15 juni 2017

God dichten tot Hij openbreekt

Ik ben bezig te genieten van een bijzondere poëziebloemlezing, nl. "Van God los. Gedichten over geloof en ongeloof'. Ik schrijf heel bewust dat ik geniet van deze bundel die mij al enkele weken gezelschap houdt en waar ik traag in verder lees.
Wanneer ik in de voorbije veertigdagentijd een priester tijdens een preek met minachting deze bundel ter sprake hoorde brengen, was ik nieuwsgierig omdat dat boek al enkele maanden te wachten lag tussen een stapel andere nog te lezen boeken. Ik begreep uit die korte toespeling op deze bloemlezing vooral dat het 'ongelovige' karakter van vele gedichten hem tegen de borst stootte.
Maar mijn vraag is dan altijd: waarover struikelt die 'ongelovige'? Dat te ontdekken kan mij als christen veel leren. Misschien zijn er rituelen of woorden of andere ervaringen die inderdaad wegleiden van God. Misschien wordt op een enge eenzijdige manier gekeken naar geloofsverhalen. Misschien... En dan denk ik: hoe kan als gelovige leven en spreken zodat God niet nog meer verduisterd wordt.
Na die vastenpreek ben ik dus nieuwsgierig beginnen lezen. Ik ontdekte meerdere gedichten die voor mij een soort 'illustratie' of 'herlezing' van bepaalde Bijbelse teksten zijn.

(Dozinghem Military Cemetery)
Vandaag lees ik een gedicht van  de Hongaarse Zsofia Balla naast meerdere evangelieteksten, o.a. Mattheus 25, vers 40 waar Jezus over het laatste oordeel spreekt: "Al wat gij gedaan hebt voor een dezer geringsten van mijn broeders hebt gij voor Mij gedaan".

DE AANBIDDING VAN HET BEELDSCHERM

Daar, in die oorlog
werden er-
tweehonderd vierenzeventigduizend vijfhonderd achtenzestig
christussen gedood.
Men trekke hiervan
dertigduizend zeshonderd eenennegentig af -
degenen, die zelf ook gedood hebben.
Er blijven nog
tweehonderd drieënveertigduizend achthonderd zevenenzeventig,
dus 248.877.

Kijk het na.
Kom er achter wanneer zij geboren werden.
Op al die dagen is het Kerst.

De Heer
heeft zijn veelgeboren zoon - 
godvergeten veel van zijn zonen
aan ons geschonken.
(uit: Van God los, blz. 29, uitgeverij Lannoo, 2011)

Zo'n gedicht biedt stof tot nadenken en bidden, tot bezinnen.





Geen opmerkingen:

Een reactie posten