De tijd naar Pasen toe daagt gelovigen uit om hun geloof intenser te beleven en te verdiepen. Als we beseffen dat Hij, de Andere, bij ons aanklopt en ons wil de weg tonen naar meer vrijheid, dan is het zaak om zijn aankloppen te horen. Daartoe kan deze voorbereidingstijd naar Pasen ons op weg helpen.
Met Roger Burggraeve hebben we in een vorig bericht het aankloppen van de Andere benoemd als het 'ambetante geheugen' zoals bij Mozes. Hier is een andere gids die het eveneens over het geheugen heeft, is Erik Varden in zijn boek uit 2020 : De eenzaamheid doorbreken. Over christelijk gedenken. (uitg. Berne Media). Varden, agnostisch opgegroeid en bekeerd tot het Rooms-Katholicisme op zijn 19e, treedt in 2002 (28 jaar) toe tot de trappistengemeenschap van Mount St. Bernard (Gr.-Br). In 2015 wordt hij daar gekozen tot abt, maar in oktober 2019 wordt hij door paus Franciscus benoemd tot bisschop van Trondheim (Noorwegen). Vanuit een artikel verschenen in "De Kovel" nr. 86 (januari 2025, blz. 46-53)) over dit boek ontdekken we nog een manier van goddelijk aankloppen. Het artikel is van de hand van Marianne van Reenen, die de Nederlandse vertaling verzorgde en daaruit zullen we hieronder ook citeren.
Vorig jaar december stond de 'Warmste week' in Vlaanderen in het teken van 'eenzaamheid'. Erik Varden vertrekt ook vanuit deze ervaring van eenzaamheid. "Eenzaamheid wordt vaak de ziekte van deze tijd genoemd. Veel mensen hebben niet langer het gevoel ergens bij te horen. (...) Varden ziet haar in de eerste plaats als een existentieel probleem, waarmee ieder mens vroeg of laat te maken krijgt. Het gaat hier om een ervaring die net zo universeel is als honger en dorst en die ons zo diep raakt dat we vaak niet weten hoe we erover moeten praten." (o.c. blz. 48)
Waar krijgen we woorden aangereikt om deze fragiele ervaring meer nabij te komen? De christelijke traditie kan ons daarin een weg tonen.
Volgens vroeg-christelijke schrijvers zoals Athanasius of Augustinus begint het bij de schepping van de mens, door God geschapen naar Zijn beeld en gelijkenis. "Naar Gods beeld geschapen zijn - mens zijn - betekent dat je in het diepst van je wezen ernaar verlangt de grenzen van het menselijke bestaan te overschrijden om deel te krijgen aan het goddelijk leven." (o.c. blz. 49). Onze ervaring van eenzaamheid, een soort on-af zijn, kan in ons de herinnering wakker maken aan dat ingeschapen verlangen.
Augustinus becommentarieerde tijdens zijn priesterlijke leven alle psalmen en ooit bestudeerde ik zijn commentaar op psalm 4.
Het vers 7 daaruit is door Ida Gerhardt als volgt vertaald : "Steeds heet het : wie biedt ons uitzicht?. Doe Gij opgaan over ons uw lichtend aanschijn, Jahwe." Augustinus preekte in het Latijn en volgde een tekstvariant van de Vulgata Clementina waarin het vers 7 zo klinkt :"Quis ostendit nobis bona? Signatum est in nobis lumen vultus tui, Domine." of dicht bij deze tekst : wie toont ons het goede? Het licht van uw gelaat, Heer, is gestempeld in ons (hart). Augustinus zegt daarbij dat we zijn als een muntstuk. Als Jezus zegt dat we aan de keizer moeten geven wat hem toekomt (een geldstuk met zijn beeltenis) en aan God wat Hem toekomt (cfr. Mc. 12, 13-17 e.a.) dan is het voor Augustinus duidelijk dat ons diepste hartsverlangen neigt naar eenheid met God.
Ook Varden toont hoe de ervaring van eenzaamheid onze herinnering aan een onszelf overschrijdend leven wakker maakt. "Dat verlangen ontluikt in de zintuigen. Athanasius ziet ons lichaam als een speciaal instrument bij 'onze zoektocht om een mensgeworden God te kennen en lief te hebben'. Of, zoals Rilke dichtte : 'Ich aber weiss, dass ich aus Sehnsucht bin'. " (o.c. blz. 50) Voor Varden is het zonneklaar : "Juist seculiere, 'zintuigelijke' kunst kan op een bijzondere manier tot uitdrukking brengen waar mensen naar verlangen." Zo'n ervaring van artistieke schoonheid opent ons hart... "Als we ons eenmaal van schoonheid bewust zijn, beseffen we dat we deel uitmaken van een grotere werkelijkheid die zelfs tijd en ruimte kan overstijgen. Schoonheid wekt de mens uit de verdoving van zijn cynisme." (o.c. blz. 51)
Hoe wordt geklopt aan de deur van ons hart? Door de 'zintuigelijke' seculiere kunst die het diepste menselijke verlangen uitdrukt.


Geen opmerkingen:
Een reactie posten