29 november 2024

Broodnodig lezen als open raam - 8 (slot) -

Heel uitgebreid heb ik in de vorige zeven berichten de brief van paus Franciscus over de rol van literatuur in de vorming van pastores en van alle christenen van nabij bekeken. Deze brief is een soort bezinning op de waarde van literatuur voor de christenen en een soort kleine filosofie van het lezen. 
In de laatste vier alinea's van deze brief rondt de paus zijn overdenkingen af in een samenvattend besluit dat als tussentitel meekreeg: de geestelijke kracht van literatuur. En daar is het hem natuurlijk vooral om te doen. 
Hij is uitermate positief over de waarde en de kracht van de letterkunde. "Het literaire woord is datgene wat de taal in beweging zet, haar bevrijdt en zuivert. Het opent haar voor andere uitdrukkings- en verkenningsmogelijkheden, het maakt haar ontvankelijk voor het Woord dat zich in de menselijke taal nestelt, niet wanneer het begrepen wordt als kennis die al volmaakt, definitief en volledig is, maar wanneer het een luisterende toehoorder wordt in afwachting van Hem die komt om alle dingen nieuw te maken (vgl. Openb. 21,5)" (alinea 42) 
De paus stelt dat de primaire taak die God aan de mens heeft toevertrouwd is die van het 'benoemen' van wezens en dingen. Door te benoemen erkennen we ook de eigen werkelijkheid van wat benoemd is. En "ook de priester is belast met deze oorspronkelijke taak van 'benoemen', van betekenis geven" (al.43) 
Op het einde van deze brief van vierenveertig alinea's besluit hij met een citaat  van de schrijver Paul Celan (1920-1970), de Roemeense jood en Duitstalige dichter die een bijzonder oeuvre heeft nagelaten, getekend door de tragedies van de twintigste eeuw. 
Laat dit citaat dan ook deze reeks in schoonheid afsluiten : 
"Wie werkelijk leert zien, nadert het onzichtbare."
(paus Franciscus  -  Paul Celan)


 

23 november 2024

Broodnodig lezen als open raam - 7 -

 In de luwte van de zomermaanden publiceerde paus Franciscus een brief aan de verantwoordelijken van de vormingscentra van pastores over de waarde van literatuur. Deze brief is echter ook een mooie kleine filosofie over het belang van het lezen van romans en poëzie voor de mensen. In vorige berichten heb ik al een hele weg afgelegd binnen deze brief. Na persoonlijke herinneringen en een rondgang door lectuur over literatuur is voor de paus literatuur wezenlijk om ons hart open te stellen voor de veellagige werkelijkheid van een mensenleven. In die veelkleurigheid kan men ook sporen naar de onuitspreekbare grond van alle leven. 
Een belangrijk aspect van het lezen van een literaire tekst is dat het ons in staat stelt om te kijken door de ogen van anderen. "Het activeert in ons de empathische kracht van de verbeelding, die een fundamenteel voertuig is voor het vermogen om ons te identificeren met het standpunt, de toestand en de gevoelens van anderen, zonder welke er geen sprake kan zijn van solidariteit, delen, mededogen of barmhartigheid." (alinea 34)
"Als we een verhaal lezen, stelt ieder van ons dankzij de visie van de auteur op zijn eigen manier het geschreeuw van een verlaten meisje voor, de oudere man die het lichaam van zijn slapende kleinzoon bedekt, de passie van de kleine zakenman die probeert rond te komen ondanks de moeilijkheden, de vernedering van de man die zich door iedereen bekritiseerd voelt, de jongen die droomt als de enige manier om te ontsnappen aan het lijden van een ellendig en gewelddadig leven. Als we te midden van deze verhalen sporen van onze innerlijke wereld voelen, worden we gevoeliger voor de ervaringen van anderen, (...) kunnen we hun inspanningen en verlangens wat beter begrijpen, zien we de werkelijkheid door hun ogen en worden we uiteindelijk medereizigers." (alinea 36)
De paus is zich bewust dat empathie met anderen kan leiden tot het alles plat relativeren. Hij zegt daarover : "De symbolische weergave van goed en kwaad, waarheid en leugen, als dimensies die in de literatuur de vorm aannemen van individuele levens en collectieve historische gebeurtenissen, neutraliseert het morele oordeel niet, maar voorkomt dat het blind of oppervlakkig veroordelend wordt." (al.38)
Paus Franciscus denkt dan verder na over de morele uitdagingen van goede literatuur. "In het geweld, de zwakte of kwetsbaarheid van anderen hebben we de gelegenheid om dieper over onszelf na te denken. Door lezers een brede kijk te geven op de rijkdom en ellende van de menselijke ervaring, leert literatuur hun oog te hebben voor de traagheid van het begrijpen, voor de nederigheid van het niet-vereenvoudigen, voor de zachtheid van het niet pretenderen de menselijke conditie te beheersen. Oordelen is zeker nodig, maar we mogen nooit de beperkte reikwijdte ervan vergeten: oordelen mag nooit leiden tot een doodvonnis, tot het uitwissen of tot het onderdrukken van menselijkheid ten gunste van een dorre totalisering van de wet. (...) De literaire blik leidt de lezer tot het ontwikkelen van een besef van grenzen, tot het afzien van cognitieve en kritische overheersing over de ervaring."(al. 39-40 passim)
Volgens Franciscus is de literatuur een impuls tot onophoudelijk luisteren en als een bereidheid betrokken te raken bij de buitengewone rijkdom van de geschiedenis van de mensen. Voor hem is de bron van deze overvloed de aanwezigheid van de Geest die zichzelf geeft als genade, "met andere woorden als een onvoorspelbare en onbegrijpelijke gebeurtenis die niet afhankelijk is van menselijk handelen maar die de mens herdefinieert als de hoop op verlossing."(al.40)
Zo nadert de paus stilaan het einde van zijn uiteenzetting. 
In de picturale traditie wordt het begin van de incarnatie, de bevruchting van Maria door de Geest, meestal weergegeven terwijl Maria aan het lezen is in een boek. In het Lucasevangelie (hfst.1,28) wordt gezegd dat de engel Gabriël binnenkomt bij Maria, maar nergens staat er waarmee zij op dat moment bezig was. Vroomheidsoverwegingen vulden het evangelieverhaal aan door zich Maria al lezend in de Torah in te beelden. Door te lezen stelt de mens zich open voor de onkenbare anderen/de onkenbare Andere en dan is zo'n uitbeelding best plausibel. De vroomheid van deze traditie sluit nauw aan bij wat paus Franciscus in zijn brief van 17 juli schreef... en het mag gerust een ander boek dan de Bijbel zijn als het hart maar open staat voor wat er meer is dan er staat. Daarom hierbij een verbeelding van de boodschap aan Maria geschilderd door Marc Deconinck (Oostende 1957) in 1999 voor de toenmalige Lucaskerk in Osdorp (Amsterdam) en nu te zien in de Pauluskerk in hetzelfde Osdorp.

(foto : Ronny Bruneel)


17 november 2024

Broodnodig lezen als open raam - 6 -

 We lezen nog altijd verder in de brief van paus Franciscus over het belang van literatuur van de christenen én voor de pastores in het bijzonder. Literatuur moet helpen om ons hart open te stellen voor het onuitsprekelijke geheim van het leven. Nu hij deze centrale idee heeft benadrukt, zoekt de paus enkele metaforen om de waarde van de literatuur weer te geven. 
De 'cybertheoloog' en jezuïet Antonio Spadaro wordt door zijn confrater geciteerd naar aanleiding van een beeld van Proust (literatuur als telescoop) : "Literatuur is als een fotografisch laboratorium waarin de beelden van het leven kunnen worden bewerkt om hun contouren en nuances te onthullen. Dit is dus waar literatuur 'voor is' : om de beelden van het leven te ontwikkelen, om ons te vragen naar de betekenis ervan." (alinea 30)
Maar literatuur kan ook helpen ons te genezen van een te eenzijdig praktische gerichtheid in het leven. Zelfs wie vanuit een dienstbare functie leest kan gevangen zitten in een tunnelvisie en elk boek enkel zien als inspiratiebron voor het werk. Dit is een vorm van  efficiëntiedwang die volgens de paus "onderscheidingsvermogen bagatelliseert, gevoeligheid verarmt en complexiteit vermindert. Daarom is het noodzakelijk en dringend om tegenwicht te bieden aan deze vereenvoudiging van ons dagelijks leven door te leren afstand te nemen van het onmiddellijke.(...)Dit kan gebeuren wanneer iemand uit vrije wil stopt om een boek te lezen." (alinea 31) 
(The Archimedes Palimpsest- ©MeisterDrucke)

Wij moeten leren herontdekken dat er realiteiten zijn die niet gericht zijn op direct resultaat. De oneindige overdaad van het zijn kunnen we laten ontstaan via literatuur. Literatuur kan ons trainen om de waarheid van mensen en situaties te zoeken als veellagig en niet louter te vatten in een reeks van oorzaak en gevolg en van middel en doel, om verwondering te koesteren boven utiliteitsdwang.
In een samenleving waar mensen gereduceerd worden tot nummers, consumenten en dragers van 'data' toont literatuur dat de werkelijkheid rijker is dan deze reductie. 
Mensen kunnen pas meer-lagig spreken als ze ook daardoor zijn aangesproken. Dichters dichten vaak over wat taal is en wat taal doet met mensen. Zo ook Gabriël Smit (1910-1981) in dit vers, het derde uit een reeks van zeven geschreven aan en over 'de vogel taal'.

DE VOGEL TAAL

3
Gezegend hij die door de taal
wordt aangeslagen: hij mag spreken,
hij wordt een stem, een mens,
hij mag de dingen openbreken
en luisteren naar wat hun hart
nog van het eerste scheppingswoord
bewaart, hem wordt gezegd
wat van het oerbegin in alle dingen
klaar ligt, heilig, weggelegd :
stilte, afgewend volstrekt
van dagelijks verraad, toch
tot een levend woord verplicht.
Daarom, gezegend, een gedicht.
(uit: Rudolf van de Perre, Die lezen mogen eenzaam wezen, Vijftig gedichten kort belicht. Uitg. Davidsfonds, Leuven, 1987, blz. 93)

11 november 2024

Broodnodig lezen als open raam - 5 -

 Met een vorig bericht op deze blog zijn we halverwege gekomen in de brief van paus Franciscus over het belang van literatuur in de opleiding van pastores en in het leven van elke christen. Onze gevoeligheid voor het onzichtbare wordt aangescherpt tijdens het lezen. In de volgende alinea's van zijn brief probeert de paus deze ideeën uit te diepen. Hij gaat daarbij te rade bij de Duitse jezuïet en theoloog Karl Rahner (1904-1984) van wie hij de idee haalde dat het poëtische woord opent op het onuitsprekelijke. Franciscus bedenkt hierbij: "Voor christenen is het Woord God, en alle menselijke woorden dragen het spoor van een intrinsiek heimwee naar God dat naar dit Woord neigt." (alinea 24)
Dan gaat de paus in op de vragen in de literatuur over uitdrukkingsvorm en betekenis. De lezer zal via het leesproces dat vormen en betekenissen onderzoekt, toegang krijgen tot zijn eigen innerlijkheid en waarheid. Vele literaire pagina's gaan ook over onvrede, verlatenheid, wanhoop, verleidingen, angsten en pijn. Deze gevoelens zijn niet noodzakelijk slecht of nutteloos. Deze gedachtengang brengt de paus tot een mooie indringende overdenking van wat lezen is.
(John Singer Sargent : Man reading
©etsy)


"We begrijpen dus dat de lezer niet de ontvanger is van een stichtelijke boodschap, maar een persoon die actief gevraagd wordt om zich op onstabiel terrein te wagen waar de grenzen tussen heil en verderf niet a priori gedefinieerd en gescheiden zijn. De handeling van het lezen is daarom verwant aan een handeling van 'onderscheiding' waarbij de lezer persoonlijk betrokken is als zowel het 'subject' van het lezen als het 'object' van wat hij of zij leest. Bij het lezen van een roman of een dichtwerk heeft de lezer de ervaring "gelezen te worden" door de woorden die hij of zij leest. Lezers zijn dus als spelers op het veld: ze spelen het spel, maar tegelijkertijd wordt het spel door hen gespeeld, in de zin dat ze volledig betrokken zijn bij wat ze aan het doen zijn." (alinea 29)
Over dit geheim van het lezen heeft Ida Gerhardt een gedicht geschreven dat tegelijk een belangrijke voorwaarde voor elke leesactiviteit weergeeft, nl. een zekere allenigheid en eenzaamheid. Lezen doe je altijd alleen. En in dit gedicht wordt ook de wisselwerking tussen lezer en gelezene aangebracht...

ONVERVREEMDBAAR

Dit wordt ons niet ontnomen : lezen,
en ademloos het blad omslaan,
ver van de dagelijksheid vandaan.
Die lezen mogen eenzaam wezen.

Zij waren het van kind af aan.

Hen wenkt een wereld waar de groten,
de tijdelozen, voortbestaan.
Tot wie wij kleinen mogen gaan ;
de enigen die ons nooit verstoten.
(uit : Gerhardt, Ida, Verzamelde gedichten, Uitg. Atheneum-Polak & Van Gennep, Amsterdam, 1985, blz. 607)

4 november 2024

Allerzielen ... leven in de schaduw van het kruis

 Even tussen de bezinning over literatuur door
 aansluiten bij deze tijd van het jaar.

(eigen foto Domkerk Utrecht 10/10/2024)