11 januari 2021

Mensen en bomen

 In de literatuur, dus ook in de Bijbel, fungeert de boom heel vaak als een metafoor voor de mens. Twee zo'n literaire boom-momenten wil ik hier delen, twee momenten die elkaar versterken en aanvullen.
Er is de mooie eerste psalm uit het boek der Psalmen, een eerste gedicht dat je gerust als 'programma' mag lezen voor het gehele boek van de psalmen.  Ik citeer hier de eerste drie verzen uit de vertaling van de Naardense Bijbel (12e druk 2017, blz. 723)

PSALM 1  *  Beatus vir

Zalig is de man
('s Hertogenbosch - eigen foto -
juli 2017)
die niet meeging in het beraad van bozen,
op de weg van zondaars
niet is blijven staan,
op de zetel van de protsers
niet ging zitten.

Nee, in het onderricht van de ENE
heeft hij behagen, diens onderricht spelt hij,
de dag door en de nacht.

Wezen zal hij
als een boom geplant aan beken water,
die zijn vrucht geeft op zijn tijd
en zijn blad valt niet af:
al wat hij doet zal hem gelukken.

Over deze enkele verzen is er veel te zeggen (vers 1 : gaan/staan/zitten of het mechanisme van betrokken worden bij iets goeds of  zoals hier iets fout; enz...) maar nu wil ik even het beeld vasthouden van de boom. Een mens is als een boom die zich laaft aan de woorden van de ENE, die leeft bij gratie van het stromende water dat gepuurd wordt uit de verhalen van Abraham tot de eerste kerk en tot verhalen van humaniteit tot heden ten dage. 
En die boom zag ik als het ware opdoemen bij het lezen van een kort vers van Roger de Neef, dat ik ontdekt heb in de Poëziekrant van september-oktober 2020 (jg. 44, nr. 5,blz. 13).
De onderstroom van die beken water waaraan de boom van psalm 1 zicht laaft zie ik hier verwoord in een mooi breekbaar beeld: de onmogelijke stilte die ons voorgaat... 

Een boom
vraagt niets
hij bidt

beheert
de onmogelijke stilte
die ons voorgaat

Als mens mogen wij proberen die goddelijke dragende en voedende nabijheid te beleven...onze roeping én onze opgave.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten