Na uitvoerig stil gestaan te hebben bij de politiek en ons vermogen om daar onze vrijheid op te zoeken, komt hij bij een andere belangrijke manier om waarde te ontdekken en te creëren in ons leven, nl. omgaan met kunst. Hij houdt een met redenen omkleed pleidooi voor kunst als kans om aan afleidingen te ontsnappen.
Kunst biedt volgens Young een dubbele blik op de werkelijkheid: ze biedt één oog op wat er was en is en ze biedt één oog op wat zou kunnen of moeten zijn. De waarde van de kunst is het om onze menselijke beleving te verbreden en verdiepen zodat deze gevarieerde ontmoetingen tot stand brengt met onszelf en met de wereld (cfr. blz. 113-115).
Even later gaat Young op tocht met de Franse schrijver Marcel Proust, die ergens in zijn grote werk "A la recherche du temps perdu" een ontmoeting beschrijft met een zekere schilder Elstir. Hierover zegt Young hoe deze Elstir een gotische kathedraal benaderde als een uitnodiging om met al je zintuigen en verbeeldingskracht aandacht te schenken. Er kan een wisselwerking ontstaan. De impuls van de verbeelding activeert de geest terwijl de impuls van de gewaarwording de geest ontvankelijk maakt. Ons verstand biedt dan plaats aan beide impulsen. Kunst waarderen, dus de waarde ervan laten doordringen in ons hart en bestaan, vraagt om de juiste aandacht op te brengen.
![]() |
(Jawlensky: De weg. Moeder van alle variaties. 1914) |
![]() |
(Jawlensky: Variatie. Lente. 1916) |
Is het dat ook niet dat Jezus vraagt in onze omgang met onszelf, met andere mensen en met God? De juiste aandacht opbrengen: een opgave van alledag.
PS: over Jawlensky en de invloed van zijn ballingschap op zijn kunstenaarsschap zie mijn artikel in het tijdschrift "De Kovel" nr;57, maart 2019.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten