29 september 2025

Groots al knielend - 1 - Bijbelse gronden

In de Bijbel is nergens een bepaalde houding voorgeschreven om te bidden, maar drie houdingen komen vaakst voor : knielen, staan en liggen. De meest voorkomende gebedshouding binnen de christelijke kerken is het knielen en het staan. In de katholieke liturgie wordt er liggend gebeden bij de wijding van een priester, bisschop of abt/abdis of bij een professie (plechtig afleggen van de kloostergeloften) van een monnik/moniale. 
De knielende houding is er een van zichzelf klein maken voor het aanschijn van God. Voor een aantal tijdgenoten een verachtelijke houding: de mens mag en moet recht staan. Maar wie gelooft dat hij leeft in een groter verbond/verband beseft ook dat hij of zij niet alles zelf in handen heeft. Bidden als aanbidding of als smeekbede wordt vaak gedaan al knielende. 
Het knielen vinden we meermaals terug in de Bijbel. Hier enkele passages, eerst uit het Eerste Verbond:
*De tempel van Jeruzalem is afgewerkt, de ark van het verbond wordt in het heilige der heiligen geplaatst en dan spreekt koning Salomo een lang smeekgebed uit ten overstaan van heel het volk. Op het einde van dit gebed lezen we: "Tijdens dit hele smeekgebed lag Salomo geknield voor het altaar van de HEER, met zijn handen ten hemel geheven." (1 Kon. 8, 54) De wellicht grootste koning van het Eerste Verbond vindt het niet beneden zijn stand om te knielen.
*De profeet Daniël leefde aan het Babylonische hof tijdens de ballingschap en verkrijgt een hoge positie. Anderen zijn jaloers en zetten een valstrik op zodat ze Daniël in diskrediet kunnen brengen. Er was een periode van dertig dagen afgekondigd waarin men enkel mocht bidden tot de koning en tot geen enkele andere god. "In zijn bovenvertrek had hij in de richting van Jeruzalem open vensters. Daar knielde hij neer, bad tot zijn God en prees hem, precies zoals driemaal per dag zijn gewoonte was." (Daniël 6, 11)
In het Tweede Verbond lezen we dat Paulus ook soms knielend bidt en dat ook aanbeveelt:
*Paulus trekt na zijn bekering rond in Klein-Azië (huidige Turkije, Syrië en Libanon). Op een bepaald ogenblik besluit hij terug naar Jeruzalem te gaan. In Milete houdt hij een emotionele afscheidsrede, en
"Toen hij uitgesproken was, knielde hij samen met de aanwezigen neer om te bidden." (Hand. 20, 36).
*In de brief aan de Efeziërs stelt hij dat hij het mysterie van de verlossing door Jezus Christus heeft gepredikt. Hij bidt dan opdat alle christenen dit mysterie ten volle zouden leren kennen. Dat begint zo: 
"Daarom buig ik mijn knieën voor de Vader, die de vader is van elke gemeenschap in de hemelsferen en op aarde. Moge hij vanuit zijn rijke luister uw innerlijke wezen kracht en sterkte schenken door zijn Geest..." (Ef. 3, 14-16)
(Anonieme meester : Christus 
in de hof van olijven ca. 1500-1525
©MSK)


In de evangeliën is er onrechtstreeks sprake van knielen, als de duivel Jezus bekoort in de woestijn. Satan belooft Hem macht over de gehele wereld als Jezus neervalt in aanbidding voor hem. Knielen als een houding van aanbidding (Mt. 4, 9).
Jezus zelf wordt heel uitdrukkelijk biddend op zijn knieën voorgesteld na het Laatste Avondmaal als Hij in doodstrijd verkeert in de tuin op de Olijfberg. "Hij vertrok en ging volgens zijn gewoonte naar de Olijfberg. De leerlingen volgden hem. Toen hij daar was aangekomen, zei hij tegen hen: 'Bid dat jullie niet in beproeving komen.' En hij liep bij hen weg, tot ongeveer een steenworp ver, en knielde neer om te bidden." (Lc. 22, 39-41)

Knielend bidden is dan ook binnen stappen in een lange traditie die ruimer is dan de monotheïstische religies. De hervormer Calvijn zou ergens gezegd hebben dat knielen niet noodzakelijk is om te bidden, maar dat voor een innerlijke toeleg de knielende houding ons kan helpen. In volgende berichten wil ik enkele spirituele persoonlijkheden laten getuigen over het belang voor hen van het knielen.
 

18 september 2025

Vormgegeven gebed

 Onlangs bezocht ik (opnieuw na véle jaren) het Kröller-Müller Museum in Nederland (park de Hoge Veluwe, Otterlo). De rijke kunstminnende Hélène Müller verzamelde een grote collectie met vooral schilderijen en tekeningen, maar ook een aantal sculpturen. De stichting die haar werk verderzette, kocht later ook vooral beelden aan die meest in de tuinen rond het museum staan. Binnen in de museale ruimte staan een aantal 'intiemere' beelden, waaronder een werk van de Spaanse artiest Julio Gonzales (1876-1942), die vooral werkt met losse stroken ijzer en deze construeert tot schetsmatige figuren. Gonzales omschreef zijn werk zelf als 'tekenen in de ruimte'.
In Otterlo zag ik dit werk, dat zelfs zonder het titelplaatje te bekijken duidelijk een suggestie maakt. Een geknielde figuur met lange haren die haar lichaam voorover strekt. Titel van het werk bevestigt mijn intuïtie : "La prière" (het gebed).

(Julio Gonzales : Het gebed 1936 - eigen foto)


Gonzales tekent in de ruimte een stuwing van de grond naar omhoog, een verlangen naar voren en boven, een loskomen van de aarde. Maar om dit verlangen vorm te geven, heeft de maker wel zeer aards materiaal nodig.
Zo herken ik in dit beeld een betrachting die altijd onvervuld zal blijven, een verlangen dat nooit volledig tot vervulling kan/zal komen. Zo dichtte Guido Gezelle deze bekende verzen die met woorden het onvervulbare verlangen dat het hart vormt van elk gebed proberen uit te zeggen. Een beeldend kunstenaar en een dichter zoeken elk met hun eigen middelen het gebed als diepste verlangen van de mens vorm te geven.

GIJ BADT OP EENEN BERG ALLEEN

Gij badt op eenen berg alleen,
en... JESU, ik en vind er geen
waar 'k hoog genoeg kan klimmen
om U alleen te vinden:
de wereld wilt mij achterna,
alwaar ik ga
of sta
of ooit mijn oogen sla;
en arm als ik en is er geen,
geen een,
die nood hebbe en niet klagen kan;
die honger en niet vragen kan;
die pijne, en niet gewagen kan
hoe zeer het doet!
o Leert mij, armen dwaas, hoe dat ik bidden moet!

(uit: Gedichten Gezangen Gebeden, 1862)

11 september 2025

Oproep tot innerlijke vrijheid : Maurice Zundel (1897-1975) - 4 -

 In een laatste bericht over de mysticus Maurice Zundel wil ik nog even proberen enkele van zijn kerngedachten aan te brengen.
Een belangrijk begrip in zijn denken is het "geprefabriceerde ik". Hiermee duidt Zundel aan dat wij als mens gemaakt worden voor wij zelf in staat zijn tot keuzes door een heleboel factoren zoals erfelijkheid, plaats en tijd van geboorte, ideeën vanuit de media en de wetenschappen, familiegeschiedenis, biologie. Deze factoren situeert Zundel buiten ons en het is onze roeping om te ontdekken dat er in ons een Aanwezigheid is die ons kan de weg tonen om onszelf te bevrijden van dit geprefabriceerde ik. Deze factoren benoemt hij ook soms als 'passies'. 
"Het is onmogelijk de waarheid te vinden als je bezeten bent door passies!
Het overgrote deel van de discussies wordt bedorven door de eisen van een subjectiviteit die getekend is door haar eigen beperkingen. Eenieder wil dat wat hij beweert de waarheid is, de argumenten komen pas achteraf. (...) Al is het best mogelijk dat men dan de waarheid spreekt, de door hartstocht ingegeven toelichtingen vertekenen die!(...)
Dat wil zeggen dat wij, in de meeste gevallen, kijken vanuit de begeerten van ons bezitterig ik, waardoor wij over het algemeen verleid worden ons te vereenzelvigen en partij te kiezen voor onze individuele of collectieve vooroordelen.
Om op een andere manier te kijken, zouden we onze manier van kijken moeten veranderen. En om onze manier van kijken te veranderen zouden wij moeten veranderen van zijn door het ik dat vol passies steekt en dat ons betoverend in zijn greep houdt, uit te bannen, door te weigeren slachtoffer te zijn van het geprefabriceerde wezen waaraan wij vanaf onze geboorte vasthangen met al de beperkingen die het ons opdringt. " (Zundel, Maurice, Een andere kijk op de mens. Woorden gekozen door Paul Debains. Uitg. abdij Bethlehem, Bonheiden, 2003, blz. 160 passim)
(Bill Viola : Purification - eigen foto)


Deze gedachtengang is een rode draad in de geschriften en predicaties van Zundel en vanuit zijn biografie blijkt het ook duidelijk hoe zij geworteld zijn in zijn eigen leven.
Maar waarom zouden we ons moeten bevrijden van ons geprefabriceerde ik?

"Als ik mij van mezelf moet bevrijden, als ik geroepen ben het geprefabriceerde in mij weg te ruimen, of tenminste te overstijgen
en om te buigen tot scheppende vrijheid,
is dit omdat ik 'theofoor' ben.
Ik draag God. Het leven van God zelf is in mijn handen neergelegd.
En het gaat erom van mijzelf een voldoende weidse ruimte te maken opdat God zijn Leven in mij zou kunnen uitstorten
en het, door mij heen, zou meedelen aan heel de mensheid en aan de gehele wereld." (ibidem, blz. 205)

Vijftig jaar na zijn overlijden blijven de inzichten van Maurice Zundel hun waarde en kracht behouden. Zijn boeken zijn als een open raam die ons uitnodigt ons veilige huis te verlaten en verder te kijken dan onze vertrouwde gedachtenpatronen.

6 september 2025

Oproep tot innerlijke vrijheid : Maurice Zundel (1897-1975) - 3 -

 In het voorjaar 1972 werd de Zwitserse priester zonder verdere kerkelijke functies, Maurice Zundel, gevraagd de retraite te preken in het Vaticaan. De toenmalige paus, Paulus VI, vroeg daarna uitdrukkelijk aan de predikant om deze predicaties te publiceren.
In een van de laatste conferenties behandelde Zundel het thema van de rechten van de mens
Zo begon hij zijn bezinning:
"In de Academie van Florence ziet men onvoltooide werken van Michelangelo, waarin de figuren zich beginnen te ontworstelen aan het marmer dat hen nog gevangen houdt in een vormeloze massa. Deze schetsen kunnen beschouwd worden als een beeld van de mensheid die op zoek is naar zichzelf en die nog niet de macht heeft zich los te maken van de verslaafdheden die haar binden aan haar noden en instincten. Wanneer zij niet wordt overweldigd door de materiële misère, dan laat zij zich in beslag nemen door ideologieën, die een subjectiviteit openbaren, gebaseerd op driften, die haar nog sterker opsluiten in haar grenzen, ook al pretenderen ze dan de stem te zijn van de wetenschap of van de vooruitgang, van de gerechtigheid of van de vrijheid. Men vindt hier in de collectieve ervaring de cirkel van Pascal terug (je zou me niet zoeken als je me niet al had gevonden) welke men kan generaliseren op de volgende wijze: om in de goede richting te zoeken, moet men een voorgevoel hebben van het doel. Maar de noties, waarin dat doel worden uitgedrukt (wetenschap, vooruitgang, gerechtigheid en vrijheid) blijven zo dubbelzinnig dat ze zich gemakkelijk lenen tot alle mogelijke interpretaties die overeenkomen met de instinctieve doelen van groepen of individuen."

Zundel geeft dan voorbeelden van een dubbelzinnige interpretatie van de rechten van de mens, dubbelzinnigheid die ontstaat omdat de grond van deze rechten onduidelijk is.

"Onze biologie, teruggebracht tot zijn animale verschijningswijze kan, klaarblijkelijk, op geen enkele wijze een grond geven aan de 'rechten van de mens'. Tenzij de wandluizen en de schorpioenen op dezelfde wij hun rechten zouden kunnen opeisen en de huisdieren zich zouden kunnen verzetten tegen hun domesticatie door samen in opstand te komen tegen hun africhters. De bron van onze rechten is uniek en gelegen in deze vatbaarheid voor het oneindige, die ons roept om onszelf en onze grenzen te overstijgen, door ons te bevrijden van al onze uiterlijke en innerlijke verslaafdheden, om ons onbaatzuchtig te laten opgaan in de goddelijke armoede."

Zundel stelt dat er een evenwicht nodig is tussen het samen en het alleen zijn om onze menselijkheid ten volle te vormen.

"In een concert is de unanieme stilte die alle toehoorders in een gemeenschappelijke ademhaling verheft het resultaat van de meest geheime ontmoeting van ieder met de muziek. Zo wordt die stilte meer geladen voor allen in de mate dat zij meer intens door ieder wordt beleefd. Op dezelfde wijze is het de band van persoon tot persoon die echte menselijkheid sticht en haar aanknopingspunt heeft in de intimiteit van ieder. " (Zundel, Maurice, Doe God deze mens, uitgeverij Gooi en Sticht, Hilversum, 1978, blz.204-206 passim)

De rekkelijke interpretatie van de rechten van de mens in Gaza en op andere crisisplekken en de focus op dierenrechten bij velen tonen de actualiteitswaarde van deze bezinning over God en mens.

2 september 2025

Oproep tot innerlijke vrijheid : Maurice Zundel (1897-1975) - 2 -

 Op 10 augustus 1975 (nu vijftig jaar geleden) overleed de controversiële priester, theoloog, predikant en mysticus Maurice Zundel. Over zijn leven en bochtige parcours kon je al iets lezen in een vorige bericht (10 augustus).
(Maurice Zundel)
Nu wil ik uitgebreid deze bijzondere man aan het woord laten via een tekst uit de bundel "Een andere kijk op de mens. Woorden gekozen door Paul Debains." (uitg. Abdij Bethlehem, Bonheiden, 2003, blz.249-250 passim).

"De crisis van de Kerk heeft haar grond in een bepaalde opvatting over God. Omdat men verkeerd denkt over God kent de crisis vandaag deze omvang en deze verbreiding.
Men heeft God buiten ondergebracht en men heeft Hem binnenin nog niet ontdekt.
Het is vanzelfsprekend dat men deze God die daarbuiten is, weigert,
want Hij komt over als een bedreiging en een inperking die van buitenaf aan het menselijk leven wordt opgedrongen.
Het is vanzelfsprekend dat men deze inmenging van een autoriteit
die zich opdringt en die ontkenning blijkt te zijn van de menselijke vrijheid en waardigheid, als een belediging voor de geest en een frontale aanval ervan aanvoelt.
Men heeft zich in God vergist, men heeft Hem niet erkend,
vanzelfsprekend dus dat de moraal die vasthangt aan de 'traditionele' God, ook zelf aan het wankelen wordt gebracht. (...)
Dit afwijzen van God, kan en moet men overstijgen omdat de echte God binnenin is en niet daarbuiten,
omdat de echte God grond is van onze waardigheid!
Hij is de ruimte waarin zij volledig tot ontplooiing komt,
Hij is het totale licht en de totale vreugde van onze innerlijkheid,
Hij is het die ons tot bestaan en tot volkomenheid brengt.
Het is door Hem dat wij elkander ontmoeten,
het is in Hem dat wij elkander beminnen,
het is dankzij Hem dat wij de dood kunnen overwinnen
en onszelf vereeuwigen."

Zijn eigen mystieke ervaringen herkende Zundel bij Augustinus die in de Confessiones (Belijdenissen), na de beschrijving van zijn bekering in de feiten, filosofisch/theologisch deze ommekeer overdenkt als een overgang van buiten naar binnen (Conf. boek X,27) . De dichter Huub Oosterhuis maakte van deze Augustijnse overweging een lied, op muziek gezet door Antoine Oomen en hier gezongen door zijn dochter Trijntje.
Veel te laat heb ik je lief gekregen. Schoonheid wat ben je oud, wat ben je nieuw: een kerntekst bij Augustinus maar ook bij Maurice Zundel.