6 april 2020

Zie de mens : Pasen 2020 -1-

In deze bijzondere Goede Week waar we als christenen genoodzaakt zijn in ons eigen kot het mysterie te gedenken van Jezus' lijden, sterven en verrijzen, wil ik enkele keren een kleine aanzet geven tot mediteren en tot stilstaan bij onszelf.
Als rode draad gebruik ik schilderijen van de Russisch-Duitse expressionistische schilder Alexej von Jawlensky (1864-1941). 
Voor meer achtergrond over zijn leven en zijn werk verwijs ik naar een artikel dat ik geschreven heb voor het monastieke tijdschrift "De Kovel" (Nr. 57, maart 2019, blz. 78-91).
Jawlensky schilderde vanuit een intens religieus bewustzijn. In een brief schrijft hij hierover: "Enkele jaren schilderde ik deze Variaties[een reeks landschappen] en toen moest ik een vorm voor het gezicht vinden, omdat ik had begrepen dat de grote kunst slechts met religieus gevoel zou moeten worden geschilderd. En dat kon ik alleen maar tot uiting brengen in het menselijk gelaat. (...) Ik heb jarenlang gezichten geschilderd. Ik zat in mijn atelier en had de natuur als souffleur niet nodig. Ik hoefde me alleen maar in mijzelf te verdiepen, te bidden en mijn ziel voor te bereiden op een staat van religieus bewustzijn. Ik heb heel veel 'gezichten' geschilderd."

Hij schilderde reeksen "Mystieke koppen", "Heillandsgezichten" en "Abstracte koppen" (zijn eigen titels). Maar vanaf 1914 schilderde hij ook, tot korte tijd voor zijn dood, een kleine duizend "Meditaties". Deze reeks zijn allemaal kleine schilderijen gemaakt vanuit een innerlijke noodzaak binnen de beperkingen van zijn steeds hardnekkiger wordende artritis. Zijn handen werden stijver en elke inspanning om te schilderen werd lastiger. Je kan gerust zeggen dat dit passie-schilderijen zijn en wel in een dubbele betekenis: gegroeid vanuit de passie en gedrevenheid van de schilder en gemaakt terwijl hij leed aan artritis in alsmaar ergere mate. In die zin vind ik zijn meditaties heel passend in deze tijd dat we de passie van de Heer herdenken en overdenken.
Hierboven een eerste "Meditatie", geschilderd in 1936, toen Jawlensky al fel geteisterd werd door artritis. De bijtitel die de schilder meegaf is: eenzaam in de blauwe nacht.
Ik dacht: voor ons, nu, eenzame bidders elk in haar of zijn kot, een treffend beeld.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten