Omdat in deze herfstige coronatijden het niet altijd kommer en kwel moet zijn, laat ik je meelezen uit het 'geestelijke dagboek' van de Amerikaanse trappist Thomas Merton "Conjectures of a Guilty Bystander". Dit werd in het Nederlands vertaald en uitgegeven als "Oplettende toeschouwer" (Desclée De Brouwer, Brugge, 1969). Naast vele diepgravende, essayachtige bedenkingen over zijn tijd (periode 1957-1966) met thema's als de bewapeningswedloop, de spanningen tussen Amerika en de Sovjet-Unie, de vredesbeweging, de industrialisatie, zijn er ook terloops wat alledaagser thema's zoals het weer of het dagelijkse leven in het klooster waar hij leefde (Abdij Gethsemani in Kentucky). Van tijd tot tijd lees ik enkele bladzijden uit dit dagboek (met zijn ongedateerde korte teksten) dat mij altijd weer verbaasd omdat het toch zo actueel blijft en omdat Merton zo scherp de menselijke geest blootlegt. Vanuit de stilte van de abdij was hij inderdaad een zeer oplettende toeschouwer. Maar zo kwam ik ook Beethoven tegen...
En dan heeft hij later deze notitie aangevuld.
"(Later: Het was zo. Alle heuvels dreunen van Beethoven. De abdij heeft gefloreerd. Maar de broeder die voor de muziek moest zorgen, ging weg." (Oplettende toeschouwer, blz. 195)