12 mei 2020

Corona psalmen : psalm 139 ( Domine probasti )

De psalmen zijn teksten, liederen, gedichten, vloeken, lofprijzingen die de mens mag in zijn mond nemen om over en/of voor God te spreken, te prevelen, te zuchten, te vloeken, te loven, te eren.
In deze dagen die beheerst worden door Covid-19 is het voor vele mensen opeens heel donker. Waar moet dit allemaal naar toe? De toekomst oogt onzeker. Wij tasten, samen met de wetenschappers en de politici en de economen en samen met de armen en de rijken, in het donker. 
In deze omstandigheden lees ik graag psalm 139.
Psalm 139 zegt dat er een God is die mij door en door kent, géén straffende of kwade God, wel een God die ik niet kan 
(Maarten Luther King - ©wikipedia)
ontlopen en die meer weet dan ikzelf. Hij "kent" mij en in de Bijbel staat dat synoniem met "Hij bemint mij", "Hij aanvaardt mij".

Mijn angst voor de  donkere toekomst, mijn ongerustheid mag ik toevertrouwen aan Hem, doorheen de woorden van psalm 139, die aangeduid wordt met de eerste woorden in de Latijnse vertaling: Domine, probasti me (Heer, gij doorgrondt mij).
Daarin komt een passage voor (vers 11-12) waarin David (als aangeduide schrijver) zegt -volgens de Nieuwe Bijbelvertaling-: 
Al zei ik: "laat het duister mij opslokken,
het licht om mij heen veranderen in nacht.
ook dan zou het duister voor u niet donker zijn -
de nacht zou oplichten als de dag,
het duister helder zijn als het licht.

Deze passage kwam in mijn gedachten toen ik een Nederlandse priester op 10 mei hoorde preken. Hij sprak een woord van bemoediging en herinnerde aan een toespraak van Maarten Luther King (1929-1968). Deze viering kan je terugbekijken via deze link : https://kerkdienstgemist.nl/stations/517/events/recording/158910210000517.
Ik begon na die livestream even te googelen en ontdekte dat King zelf een historicus, Charles A. Beard (1874-1948) citeerde. 
 
(sterrenstof - ©Den Helder Actueel)
 

Het citaat is een antwoord op de vraag aan deze geschiedkundige welke lessen hij uit de geschiedenis heeft getrokken.
"Ten eerste: als de goden iemand ten val willen brengen, moeten ze diegene eerst door zijn eigen macht laten doordraaien. 
Ten tweede: de molens van God malen langzaam, maar ze malen uitermate fijn. 
Ten derde: de bij bevrucht de bloem die zij berooft. 
Ten vierde: als het donker genoeg is, kun je de sterren zien."

Die sterren waren -voor het digitale tijdperk- bij uitstek de bakens waarop de reizende mensen zich oriënteerden.  In deze donkere dagen ontdekken we dat vele verlichting het niet zo goed doet.  Deze Corona-tijden vragen ons: op welke ster voeren wij koers?  Deze ervaring van duisternis en onzekerheid kan ons hart weer op scherp zetten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten