11 december 2019

Leegte liefhebben

Midden de commerciële storm voor Kerst en Nieuw met zijn publiciteit voor eten en drinken en cadeau's en midden de feel-good-storm van de aankomende Warmste Week waar in Vlaanderen geen ontkomen aan is, is er een zaad dat wil ontkiemen, een woord dat wil gehoord worden, een zwak vlammetje dat wil branden.
Hoe kunnen we dàt weten? Hoe kan dat kwetsbare toch stand houden in deze stormachtige dagen?
Moeten we niet eerst in onszelf ontdekken hoe ons leven een litteken draagt van tekort en gemis, van onvolkomenheid en armoede, van leegte?
De Libanese dichteres Andréé Chedid (1920-2011) bezingt deze fundamentele leegte. Hier haar gedicht in een Nederlandse vertaling van Lucienne Stassaert en daarna de oorspronkelijke Franse tekst, zoals ik alles vond in de bloemlezing: "Bestaan is een zegen voor mij/Andrée Chedid. Exister m'est propice. Vertaald en van een nawoord voorzien door Lucienne Stassaert. Uitg. P, Leuven, 2015, blz. 51)

LOF VAN DE LEEGTE

Leegte 
Is nodig
Om volheid
Te lokken

Opdat de droom
Zich zou laten verkennen
Opdat de adem
Binnen zou dringen
Opdat de vrucht
Zou ontkiemen
We hebben
Al die holtes nodig

En daarbij wat onverzadigd is.



(Edmund de Waal:
Somewhere and somewhen 2019
Gallerie Max Hetzler Berlijn)


Éloge du vide

Il faut
Du vide
Pour attirer
Le plein

Pour que s'explore
Le songe
Pour qui s'infiltre
Le souffle
Pour que germe
Le fruit
Il nous faut
Tous ces creux

Et de l'inassouvi.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten