Hier neem ik graag een tekst over van de Joodse filosoof Marc-Alain Ouaknin uit zijn boekje met de poëtische titel: God en de kunst van het vissen (uitg.Lannoo, Tielt, 2016).
Zijn mijmering over heiligheid is een fragment uit het hoofdstuk "Naam van God!". Hij vertrekt vanuit een kerntekst uit het boek Exodus. Hier eerst die tekst uit Exodus, met daarna de bedenkingen van Ouaknin.
![]() |
(Bill Viola: Martyrs detail - eigen foto) |
"De tekst brandt van betekenissen, maar wordt niet tot as herleid, wordt niet verteerd, want de betekenis is oneindig.
Elke keer kan de lezer dit 'brandend braambos' opnieuw ervaren, zeggen "hier ben ik" en een vreemd nieuw woord horen dat hem opdraagt zijn schoenen uit te doen, zijn veters los te knopen, zich te ontdoen van wat knoopt en sluit.
Dit is de betekenis van heiligheid! Niet opgesloten zijn, je niet laten opsluiten. Dan vindt de openbaring plaats. Geen openbaring van een zijn dat 'is' maar van een zijn in wording, Ik zal zijn wat ik zal zijn...
De openbaring en dat is het wonder, is die mogelijkheid om de weg te verlaten en een vraag te stellen, te zeggen: 'waarom/madoe'a', een prachtig Hebreeuws woord waarvan een van de anagrammen omeed is, wat 'recht opstaan' betekent." (God en de kunst van het vissen, blz. 143-144)
Heiligen zijn volgens Ouaknin dus mensen die zich niet laten opsluiten, die de mogelijkheid hebben aangegrepen om de weg te verlaten en een vraag te stellen. Heiligen zijn mensen die hun schoenen uitdoen: zich ontdoen van wat knelt en zich kwetsbaar op weg begeven. Mensen ook die recht opstaan: zich rechten, rechtop blijven om te zijn bij het mysterie van de ander die langs zijn weg verschijnt.
Gedachten als aanzet voor een doorleefd feest van Allerheiligen. Gedachten als prikkels tot geloven, dus tot doen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten