![]() |
(Madonna dell'Umilità - basiliek van Pistoia) |
De Nederlandse dichter Hans Tentije publiceerde dit jaar in de Poëziekrant (nr.3, blz.34) een gedicht dat hij schreef bij het zien van een Maria-fresco in de basiliek van Pistoia (Toscane, Italië).
OOIT
Eeuwen van verering hebben haar niet bedorven
noch is haar gezichtsuitdrukking veranderd, vol toewijding
buigt ze zich nog steeds over haar kind, toch
lijkt ze allerminst gerust te zijn, ondertussen blijft ze
stilletjes op haar hoede -
zij is de Madonna dell'Umilità, de Onze-Lieve-Vrouwe
van de Nederigheid, die je behalve hier
in deze basiliek in het hart van Pistoia overal elders
kan tegenkomen
je herkent haar aan een van vrees dooraderde blik
waaruit het besef van iets onafwendbaars
spreekt, dat er hoe dan ook ooit een opoffering
zal worden gevraagd
soms verschijnt ze te midden een stroom vluchtelingen
of is ze de bedelende zigeunerin, haar warm
ingestopte baby op de arm, de Warschause jodin
met een jochie naast een veewagon
op het perron van het vernietigingskamp -
wat olmen misschien, je zou willen dat hun jaarringen
langzaam slonken om terug
te groeien naar een pril, priller begin
(Madonna-dell'Umilità; 14de eeuw, anoniem)
De eerste strofen zijn vrij toegankelijk en kan je als lezer gemakkelijk volgen.
De dichter ziet een Maria-afbeelding die al eeuwen vereerd wordt. Hij zegt wat hij ziet en benoemt haar als de Maria van de Nederigheid. Deze Maria beseft dat er opofferingen zullen gevraagd worden en kijkt daarom zorgelijk. Vanuit die opoffering maakt de dichter dan een brug naar de 20ste eeuw en naar onze tijd. Maria kan je herkennen in vluchtelingen en vervolgden, in slachtoffers van geweld en van de shoah.
Maar de laatste drie regels zijn weerbarstig. Ik wist er ook niet goed weg mee.
Tot ik onlangs vernam dat de dichter in het Gentse poëziecentrum zou voorlezen. Ik wou er wel bij zijn om hem hierover aan te spreken doch dat lukte niet en dus mailde ik mijn vraag door. De dichter was zo bereidwillig over deze regels enige toelichting te geven via mail.
![]() |
(Madonna dell'Umilità door Gherardo Starnina Museum Uffizi in Firenze) |
Zo kom ik bij de titel van het gedicht terecht: ooit...verzucht de dichter, hoop ik op een andere geschiedenis. En deze verheldering doet het gedicht wonderwel passen voor dit Mariafeest. Laat in de Onbevlekte Ontvangenis juist de droom doorklinken van een onschuldig begin, een andere wending in de geschiedenis waar niet die luidst roepen en hardst duwen met hun ellebogen de doorslag geven, maar de nederigen, de zachtmoedigen.
Wat de dichter als verlangen in de toekomst ziet (de titel: OOIT en de drie laatste verzen), daarover zegt het geloof: die droom is reeds gerealiseerd in Maria, nu moeten wij als christenen er alleen nog werk van maken om hem verder gestalte te geven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten