19 oktober 2019

Gloed

Gloed : 1. warmte die van een vurige massa uitstraalt; 2. het vuur zelf; 3. de warmte in het dierlijke lichaam; 4. (figuurlijk) vuur, bezieling; 5. afschijnsel van vurige of lichtgevende voorwerpen; 6. glans. (aldus: Van Dale woordenboek)
Afgeleid van : gloeien = zonder vlam branden (Etymologische woordenboek dr. Marlies Philippa).
Terwijl mensen in deze herfstdagen soms bij een haardvuur gaan zitten (als dit ecologisch nog mag?!), kijk ik naar een schilderij van de Russisch-Duitse schilder Alexej von Jawlensky met de titel: Grosse Meditation Glut. Lang het gezicht van Jezus bekijken, meditatief bekijken: dit wil zeggen met een openheid van hart en geest en verstand,  kan ons hart doen gloeien. Dan kunnen we soms zeggen zoals de leerlingen van Emmaüs: 'Was ons hart niet brandend in ons?' (cfr. Lucas evangelie 24 vers 32). Mediteren is geen laaiende activiteit, maar zonder vlam branden door dicht te naderen bij de gloed van die Onkenbare Nabije.




PS: over Jawlensky : zie vorige posts op deze blog via het label 'Alexej Jawlensky', en zie mijn artikel in "De Kovel" nr. 57
http://dekovel.org/wp-content/uploads/2019/05/101321_De-Kovel-57_02-dossier_Tack.pdf





Geen opmerkingen:

Een reactie posten