12 juli 2018

De genade van de troost - verder denken bij een essay van Bernard Dewulf - 03 -

In zijn essay (De Standaard Weekblad 23 juni 2018) zoekt Bernard Dewulf naar wat ons mensen kan troosten.
In de vorige blogposts ben ik hem gevolgd tot bij de paradoxale uitspraak van Samuel Beckett : "I can't go on. I'll go on." (Ik kan niet verder. Ik ga verder). Die twee zinnen zijn voor hem een soort chronische troost, zoals hij hetzelf formuleert. "En die noem ik liever 'genade'. Ik besef dat dat een enigszins beladen term is, die we al snel verbinden met vooral het christelijk geloof: de genade Gods. Of het Weesgegroet. Voor 'Maria, vol van genade'. Daar trek ik me, met respect, weinig van aan. Ik geloof niet dat iets -een God of een alziend oog- zich over ons ontfermt. We zijn, om het wat pathetisch te zeggen, moederziel alleen." Dixit Dewulf.

Het is zijn goed recht om zo te denken, maar ook ik geloof niet in 'iets' en ook niet in een 'alziend oog'. Maar ik geloof wel in Iemand die zich ontfermt.
De schrijver moet dus 'hopen op een profane, menselijke genade - zeg maar troost in een wat duurzamer vorm. Bovenop de korte termijn van Valentijn ook de langere termijn van de ontferming."
Dan zoekt hij zijn heil weer in het woordenboek en komt bij een familie van gelijkgestemde woorden: genade / barmhartigheid / mededogen hebbend en de deelwoorden arm / erbarmen / hart. Hij komt zo terug bij de kloof die Camus beschreef tussen het verlangen van de geest en de wereld die teleurstelt. Die kloof scheidt, maar vervolgt Dewulf :"in die scheiding schuilt de hoop. Troost gloeit dan op in de toenadering, de nadering en het uitzicht op verbinding."
(afbeelding www.behance.net )

Dewulf is een Sisyphus die de rotsblok van zijn verlangen elke dag weer naar boven rolt maar er nooit in slaagt hem helemaal boven te krijgen. Telkens weer moet hij herbeginnen.
Maar dan denk ik: Bernard, heb je nooit Karen Armstrong gelezen, die met haar boek "Compassie" een weg toont naar toenadering en verbinding. Dewulf stopt te vroeg met zijn queeste naar troost. In het avontuur van de compassie liggen er dagelijks kansen tot troost en vervulling verborgen. Binnenwerelds kan het al volop zoals Armstrong beschrijft. Mocht Dewulf ooit bevrijd geraken uit zijn zelfgekozen gevangenis van een droog intellectualisme, dan zou hij misschien ook die grootste Trooster mogen ervaren. Maar die ervaring vraagt een bereidheid om uit de ivoren toren van een puberale geloofsvisie te treden en te ontdekken dat geloof meer met leven van doen heeft dan met begrijpen, meer met het hart dan met het verstand. De Geest overspant dan de kloof tussen verlangen en werkelijkheid, tussen hoop en frustratie. Zoals Hij bezongen wordt in de Pinksterhymne Veni Creator Spiritus: Gij zijt de grote Trooster in de tijd.

En als uitsmijter nog dit: Dewulf vertrekt vanuit de tweespalt geest-wereld. Los van het dualistische sfeertje van zo'n denken waarin ik mij helemaal niet kan vinden, had hij ook een groot vraagteken kunnen plaatsen bij de verlangens van de mens. Hij had bijvoorbeeld via het Boeddhisme kunnen zoeken naar wegen om vrij te komen van hartstochten en frustraties. Maar ja, zoals eerder gezegd:
bedankt Bernard Dewulf voor je prikkelende essay. Het heeft mij geholpen mijn eigen houding meer uit te klaren.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten