17 februari 2023

Woorden waarin het Woord meeklinkt . . . - 6 -

 Dichter Claude van de Berg is een heel eigen weg gegaan van verinnerlijking, waarvan we mogen getuige zijn in zijn verzen, onder anderen gebloemleesd door Jooris van Hulle in de bundel "Het zwijgende woord" (uitg. P, Leuven, 2010).
(©hln)
De spirituele zoeker tast de mogelijkheden van de taal af,
om zijn zoeken uit te drukken. 
De ruimte die hij ervaart is voor hem onbegrensd. 
Die grenzeloosheid wacht ons op 
als we er maar telkens opnieuw proberen voor open te staan, als ons innerlijke oog maar zijn focus houdt. 

Het lege lichtoog is open, beneden begraven
bij de rand.
Tussen de verstuivende stenen.
Tastend zoekt de kristalgestalte van de ziel
naar hem.

Tastend vindt ze hem, gevuld met sterren.
Geen andere herinnering bezittend dan de naam
van het grenzeloze.

En alles is leeg in zichzelf.
Maar de leegte is niet leeg in zichzelf.

Want wat door het eindeloze wordt aangeraakt,
is het eindeloze.
(Het zwijgende woord, blz. 138)

Ik denk hierbij aan een passage uit de Bergrede (Mt.6, 22-23) over het oog: een leeg oog, niet vertroebeld door boosheid of achterdocht of jaloersheid of eigenwaan kan het licht vinden, weerkaatsen en doorgeven. De innerlijke openheid en leegte kan gevuld worden door een inwezigheid van licht en grenzeloosheid. Mattheus noteerde het zo (in Naardense Bijbel) : "De lamp van het lichaam is het oog; als dan je oog onvertroebeld is, zal heel je lichaam licht zijn; maar als je oog boos is, zal heel je lichaam duister zijn; als dan het licht in jou duisternis is, hoe groot (is dan) de duisternis."


Geen opmerkingen:

Een reactie posten