27 maart 2023

Pelgrimsweg naar Pasen -7-

 


De naamgeving van de tramhaltes in Brussel kunnen naar historische figuren verwijzen (zoals Lefrancq of Robiano of Liedts) maar de halte na Robiano op tramlijn 25 laat iets vermoeden van de vroegere economische activiteiten in deze buurt: Wijnheuvelen/Coteaux.
In de bundel "Vervoersbewijzen" van dichter Tijl Nuyts is het vers nà Robiano-Lourdes dus Wijnheuvelen/Coteaux. Deze halte verbindt de dichter met de Turkse stad Konya, hoofdstad van de gelijknamige provincie. Konya noemde in de Romeinse tijd Iconium, maar is nu vooral bekend om zijn dansende derwisjen. Nuyts koppelt hier een anekdote aan, nl. dat zijn zus uit die stad als souvenir voor de 'je' van de tekst een gebedsmat heeft meegebracht. 
Hier lees ik een zekere kritiek over hoe hedendaagse mensen op een zakelijk-utilitaire manier omgaan met religie en aan religie gelinkte voorwerpen of verbeeldingen (zoals zo'n gebedsmat of het zwarte vierkant van de Russische schilder Malevitsj). De platte oordelen over gesluierde vrouwen verhinderen blijkbaar om oog in oog contact te zoeken met de betrokkenen. 
Tegelijk toont de dichter hoe hij schrijft vanuit flarden gedachten die hij formuleert tijdens zijn verplaatsingen.
Een veelheid aan thema's dus op de wijnheuvelen van Brussel.

WIJNHEUVELEN / COTEAUX - KONYA

De gebedsmat die je zus uit de stad
voor je meebracht, durf je niet meer als
vloerkleedje naast je bed te gebruiken.

In de trein, op de tram, te voet tijdens de tocht naar huis,
formuleer je onaffe gedachten en wacht tot de inspiratie
als een doodgeboren kind van het balkon valt.

Men doet alsof elke gesluierde vrouw
gehersenspoeld werd door een stem uit de diepte
maar weet tot op de dag van vandaag niet
welke kleur haar ogen hadden.
(Konya ©niltur)

In de zomer verlang je
naar een koel zwart vierkant
boven de stad en maakt tot versiersel
wat voor iemand van betekenis was.
(uit: Nuyts, Tijl, Vervoersbewijzen, 2021, blz. 41)

En wij? Hoe oordelen wij over mensen? Hier denk ik aan het verhaal van de ontmoeting van Jezus met de 'collaborerende' afperser, de kleine Zacheüs, de 'onreine'... die door Jezus werd opgemerkt en opgewaardeerd tot mens, bemind door God (Lucas 19, 1-10) . De vooroordelen en clichés hadden geen vat op Jezus. En op ons?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten