuwe bijbelvertaling, Mattëus 19,14; en de parallelle verzen bij Marcus -10,14- en bij Lucas -18,16).
De gehele teneur van het gedicht is als het ware een parafrase op een vers uit het boek Openbaring, hoofdstuk 3, vers 20 : "Ik sta voor de deur en klop aan. Als iemand mijn stem hoort en de deur opent, zal Ik binnenkomen, en wij zullen samen eten, Ik met hem en hij met Mij."
En kardinaal Jose Bergoglio vertrok vanuit dit vers om zijn verwachtingen over de toekomstige paus te verwoorden naar zijn collega's kardinalen in de dagen voor het conclaaf. Enkele dagen later werd hij verkozen en nam de pausnaam Franciscus aan.

Veel stof tot denken, mediteren, bidden, bezinnen...


Geen opmerkingen:

Een reactie posten