12 december 2025

Nova et vetera - expo Abby - 3 -

 In deze advent bereiden we ons voor op de komst van Christus. Het is een tijd van verlangen. Dit verlangen kunnen we voeden met verhalen over heling en verbinding en met dromen over een nieuwe wereld voorbij haat en oorlog. In deze adventtijd wordt er vaak voorgelezen uit de profeet Jesaja. 
"Maar opschieten zal een twijg uit de tronk van Jesse,-
een scheut uit zijn wortels zal bloeien.
Rusten zal op hem de geest van de Ene,-
een geest van wijsheid en verstand,
een geest van beraad en sterkte,
een geest van kennis en ontzag voor de Ene.
(...) Geringen zal hij richten met gerechtigheid,
in oprechtheid zal hij vonnis vellen voor
de gebogenen op aarde. (...)
Te gast zal zijn een wolf bij een schaap,
een panter vlijt zich neer bij een bokje;
kalf, leeuwenwelp en mestvee tezamen :
een kleine jongen zal ze drijven." (Jesaja 11, 1-2,4,6
 - Naardense Bijbelvertaling)
Een nieuw koningskind wordt aangezegd dat zal zorgen voor een vredevolle samenleving. De dieren die worden opgevoerd moeten dit verlangen naar een harmonieuze maatschappij zonder onrecht poëtisch verbeelden. 
Aan deze profetische passage dacht ik bij het bezoek aan de tentoonstelling Faith No More. Rituals for Uncertain Times in Abby (Kortrijk - nog tot 1 maart 2026) bij het zien van een fotoreeks over de performance van Joseph Beuys (1921-1986) in 1974 New York. 
De kunstenaar laat zich opsluiten gedurende drie volle dagen in een kooi samen met een coyote. Voor de oorspronkelijke bevolking van Amerika is de coyote een heilig dier dat zich kan verplaatsen tussen de fysieke en de spirituele wereld. Beuys had zichzelf in grijs vilt gewikkeld en hield een staf bij. Op het einde van deze drie dagen omhelsde Beuys de coyote. Er was een soort verstandhouding ontstaan tussen mens en dier. Over deze performance kan je ook meer lezen op het internet onder anderen via deze link naar een artikel uit het monastiek tijdschrift De Kovel (nr. 69, september 2021 : https://dekovel.org/wp-content/uploads/2021/11/102904_De-Kovel-69_Resonanties.pdf).
(©LargeGlass)


Ergens anders in dezelfde expo toont een andere Duitse kunstenaar wat er van onze wereld wordt als wij het dierlijke in ons loslaten zonder voeling met onze bodem van verlangen en zonder besef dat wij als mens allemaal 'maar' mens zijn. Uit de 50-delige reeks etsen 'Der Krieg' (1924) van Otto Dix (1891-1969) zijn er in Kortrijk 21 te zien.
( Otto Dix : uit reeks Der Krieg - eigen foto)


Kunstenaars en profeten helpen de brug te bouwen tussen onze fysieke, kwantificeerbare wereld en de wereld van het diepmenselijke verlangen naar heling die aan alle meetbaarheid voorbij gaat. Dit verlangen naar heelheid koesteren is advent ten volle beleven.


6 december 2025

Nova et vetera - expo Abby - 2 -

 Advent is de tijd van het verlangen en het besef dat wij als mens onszelf niet tot heil kunnen zijn. Er is een ander/de Ander nodig om ons van onszelf te bevrijden. De ontwikkelingen van onze maatschappij in de laatste decennia tonen dat er ondanks alle technische en wetenschappelijke vooruitgang geen globaal welzijn is gerealiseerd op onze globe. De mens blijft zichzelf in de weg staan.
 Straks is iedereen in Vlaanderen weer in de ban van de warmste week. Een opflakkering van medemenselijkheid als je het positief bekijkt; een zoveelste evenement dat aangevinkt kan worden op de bucketlijst als je het cynisch bekijkt. 
Met veel minder poeha en zonder dat 'event'-gehalte zijn er al jaren vele mensen, meestal in de luwte aan het bouwen van een warme samenleving. Al sedert 1969 is er in Vlaanderen in deze tijd van de Advent de actie Welzijnszorg die steun biedt aan structurele projecten tegen armoede en kansarmoede. Deze actie is als het ware een hedendaagse vertaling van de klassieke zeven werken van barmhartigheid zoals die werden gepromoot door de Kerk, maar overstijgen het louter caritatieve omdat ze ook inzetten op maatschappelijke veranderingen.

Door de expo Faith No More. Rituals for Uncertain Times (nog tot 1 maart in museum Abby in Kortrijk) kunnen we ook stilstaan bij de vraag hoe wij anno 2025 barmhartigheid betrachten. Zo zien we bijvoorbeeld een schilderij uit het laatste decennium van de 15e eeuw over het laatste oordeel, met afgebeeld langs de hemelzijde de zeven werken van barmhartigheid en langs de helzijde de zeven hoofdzonden. Een schilderij met een duidelijk didactische boodschap én opbouw.

(©maagdenhuis)


Even later in de tentoonstelling zien we een aantal werken van de Italiaanse kunstenares Marinella Senatore (1977) uit haar reeks "Protest Forms". Het zijn qua vorm processievaandels of strijdbanieren geborduurd tijdens projecten die de kunstenares uitvoert met lokale vrouwengroepen. Elk vaandel viert daarbij als het ware de collectieve kracht. Hierbij een van de tentoongestelde vlaggen die een even duidelijke boodschap draagt als het schilderij van ca. 1490-1500.
"We rise by lifting others"... Wij groeien door anderen te helpen groeien". Het gaat niet om ons ego maar om onszelf te vergeten zodat anderen mogen groeien, niet zoals wij willen, maar vanuit de kracht die ze bij zijzelf ontdekken. 
(eigen foto)


Vanuit deze ingesteldheid kan deze tijd uitgroeien tot een doorleefde advent en tot een daadkrachtig verlangen naar heling.

30 november 2025

Nova et vetera - expo in Abby - 1 -

 De Latijnse woorden 'nova et vetera' hebben hun oorsprong in het Mattheüsevangelie (15,32) : "Zo lijkt iedere schriftgeleerde die leerling in het koninkrijk van de hemel is geworden op een huismeester die uit zijn voorraadkamer nieuwe en oude dingen te voorschijn haalt."
Aan deze passage dacht ik bij het bezoek aan de veelzijdige en inspirerende tentoonstelling die nog tot 1 maart 2026 te zien is in het Kortrijkse museum ABBY. De titel van de expo "Faith No More. Rituals for Uncertain Times."  De curatoren zelf noemen hun expo een tentoonstelling over apocalyptisch denken, (wan)hoop en troost in de middeleeuwen en vandaag.
Maar de saus die alles bindt is het christelijke verhaal van de lijdende Christus en de overweldigende beelden van het boek van de Openbaring (Apocalyps). 
In de tentoonstelling zien we oude beelden naast heel nieuwe kunstwerken: nova et vetera! Het voorgestelde parcours begint bij het inferno en gaat dan over naar arcadia. Het scheppingsverhaal, de zondeval en de zoektocht naar verdwenen onschuld, de ontdekking dat alles ijdel is en de wanhoop van de lijdende mens (en Christus) voeren naar de apocalyps van toen en van nu. Via de gang van kennis en wijsheid gaan we dan van het donker naar het licht. Zo komen we in arcadia met thema's als eeuwigheid, wedergeboorte, viering, hoop en nieuwe verhalen.
Deze droge opsomming klinkt saai, maar de voortdurende wisselwerking tussen oude kunst (13e-17e eeuw) en hedendaagse kunstwerken brengt telkens nieuwe prikkels tot reflectie en meditatie. De spiegel die ons wordt voorgehouden kan lang nawerken bij mensen die met een openheid van geest deze expo bezoeken. Een aanrader als je het mij vraagt (en ook als je het mij niet vraagt).
In deze advent kan het helpen onze zintuigen aan te scherpen om te ontdekken dat de woorden van Johannes de Doper ook nu nog actueel zijn : 'Midden onder u staat Hij die gij niet kent' (Jo. 1, 26).
Hier een voorproefje van de expo.
(eigen foto)

Op de langste wand is er een houtsnede van Albrecht Dürer (de bewening van Christus, ca. 1497)) en deels achter de handen van de centrale sculptuur een Lamentatie door een onbekend Antwerpse schilder (ca. 1515). Op de rechterwand een werk van dit jaar van de Zuidafrikaanse artiest Kendell Geers (Stations of the Cross 5102) .
We zien er de voetafdrukken van de artiest in koolstof en op de zijkant de kruiswoorden van Jezus : Eloi Eloi Lama Sabahtani (Mijn God, mijn God, waarom heb je mij verlaten) (cfr. Mt. 27,46 ; Mc. 15,34 en Ps. 22, 1). Centraal is er het levensgrote beschilderde bronzen beeld van Tony Matelli : Sleepwalker (de slaapwandelaar).
Beeld van onszelf in onze tijd? Het verdriet om God die dood is; de voetstappen van wie zich stappend afvraagt waar God blijft; de kwetsbare man die op de tast verder wandelt zonder te zien waarheen zijn stappen hem brengen. 
Beeld van onszelf en ons sluimerend verlangen naar heling?

26 november 2025

Beelden die spreken - Straatsburgse prikkels - 2 -

 


Tot eind september was de naam van Lou Albert-Lasard (of ook : Louise Lasard) mij totaal onbekend. Ze is geboren in 1885 te Metz (Lotharingen) in een Joods Duits burgerlijk milieu en na een kunstopleiding in München, frequenteerde ze artistieke centra in Frankrijk, Duitsland en Zwitserland en had o.a. een korte passionele relatie met de dichter Rainer Maria Rilke. Na haar dood in 1969 schonk haar dochter ruim 2000 werken aan het museum voor moderne en hedendaagse kunst (MAMC) in Straatsburg, waar ik kon kennismaken met haar werk.
In een kleine thematentoonstelling over sacrale kunst werden rond werken van Gustave Doré (geboren in Straatsburg) ook enkele andere religieuze werken getoond, waaronder dus Louise Lasard.
Ik was getroffen door de rauwe expressionistische toon van deze piëta, met een Christus die nauwelijks nog mens is maar eerder een worm, een verslagen Maria en een (rosse!) heftig reagerende Maria Magdalena. De derde Maria houdt haar handen zoals vele treurende vrouwen op laatmiddeleeuwse schilderijen. Lasard maakte dit schilderij in 1921, net na die vreselijke Groote Oorlog waar jonge mannen werden herleid tot kanonnenvoer en waar veel vrouwen achterbleven in rouw, pijn en verlatenheid. Met de hedendaagse oorlogen als dagelijkse portie nieuws wordt deze piëta opnieuw heel actueel, schrijnend en schreiend.
Enkele uren nadat Jezus aan het kruis genageld werd en luidop begonnen was met het bidden van psalm 22 (het eerste vers : mijn God, mijn God, waarom hebt u mij verlaten?) zien we hier verbeeld het vers 7 van deze psalm: Ik ben een worm en geen mens, door iedereen versmaad.

(eigen foto)



20 november 2025

Groots al knielend - 5 - Maurice Zundel



De Zwitserse priester Maurice Zundel (1897-1975) heb ik hier al meerdere malen aan het woord gelaten (zie vb. bericht 10 augustus 2025 en daarna), maar hier past hij nogmaals. 
Nu horen we hem mediteren over die bijzondere scène tijdens het Laatste Avondmaal waarbij Jezus de voeten wast van zijn apostelen (Jo. 13,1-11). 
In deze evangelietekst staat niet letterlijk dat Jezus knielt, maar het is natuurlijk de evidentie zelve dat je om iemands voeten te wassen, moet neerknielen voor die persoon. Het woord knielen wordt even later wel expliciet gebruikt als Jezus in doodstrijd verkeert in de hof van Olijven (zie vorige bericht in deze reeks).
(muurschilderij Sankt Martinskirche Münstermaifeld 1396
©beeldmeditaties.nl)


 "Jezus zit op de knieën voor dat Rijk van God dat wij moeten worden
en een ander rijk van God is er niet.
Het Rijk van God, dat is het koningschap van de Liefde van God
in het meest intieme van onszelf.
En helemaal alleen kan God dit Koninkrijk niet verwezenlijken.
Als het anders was, zou Jezus niet voor zijn leerlingen neergeknield zijn opdat dit koninkrijk echt zou bestaan! 
Hij heeft onze instemming nodig. 
Het hart van Judas moet zich openen,
het hart van Petrus moet aanvaarden,
de harten van Jakobus en Johannes moeten wakker worden,
al de anderen moeten uit hun slaap opstaan
en dat ja uitspreken zonder hetwelk er niets tot stand kan komen.
En het is om deze instemming uit te lokken,
om elk van zijn leerlingen, en met hen ook ons,
aandachtig te maken voor dat innerlijk Rijk,
dat Jezus op zijn knieën zit.
Nooit heeft de mens zoveel eer toebedeeld gekregen.
Nooit werden aan de menselijke vrijheid zulke weidse afmetingen toegekend
als in dit neerknielen van de Heer voor zijn leerlingen
en ook voor ons!."
(uit: Zundel, Maurice, Een andere kijk op de mens. Woorden gekozen door Paul Debains., uitg.Abdij Bethlehem, 2003, blz. 187)
Een knielende houding is hier niet louter én zelfs niet in de eerste plaats een houding van gebed, maar een levenshouding van openheid naar de tekenen van God in ons leven en van dienstbaarheid waardoor we in Jezus' voetstappen treden. 
Jezus zegt na de voetwassing tot zijn apostelen, en over hun schouders heen tot allen die Jezus volgenswaardig vinden : 
"Begrijpen jullie wat ik gedaan heb? Jullie zeggen altijd 'meester' en 'Heer' tegen mij, en terecht, want dat ben ik ook. Als ik, jullie Heer en jullie meester, je voeten gewassen heb, moet je ook elkaars voeten wassen. Ik heb een voorbeeld gegeven; wat ik voor jullie gedaan heb, moeten jullie ook doen. Waarachtig, ik verzeker jullie : een slaaf is niet meer dan zijn meester, en een afgezant niet meer dan wie hem zendt. Je zult gelukkig zijn als je dit niet alleen begrijpt, maar er ook naar handelt." (Jo. 13, 12-17)
En Zundel zegt dat we slechts door onze instemming deze houding kunnen verwerven. Dan wordt ons knielen het begin van onze innerlijke vrijheid. 

15 november 2025

Beelden die spreken - Straatsburgse prikkels - 1 -



(Markus Lüpertz : Herte
-eigen foto)
God is onzienbaar voor onze ogen maar dankzij zijn Zoon weten we dat we hem werkzaam kunnen zien doorheen mensen en hun werken. Ook kunstwerken kunnen ons anders leren kijken en luisteren naar de Bijbelse verhalen. 
Zo zag ik eind september in het museum voor moderne en hedendaagse kunst (MAMC) in Straatsburg een sculptuur van de hedendaagse Duitse kunstenaar Markus Lüpertz (1941) die onmiddellijk aanspreekt. Een naakte jonge man draagt op zijn schouders een jong schaap. Een herder dus die direct doet denken aan een gelijkenis van Jezus over God die altijd opnieuw zoekt om wat verloren is terug te vinden. Het hoofdstuk 15 van het Lucas evangelie vertelt via drie verhalen hoe God begaan is met het verlorene (het weggelopen schaap, het zoekgeraakte geldstuk en de twee zonen).

Fascinerend is hier bij deze sculptuur de naaktheid van de herder. Wie wil herderen en anderen hoeden doet dit best vanuit zijn eigen kwetsbaarheid. De eigen naaktheid en broosheid beleven kan de goed bedoelende herder bewaren voor betutteling van (of dwingelandij over) het verloren schaap. 

Het beeld van de goede herder die het schaap terugbrengt sluit natuurlijk ook aan bij de psalm 23, met het bekende beginvers: de Heer is mijn herder... 
Deze woorden mogen ons evenwel niet in slaap sussen, zoals dichter Michel van der Plas (1927-2013) schrijft. Geloof, zeker in onze dagen, is een blijvende uitnodiging én uitdaging. Het herderschap van God vraagt ook om zelf te volharden in verlangen en hoop.
Twee kunstenaars die onze blik openen op het herder-zijn van God voor elk van ons vandaag.

PSALM

De Heer is mijn verder. Hij laat mij missen:
roes, aarde, nu. Laat mij te weinig zijn
en wensen. Drijft mij op naar duisternissen
van bos en braakland, in een perk van pijn.

Is mijn elders. Laat hemelen verhalen,
de macht, de glorie. En houdt mij doodsbang
over mijn dorst gebogen. Zendt zijn stralen
bij mondjesmaat. En wacht, mijn leven lang.

Mijn vijand drinkt en doezelt voor mijn ogen.
De kinderen zingen van een vergezicht.
De Heer is mijn eenmaal. Ik moet nog hoger.

Zijn heil en zegen zullen op mij jagen,
mijn leven lang. Ik zal het dwingelandslicht
zien, haten en verlangen, al mijn dagen.
(uit: van der Plas, Michiel, De oevers bekennen kleur. Verzamelde gedichten., uitg. Lannoo, Tielt, 1994, blz. 121)

7 november 2025

Groots al knielend - 4 - Dietrich Bonhoeffer

 De Duitse lutherse theoloog en predikant Dietrich Bonhoeffer (1906-1945) was een moedig man, die reeds twee dagen na de machtsovername door Hitler in een radiotoespraak waarschuwde (1 febr. 1933) om de Führer niet te verafgoden. Tot Hitler zelf zei hij dat hij zich bewust moest zijn van de beperking van zijn macht. Op dat moment werd de uitzending onderbroken. Bonhoeffer sloot zich aan bij de 'Bekennende Kirche', een groep protestantse theologen en gemeenten, die zich verzetten tegen staatsinmenging door de nazi's in hun kerkelijke zaken. Deze groep werd geïnspireerd door de grote theoloog Karl Barth.  
Voor Bonhoeffer was de kerk het lichaam van Christus en niet zomaar een plek waar over Christus gesproken wordt. Dat inzicht vraagt om een aangepast gedrag vol overgave en het zou een leidend idee zijn gedurende zijn gehele leven.
(Dietrich Bonhoeffer op bezoek bij Karl Barth - ©EDK)

In een meditatie van Dietrich Bonhoeffer over het vers van de profeet Jesaja : Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven (Jes. 9, 5), (vers dat in de kerstliturgie wordt gelezen als vooruitzegging van de komst van Jezus) horen we deze moedige man oproepen om te knielen bij het kerstekind. 
"Het gaat hier over de geboorte van een kind, niet over de revolutionaire daad van een sterke man, niet over de gedurfde ontdekking van een wijze, niet over het vrome werk van een heilige.
Wat koningen en staatslieden, filosofen en kunstenaars, godsdienststichters en moraalpredikers vergeefs proberen te bewerkstelligen, gebeurt nu door een pasgeboren kind. Als om de geweldigste menselijke inspanningen en prestaties te beschamen wordt hier een kind in het middelpunt van de wereldgeschiedenis geplaatst. Een kind, uit mensen geboren, een zoon, door God gegeven. Dat is het geheim van de verlossing van de wereld; heel het verleden en heel de toekomst ligt in dit gebeuren opgesloten. De oneindige barmhartigheid van de almachtige God daalt tot ons af in de gestalte van een kind, van zijn Zoon. (...)
Hoe willen wij dit kind ontmoeten? Zijn onze handen door de dagelijkse arbeid, die zij volbrachten, niet te stijf en te trots geworden om zich nog bij de aanblik van dit kind in gebed te vouwen? Dragen wij ons hoofd, dat zoveel moeilijke gedachten heeft moeten denken en zoveel problemen heeft moeten oplossen, niet te hoog, dan dat wij het voor het wonder van dit kind nog deemoedig zouden kunnen buigen? Kunnen we voor één keer al onze inspanningen, prestaties en gewichtigheden helemaal vergeten om met de herders en de wijzen uit het Oosten het goddelijk kind in de kribbe te aanbidden en daarin dankbaar de vervulling van ons hele leven te zien? Het is werkelijk een zeldzame aanblik, wanneer een sterk en trots man zijn knieën buigt voor dit kind, wanneer hij in ongekunstelde eenvoud in Hem zijn Heiland vindt en vereert, en er moet wel een meewarig hoofdschudden, misschien zelfs een boosaardig lachen door onze oude, wijze, ervaren en zelfverzekerde wereld gaan, wanneer zij de heilsroep van de gelovige christen hoort : 'Een kind is ons geboren, een zoon is ons gegeven.'
(uit : Bonhoeffer Brevier samengesteld door Otto Dudzus, uitg. Ten Have n.v., Baarn, 1968, blz 503-504 passim)

Het contrast tussen de trotse zelfverzekerde mens die zijn eigen gedachtenwereld als enige norm neemt en het machteloze kind dat vraagt om verwonderd te blijven over het onzegbare is nog immer actueel. De moed die Bonhoeffer opbracht tegen de barbaarsheid van het nazisme was geworteld in zijn knielen voor een kind blijft - jammer genoeg- ook nog altijd actueel en inspirerend.