Hoe kunnen we dàt weten? Hoe kan dat kwetsbare toch stand houden in deze stormachtige dagen?
Moeten we niet eerst in onszelf ontdekken hoe ons leven een litteken draagt van tekort en gemis, van onvolkomenheid en armoede, van leegte?
De Libanese dichteres Andréé Chedid (1920-2011) bezingt deze fundamentele leegte. Hier haar gedicht in een Nederlandse vertaling van Lucienne Stassaert en daarna de oorspronkelijke Franse tekst, zoals ik alles vond in de bloemlezing: "Bestaan is een zegen voor mij/Andrée Chedid. Exister m'est propice. Vertaald en van een nawoord voorzien door Lucienne Stassaert. Uitg. P, Leuven, 2015, blz. 51)
LOF VAN DE LEEGTE
Leegte
Is nodig
Om volheid
Te lokken
Opdat de droom
Zich zou laten verkennen
Opdat de adem
Binnen zou dringen
Opdat de vrucht
Zou ontkiemen
We hebben
Al die holtes nodig
En daarbij wat onverzadigd is.
![]() |
(Edmund de Waal: Somewhere and somewhen 2019 Gallerie Max Hetzler Berlijn) |
Éloge du vide
Il faut
Du vide
Pour attirer
Le plein
Pour que s'explore
Le songe
Pour qui s'infiltre
Le souffle
Pour que germe
Le fruit
Il nous faut
Tous ces creux
Et de l'inassouvi.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten