DE GAVE
Toen de oude wijzen hun gave brachten
door een ster geleid
naar de nederige geboorteplek
voor de god van liefde
weken de duivels
zoals een oude prent laat zien
in verwarring terug.
Hoe kon een baby iets beseffen
van gouden versierselen
of wierook en mirre
van priesterlijke gewaden
en vrome kniebuigingen?
Maar de verbeelding
kent alle verhalen
voordat ze zijn verteld
en kent de waarheid van dit ene
aan alle ongeloof voorbij.
De rijke gaven
die niet zo bij een kind pasten
en toch vroom werden aangeboden,
stonden voor alles wat liefde kan geven.
Het waren oude mannen
wat wisten die
van de noden van een moeder
of de honger
van een kind?
Maar toen ze neerknielden
werd het kind gevoed.
Ze loofden
wat
ze daar zagen!
Een wonder
was geschied,
hard goud werd liefde,
moedermelk!
voor
hun verbaasde ogen.
De ezel balkte
de os loeide.
Het was hun aard.
Het is ieders aard te loven.
Je kunt
niet anders.
Zelfs de duivels
loven door te vluchten.
Wat is de dood
daarbij vergeleken?
Niets. De wijzen
boden hun gaven
en bogen diep
om deze volmaaktheid
te aanbidden.
Hierbij geen prent met vluchtende duivels, maar een barok meesterwerk van Rubens dat nu in het Prado thuis is.
(afb. gevonden op blog van Leen Huet) |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten