In een vorige blogpost ben ik Dewulf gevolgd op zoek naar een soort definitie van wat troost is door de verschillende gedaanten heen. Na zijn verkenning van de soorten troost komt hij bij zijn meest fundamentele verwachting: troost moet geloofwaardig zijn, en dan vindt hij dat -in zekere zin- feiten het meest geloofwaardig zijn. De feiten onder ogen zien, "proberen erbij te zijn en het te blijven zien. Als je wegkijkt heb je zelfs het zien niet gehad." Zo citeert hij Herman de Coninck. Voorwerpen, dingen bieden daarbij voor hem meest troost want tegelijk kijk je via de dingen niet weg van de pijn, de frustratie of het gemis en tegelijk ervaar je hoe dingen onverschillig zijn t.a.v. pijn. Die onverschilligheid is voor de schrijver een soort voorbeeld voor onze eigen houding.
Het is dan ook niet verwonderlijk dat hij uitkomt bij twee reuzen uit de Westerse moderne literatuur, nl. Albert Camus (Nobelprijs 1957) en Samuel Beckett (Nobelprijs 1969). Camus schreef over Sisyphus die eindeloos een zware rots een berg oprolt maar elke dag zijn werk moet herbeginnen. Een troosteloze bezigheid, een troosteloze figuur, zo lijkt het.
![]() |
(Albert Camus) |
Voor Camus is Sisyphus echter een held die juist uit zijn uitzichtloze situatie kracht put. Via deze omweg vindt Dewulf bevestiging voor zijn troost van het pessimisme. Pessimisme is voor hem geruststellender dan optimisme. "In pessimisme geloof ik." poneert hij. Als geluk het hoogste nastrevenswaardige goed is, dan is het inderdaad beter om niet al te optimistisch te zijn, want dat geluk blijkt niet zo maakbaar te zijn als we zouden willen. Dan klinkt het logisch dat Camus uitkomt bij volgende schets van ons menselijk bestaan als "dat huwelijk van de geest die verlangt en de wereld die teleurstelt". Verlangen en frustratie zijn grote drijfveren in elk mensenleven. Maar wat verlangen we? Wat is de grond van onze frustratie? Een wereld die zich plooit naar onze handen maar wat als dat niet lukt? Is dat niet heel scherp gesteld wat ons wordt voorgehouden? Is ons leven dan pas 'gelukt' wanneer alles rond ons zich naar ons plooit? Voor mij als christen vind ik evenwel niet dat geluk het na te streven doel van mijn leven is of zou moeten zijn. Een gelukkig en geslaagd leven is ons door Christus niet voorgeleefd, integendeel: lijden, vernedering, pijn werden Hem niet bespaard, dus waarom zou ik als leerling meer en beter verdienen dan de Meester? Die gedachte laten doorsijpelen in mijn leven biedt troost, een soort troost die haaks staat op het 'pessimisme' van de filosofen en moderne schrijvers.
Om de kloof tussen verlangen en teleurstelling, tussen geest en wereld te dichten komt Dewulf dan
![]() |
(Samuel Beckett) |
Het is ontroerend om zien hoe Dewulf poogt die bres tussen pijn en troost te dichten, tussen geest en wereld, tussen verlangen en de frustratie van haar onvervulbaarheid. Zijn woorden tasten en zoeken en dat alleen al is voor mij een troostende leeservaring.
(einde tweede deel)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten