12 februari 2018

Het Hooglied: een uitdagend Bijbelboek

In een vorige blogpost had ik het erover dat het Hooglied een prominente plaats innam in de muziekscore van de film "Youth" van Paolo Sorrentino (2015).
De componist van de song "just", David Lang, sprak in een toelichting over de Joodse traditionele lezing van het Hooglied als een metafoor voor de liefde tussen God en mens. Niet alleen het Jodendom leest op deze spirituele, symbolische manier het meest sensuele Bijbelboek, maar ook in het christendom wordt door deze bril naar dit Lied der Liederen gekeken. De meest gekende lezingen zijn wellicht die van Bernardus van Clairvaux (1090-1153) en van Johannes van het Kruis (1542-1591).
(Marc Chagall- uit zijn reeks
over Het hooglied)
In het recentste nummer van het Benedictijns Tijdschrift met als thema 'seksualiteit en religie' schrijft de benedictijn-kluizenaar Benoît Standaert over wat hem boeit in het Hooglied (Benedictijns Tijdschrift 2017/4, blz. 167-173).  Hij benadrukt dat die tekst heel open is over de rollen van de personages. Hij pleit er dan ook voor om de tekst niet al te gefixeerd te lezen. Dat is even anders dan David Lang die het mannelijke personage vereenzelvigt met God en het vrouwelijke met de mens en daarbij een oplijsting maakt van wie wat zegt. Benoît Standaert stelt het zo: "Het grote lezen is door niets gehinderd want het grote verlangen wenst wederkerigheid. Op het hoogtepunt van de wederkerigheid weet niemand nog wie onderwerp en wie voorwerp is, wie actief of passief bemint of wordt bemind!"(a.w. blz. 170).
Deze lezing opent perspectieven, maar laat mij ook ergens onvoldaan achter. Waarom is God mens geworden in Jezus? Wat betekent deze incarnatie, dit in-het-vlees komen wonen van Gods Woord als ook niet de menselijke seksualiteit daarin een waarde heeft? Wordt dit loflied op de menselijke liefde niet herleid tot een ongevaarlijk symbolisch te lezen mystieke tekst? De grote voorbeeldfunctie van het monastieke en godgewijde leven van religieuzen heeft tot nu toe onze blik daarop vertroebeld. Vanuit een specifieke roeping is er een celibatair leven die doorheen de seksuele onthouding wil getuigenis afleggen van de allesvervullende liefde van God. Maar voor wie niet geroepen is tot zo'n getuigend leven kan het beleven van de menselijke liefde ook op seksueel gebied evengoed religieus waardevol zijn.
(Marc Chagall -uit zijn cyclus "Het hooglied")
De menselijke seksualiteit doordenken en beleven als religieus vormt nog een hele uitdaging voor de christelijke kerken. Het Woord is vlees geworden, God wilde mens worden en daardoor is het menselijke in al zijn facetten (dus ook het lichamelijke seksuele)  volgens mij ook domein van Godsverlangen en Godservaring. Dit wordt een van de uitdagingen voor de christelijke kerken in de komende eeuwen. Hoe paus Franciscus probeert openheid te creëren rond homoseksualiteit is een schuchter  maar hoopvol begin.
Het pleidooi van Benoît Standaert om het Hooglied niet al te gefixeerd te lezen als een uitdrukking van het grote verlangen wil ik dus graag tot het mijne maken. Laat ons het menselijke liefdesverlangen in al zijn verscheidenheid lezen "als werd het gezaaid in onze menselijke conditie" (a.w. blz. 171).

Geen opmerkingen:

Een reactie posten