7 september 2019

God dichten tot Hij openbreekt -15-

Een van de meest mysterieuze en boeiende verhalen uit de Bijbel is dat van Jacob die een nachtlang vecht met een engel, zoals het beschreven staat in het boek Genesis (hoofdstuk 32, verzen 22-32).
Over dat verhaal gaan er vele interpretaties rond, zowel exegetisch en spiritueel en theologisch als beeldend (sculpturen en schilderijen) als literair. Er zijn vele artikelen en boeken vol geschreven over dit verhaal en het nodigt altijd weer uit tot nieuwe interpretaties. 
In de bloemlezing "Van God los" (samenstellers Koen Stassijns en Ivo Van Strijtem, Lannoo, 2011) vinden we een kort titelloos gedicht van Toon Tellegen dat ook vertrekt vanuit dit verhaal. Zijn interpretatie boeit mij enorm omdat het voor mij een exemplarisch gedicht is.
 Het toont in enkele lijnen wat in onze Westerse 
(bron afbeelding:
http//standbeelden.vanderkrogt.net)
samenleving massaal gebeurt: mensen die vanuit een 'geloof' in een simpel materialisme (er zijn alleen moleculen, neuronen, enz. en al wat je niet kan zien bestaat niet e.d.) de Bijbel en het christelijke geloofsverhaal overboord hebben gesmeten. 
Of mensen die de Bijbel lezen als een feitenrelaas: alles wat er beschreven staat moet exact zo gebeurd zijn. Omdat er  in elk bijbelboek wel elementen zijn die niet historisch correct zijn, besluit men dan: waarom nog geloven. Terwijl de Bijbel een getuigenisbibliotheek is over hoe mensen God hebben ervaren en de neerslag van een lange religieuze reflectie op het leven. Het gaat over het waarom van de dingen en hoe mensen doorheen hun leven een God hebben ontmoet.
Zo'n onaangepaste lezing van het boek van de Handelingen der Apostelen wordt uitvoerig beschreven (in 491 p.) door Emmanuel Carrère in zijn boek "Het Koninkrijk". Maar als je een expressionistisch schilderij bestudeert met de verwachting van een realistisch doek, dan kijk je wel heel fout. Het gaat in de Bijbel over geloven en niet over weten. Carrère kan dan ook slechts een ding besluiten na zo een ijverig exegetisch werk: ik weet het niet.
Vele mensen blijven evenwel dingen vragen aan de Bijbel die niet bedoeld werden door de schrijvers en dan ontstaan er kortsluitingen.  
Waar Carrère 491 bladzijden nodig heeft om zijn dubbelhartige relatie met zijn geloofsverleden en met de Bijbel uit te schrijven, zo doet Toon Tellegen een soort röntgenopname van die dikke turf in elf regels. Zo heb ik dat gedicht toch gelezen.



(Paul Delacroix: Jacob vecht met de engel - in de kerk St. Sulpice Parijs)

Toon Tellegen houdt ons in enkele regels een spiegel voor.


Een man wist niet dat hij met een engel vocht -
er zijn geen engelen, fluisterde hij

en hij voelde geen pijn,
viel niet,
bloedde niet,
ging niet één of duizend keer dood -
nee, ze bestaan niet! riep hij, telkens opnieuw -
en hij werd niet weggesleept, niet weggegooid en niet vergeten

en met een verbeten onverschilligheid
                                 die alle perken te buiten ging
liet de engel hem niet los.
(uit: Van God los, blz. 179)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten