7 maart 2023

Pelgrimsweg naar Pasen -3-


 
De dichter Tijl Nuyts neemt als pelgrim in zijn bundel "Vervoersbewijzen" bij het Brusselse Noordstation tram 25. 
De eerste halte daarna is Thomas. Voor de dichter is dit een gelegenheid om na te denken over wat pelgrimeren kan betekenen voor mensen. 
De titel geeft aan dat hij hierbij denkt aan de meest populaire pelgrimstocht in deze tijden in onze westerse samenleving : de camino ofte de tocht naar Santiago de Compostela.  Hij ziet een pluriformiteit aan motieven om op weg te gaan maar doorheen die verscheidenheid is er ook een eenheid. Net zoals we als mensen ondanks onze veelheid aan levensovertuigingen toch een eenheid vormen van mensen die maar kortstondig op deze aarde leven, zonder zekerheden over onze toekomst en over onze impact op de wereld en op onze medemensen.

THOMAS  -  SANTIAGO DE COMPOSTELA

Jullie hebben elk zo je redenen.

Er zijn er die, wanneer het verzamelen
van tropische kamerplanten geen vreugde meer schenkt
of wanneer in nieuwspodcasts enkel poëzie te beluisteren valt,
wekenlang gaan zwemmen in het donker
om daarna definitief een andere weg in te slaan.

Er zijn er die twijfelen
om voluit voor een carrière als pretparkpinguïn te gaan,
om zich bloot te stellen aan het oog van de camera's,
te broeden in de sneeuw terwijl hun partner in zee
naar lantaarnvissen zoekt.
(eigen foto
Santiago de Compostela)

Er zijn er die resoluut kiezen
voor een bestaan als pelgrim.
Gehoor te geven aan de roep in hun borst
die ver weg klinkt en toch dichtbij
ontspringt, stil, soms
diep, maar altijd donker.

Er zijn er die weten dat het te laat is.

Er zijn er die dit, er zijn er die dat.
Samen vormen jullie een verenigde veelheid.
(uit: Nuyts, Tijl, Vervoersbewijzen, blz. 37)

Zoals je merkt laat de dichter en passant met humor enkele mogelijkheden zien waarmee hedendaagse zoekende personen proberen zin te vinden of te geven aan hun bestaan: verzamelingen aanleggen, actualiteiten volgen, exotische doelen nastreven, pretparkbelevingen,... Maar in al die verscheidenheid ziet hij toch een verbondenheid.
En wij? Dit doet mij denken aan het eerste Pinksteren waarbij alle aanwezige pelgrims in Jeruzalem de apostelen hoorden in hun eigen taal.
"Parten, Meden en Elamieten, die huizen in Mesopotamië, Judea en Kappadocië, Pontus en Asië, Frygië en Pamfylië, Egypte en de delen van Libië dat bij Cyrene ligt, en de Romeinen die hier verblijven; (geboren) Joden zowel als nieuwkomers, Kretenzers en Arabieren - wij horen hen in onze tongen uitspreken de grote dingen van God!" (Handelingen 2, 9-11). Spreken wij de taal van de verzamelaars, nieuwsjagers of avonturiers om met hen verbinding te maken en te ontdekken hoe we allen op zoek zijn naar dat ultieme geluk?  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten