26 augustus 2019

Augustinus in Milaan (01)

In de voorbije maand juni bezocht ik Milaan en kwam ik de Noord-Afrikaanse heilige Augustinus tegen. Deze verbleef in Milaan van  384 tot 387 en die periode was cruciaal in zijn leven. Hij was er leraar retorica en als dusdanig zeer bezig met filosofie en hoe gedachten en overtuigingen worden geformuleerd en aangebracht. Hij zocht om carrière te maken als retor en zocht de nabijheid op van het keizerlijke hof dat toen in Milaan resideerde. 

(icoon van Sint Monica
www.atlantablackstar.com)
Augustinus was in die periode zeer onrustig en zoekende. Hij lag in de knoop met zijn seksualiteit (we zouden nu zeggen dat zijn hormonen hem parten speelden) en met zijn visie op geloof. Zijn zeer gelovige moeder was hem vanuit Noord-Afrika gevolgd en bad voor haar ongelukkige zoon. Ze had op haar oude dag maar één doel meer: dat haar zoon het katholieke geloof zou vinden.  Ze wordt in de katholieke kerk dan ook vereerd de dag voor haar zoon, (27 augustus) en Augustinus dus op 28 augustus. Moeder en zoon werden traditioneel als blanke mensen voorgesteld, maar de laatste jaren groeit het besef dat aan hun berberwortels geen recht wordt gedaan door deze witte uitbeelding. Zie hier een hedendaagse 'zwarte' icoon van de heilige Monica.

In de iconografie van Augustinus wordt hij meestal als een blanke bisschop voorgesteld (staf, mijter, bisschopsmantel) met als bijzondere attributen een boek (omwille van zijn vele geschriften en als kerkleraar) en een (brandend) hart (omwille van zijn nadruk op de innerlijke geloofsbron én omwille van zijn heel passionele sensitieve ingesteldheid). 


(beeld H. Augustinus
in barokke zijkapel
kathedraal van Amiens
eigen foto 16 juni 2019)

Naar Milaan kwam de 30 jarige Noord-Afrikaan in de hoop een stap vooruit te zetten in zijn carrière als retor en daarom bracht hij ook een bezoek aan de plaatselijke bisschop, Ambrosius. Hij ging, onder impuls van zijn moeder, regelmatig naar de kerk en ontdekte via zijn preken hoe Ambrosius geloofde. Augustinus ontdekte er dat zijn beeld over geloof, kerk en bijbel heel onjuist was. Hij ontdekte dat het geloof best de verzoenen viel met het menselijke intellect. Maar zijn hart moest nog betrokken worden in het geloofsverhaal. In zijn "Confessiones" (geschreven ongeveer 10 jaar nà zijn bekering, één van de allereerste autobiografieën ter wereld) vertelt hij heel levendig hoe die laatste stap gezet werd (boek 8).  "Deze strijd in mijn hart was enkel maar een strijd van mijzelf tegen mijzelf." (vertaling Gerard Wijdeveld, 1981, blz. 245). De innerlijke strijd bereikte een hoogtepunt terwijl hij in de tuin van hun huurhuis met vrienden samen zat. Hij barstte op een bepaald moment in tranen uit en trok zich verder terug, maar wenend hoorde hij kinderen in de omgeving zingen "Neem en lees! Neem en lees!". Dit kinderlied interpreteerde hij als een persoonlijke aansporing van God en hij ging terug bij zijn vrienden, waar ook een Bijbelboek lag waarin hij had gelezen. Daar onder een vijgenboom sloeg hij het boek op een willekeurige bladzijde open en las er de zin die hij nodig had om tot een beslissing te komen: "Laten wij ons behoorlijk gedragen als op klaarlichte dag, en ons onthouden van braspartijen en drinkgelagen, van ontucht en losbandigheid, van twist en nijd." (Brief van Paulus aan de Romeinen 13,13).
Nu moet dit heel persoonlijke moment nog ingebed worden in een groter verhaal...


Geen opmerkingen:

Een reactie posten