23 november 2021

Iconen - Icons - vroeger en nu - 8

 Onlangs liep in de Brusselse Villa Empain een tentoonstelling ten einde over icoonkunst en haar invloed en doorwerking in de hedendaagse kunst.
Klassieke orthodoxe iconen werden getoond en hoe de beeldtaal, de vormelijke vocabulaire en het gebruik ervan nog hun stempel drukken op kunstenaars van onze tijd. In deze voorlaatste post over deze expo sta ik stil bij enkele werken van de Belgische kunstenaar Wim Delvoye.
Deze eigengereide kunstenaar, die niet om een provocatie verlegen zit, toont een ouder werk (1990), nl. een glazen voetbaldoel met in een neogotische nis de figuur van de martelaar Sint Stefaan en enkele recentere werken, die hij in 2014 tevergeefs aanbood voor een tentoonstelling in Moscou.
(eigen foto - Wim Delvoye : St.Stephanus - 1990)


Stefanus, de proto-martelaar (de allereerste christen die gedood werd omwille van zijn geloof in Jezus) en als dusdanig als heilige vereerd in alle christelijke kerken [zie Handelingen 7, 59-60], werd gestenigd maar verschijnt bij Delvoye in een glazen voetbaldoel. De breekbaarheid van het glas-in-lood en de eenzame wachtende diaken enerzijds en de associatie met de semi-religieuze  aanbidding van voetbalidolen anderzijds zorgen voor een zekere geladenheid bij de toeschouwer. Een beeld dat tot nadenken stemt, een beeld met meerdere lagen.
(eigen foto - Wim Delvoye : Untiteld (Icon)


In 2014 maakte Delvoye een reeks werken met als titel  Untitled (Icon) (2014). Deze serie toont stills uit een muziekvideo die in 2014 heel veel succes had op internet. Die stills bekleedde Delvoye met een oklad in aluminium. Een oklad is een metalen bekleding die een icoon beschermt. De uitgespaarde ruimte toont normaal dan het gezicht van de figuur op de icoon, maar dus bij Delvoye is het een hedendaagse vrouwelijke popidool/popicoon. De hedendaagse varianten van Delvoye kan je betitelen als een pastiche/parodie op de klassieke religieuze icoon. De curator van de expo in Moscou noemde deze werken godslasterlijk en weigerde ze in zijn tentoonstelling op te nemen. In de tentoonstellingscatalogus van de Villa Empain zegt Wim Delvoye aan curator Henri Loyrette hierover :
" Ik begrijp nog altijd niet waarom het zo'n godslastering was. Er was inderdaad een knipoog naar de iconen, maar ik had er noch de beelden, noch de iconografie van gebruikt.  (...) Gewoonlijk hebben iconen een religieuze betekenis. Zij stellen religieuze onderwerpen voor zoals bijvoorbeeld de Heilige Maagd. Maar dat was hier niet het geval. Voor een keer was mijn werk niet ironisch bedoeld. Ik wilde gewoon een nieuwe techniek toepassen op een beeld." (catalogus, blz. 30-31 passim).

Tegen de achtergrond van andere 'schandaalwerken' van Delvoye (vb. het getatoeëerde varken) vind ik zijn uitleg wat slapjes en goedkoop. Wel blijft de opmerking die de curator maakte bij de uitspraken van Delvoye overeind : "De blasfemie, als ik het zo mag noemen - ook al is het misschien eerder onbegrip- ligt niet in het werk zelf, maar in de manier waarop men ernaar kijkt." (ibidem, blz. 31). Wat mij doet denken aan de passage in het Marcusevangelie waar Jezus zegt: "Beseft gij dan niet dat al wat van buiten af in de mens komt hem niet kan bezoedelen. (...)Maar wat uit de mens komt, dat bezoedelt de mens. Want uit het binnenste, uit het hart van de mensen, komen boze gedachten, ontucht, diefstal, moord..." (Mc. 7, 18-22). Ook al gaat het in deze eerst en vooral over de voedselwetten, toch is de draagwijdte van de uitspraak groter.

Zoals het woord 'icoon' of 'iconisch' overal opduikt als het gaat over sport- of film-  of andere publieke figuren, zo toonde de expo in de Villa Empain ook hoe de verbeelding van de iconen overal opduikt in de beeldende kunsten, ook in de 21ste eeuw.


1 opmerking:

  1. Stefanus met zijn pakje "steens" in zijn armen: beetje van op afstand kan het evengoed een voetbal zijn en dan staat hij daar maar fier te poseren na een geredde penalty ...

    BeantwoordenVerwijderen