23 maart 2023

Pelgrimsweg naar Pasen -6-

 


Tram 25, de pelgrimslijn van dichter Tijl Nuyts, rijdt in Brussel na de halte Lefrancq verder naar halte Robiano. Hieraan koppelt Nuyts het meest bekende katholieke bedevaartsoord van de voorbije anderhalve eeuw, Lourdes. Deze stad is wellicht de enige stad ter wereld waar de zieke mens zo prominent aanwezig is in het straatbeeld. Rond de zieken verzamelen zich vele helpende mensen die hen niet louter als een 'geneeskundig probleem' benaderen, maar als gebroken mensen op zoek naar heling en verbondenheid. 
Heel dikwijls worden betrokken meelevende helpende mensen benoemd als 'engelen' en net zo'n engelen ziet Nuyts in de tram naar Robiano / Lourdes.
Er schuilt weer veel humor in de verzen. Hij vertrekt van het klassieke beeld voor engelen: stralende wezens met grote vleugels, maar speelt ermee omdat zo'n figuren niet te zien zijn in de tram. En even verwijst hij naar een leuke anekdote uit de geschiedenis van de theologie. In de Parijse universiteit zouden in 1298 verhitte discussies gevoerd zijn over die vraag: hoeveel engelen kunnen er plaats nemen op de punt van een naald. Thomas van Aquino dacht na over 'engelen' maar dacht hierbij in feite na over thema's als 'materie'; 'plaats' en 'tijd'. Nuyts denkt in dit vers na over wat licht brengt bij mensen en hoe spiritualiteit zijn plaats kan hebben binnen ons eendimensionale, materialistische wereldbeeld.

ROBIANO -LOURDES

Engelen in de tram.
Ze staan dicht tegen je aan.
Het zijn er veel. Ze hebben hun vleugels
opgevouwen maar nemen nog steeds
te veel ruimte in.
(lichtprocessie Lourdes
©parochie Maria Sterre der Zee)

Hoeveel engelen kunnen er dansen
op de punt van een naald?

Het is niet donker
genoeg om te bidden.
Als een brandende doos
glijdt de tram door de straten.

Alsof iemand de komst van de engelen
heeft voorbereid door overal tl-lampen
op te hangen, hallogeenspots in handtassen
te proppen, knetterende kerstverlichting
om passagiers te wikkelen.

Je knijpt je ogen toe
en weet niet of je je de textuur
van veren op je tong inbeeldt.
(uit: Nuyts, Tijl, Vervoersbewijzen, uitg. Wereldbibliotheek, 
 2021, blz. 40)

En wij? Hier kan je natuurlijk de bijzondere Bijbelse novelle lezen dat het boek Tobit is en waar het over zieke mensen gaat én over een nabije engel. Maar het thema 'licht' (Lourdes is ook bekend om zijn dagelijkse lichtprocessie!) brengt mij bij de bergrede zoals die is opgeschreven door Mattëus. Er zijn twee passages waarin het licht centraal staat : "Gij zijt het licht der wereld; een stad die bovenop een berg ligt is niet bij machte verborgen te blijven; ook steken ze geen lamp aan en zetten die onder de korenmaat; nee, op de lampvoet en dan straalt hij voor allen in het huis; zo moet uw licht stralen voor de mensen, opdat zij uw goede werken zien en uw Vader verheerlijken die in de hemelen is!" (5,14-16)
En ook nog : "De lamp van het lichaam is het oog; als dan je oog onvertroebeld is, zal heel je lichaam licht zijn; maar als je oog boos is, zal heel je lichaam duister zijn; als dan het licht in jou duisternis is, hoe groot (is dan) de duisternis!" (6, 22-23)
Proberen wij Zijn licht in ons te laten schijnen? Proberen wij engelen, boodschappers van licht, te zijn voor wie met ons in dezelfde tram reist?
 



Geen opmerkingen:

Een reactie posten